ENGL
ISH
DE
UTS
CH
FRANÇAI
S
NEDER
LAND
S
DUWHULPFUNCTIE
37
36
Symptomen
Controleer
Actie
De snelheid wordt aangegeven, maar de functie-
weergave knippert. (Hulpstroom is gestopt.)
Dit is geen storing. Het is
in een toestand waarin
de bediening van het
hulpstroomsysteem
normaal is. Deze staat kan
voorkomen afhankelijk van
de trapkracht en rijsnelheid,
maar het keert terug naar de
normale toestand indien er
is bevestigd dat het systeem
normaal is.
Het hoofddisplay dat wordt weergegeven
tijdens het rijden en „Er” worden afwisselend
weergegeven, en een foutbeschrijving wordt
weergegeven op de functieweergave.
Het probleem doet zich
voor in de accu. Schakel de
stroom uit en daarna weer
aan. Als het probleem niet
kan worden opgelost, laat
uw accu dan zo snel mogelijk
inspecteren door een dealer.
Symptomen
Controleer
Actie
De indicator automatische modus knippert.
Er is mogelijk een probleem
binnenin de aandrijfunit.
Schakel de stroom naar de
weergave-eenheid uit en
schakel deze daarna weer
in. Als het probleem niet kan
worden opgelost, laat uw
fiets dan zo snel mogelijk
inspecteren door een dealer.
Symptomen
Controleer
Actie
De duwhulpfunctie schakelt uit.
Werd het wiel een
aantal seconden
geblokkeerd?
Haal uw vinger heel even van
de drukschakelaar duwhulp
af en nadat u zeker weet dat
de wielen draaien, drukt u de
schakelaar opnieuw in.
Heeft u getrapt terwijl
de duwhulpfunctie
ingeschakeld was?
Haal uw voeten van de
pedalen en haal uw vinger
even van de drukschakelaar
duwhulp. Druk vervolgens
opnieuw op de schakelaar.
51
Symptoom
Controleer
Actie
(Weergave A)
De snelheid wordt aangegeven, maar de
functieweergave knippert. (Hulpstroom is
gestopt.)
(Weergave X)
De indicator hulpmodus en de
functieweergave knipperen. (Hulpstroom
is gestopt.)
Dit is geen storing. Het is in
een toestand waarin de
bediening van het
hulpstroomsysteem
normaal is. Deze staat kan
voorkomen afhankelijk van
de trapkracht en
rijsnelheid, maar het keert
terug naar de normale
toestand indien er is
bevestigd dat het systeem
normaal is.
(Weergave A)
Het hoofddisplay dat wordt weergegeven
tijdens het rijden en „Er” worden
afwisselend weergegeven, en een
foutbeschrijving wordt weergegeven op de
functieweergave.
(Weergave X)
De lamp hulpmodus brandt in rood, het
rijden-hoofddisplay en „ER” worden
afwisselend weergegeven en een
foutbeschrijving wordt aangegeven in de
functieweergave.
Het probleem doet zich
voor in de accu. Schakel de
stroom uit en daarna weer
aan. Als het probleem niet
kan worden opgelost, laat
uw accu dan zo snel
mogelijk inspecteren door
een dealer.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 51
2018/04/25 10:06:26
52
Symptoom
Controleer
Actie
(Weergave A)
De indicator automatische modus
knippert.
Er is mogelijk een probleem
binnenin de aandrijfunit.
Schakel de stroom naar de
weergave-eenheid uit en
schakel deze daarna weer
in.
Als het probleem niet kan
worden opgelost, laat uw
fiets dan zo snel mogelijk
inspecteren door een
dealer.
(Weergave X)
„A:####” en „####” op de indicator
hulpmodus worden afwisselend
weergegeven.
Bijvoorbeeld in het geval van
standaardmodus
Duwhulpfunctie
Symptoom
Controleer
Actie
De duwhulpfunctie schakelt uit.
Werd het wiel
een aantal
seconden
geblokkeerd?
Haal uw vinger heel even
van de drukschakelaar
duwhulp af en nadat u
zeker weet dat de wielen
draaien, drukt u de
schakelaar opnieuw in.
Heeft u getrapt
terwijl de
duwhulpfunctie
ingeschakeld
was?
Haal uw voeten van de
pedalen en haal uw vinger
even van de
drukschakelaar duwhulp.
Druk vervolgens opnieuw
op de schakelaar.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 52
2018/04/25 10:06:27
51
Symptoom
Controleer
Actie
(Weergave A)
De snelheid wordt aangegeven, maar de
functieweergave knippert. (Hulpstroom is
gestopt.)
(Weergave X)
De indicator hulpmodus en de
functieweergave knipperen. (Hulpstroom
is gestopt.)
Dit is geen storing. Het is in
een toestand waarin de
bediening van het
hulpstroomsysteem
normaal is. Deze staat kan
voorkomen afhankelijk van
de trapkracht en
rijsnelheid, maar het keert
terug naar de normale
toestand indien er is
bevestigd dat het systeem
normaal is.
(Weergave A)
Het hoofddisplay dat wordt weergegeven
tijdens het rijden en „Er” worden
afwisselend weergegeven, en een
foutbeschrijving wordt weergegeven op de
functieweergave.
(Weergave X)
De lamp hulpmodus brandt in rood, het
rijden-hoofddisplay en „ER” worden
afwisselend weergegeven en een
foutbeschrijving wordt aangegeven in de
functieweergave.
Het probleem doet zich
voor in de accu. Schakel de
stroom uit en daarna weer
aan. Als het probleem niet
kan worden opgelost, laat
uw accu dan zo snel
mogelijk inspecteren door
een dealer.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 51
2018/04/25 10:06:26