
ENGL
ISH
DE
UTS
CH
FRANÇAI
S
NEDER
LAND
S
• Indicator accuvermogen
De indicator accuvermogen geeft een schatting weer van de
resterende capaciteit in de accu.
• Functieweergave
De functieweergave kan de volgende functies weergeven.
• Kilometerteller
• Dagteller
• Bereik (Resterende hulpafstand)
Druk op de schakelaar hulpmodus (omlaag) gedurende 1 seconde
of langer en het display verandert als volgt:
Kilometerteller
Dagteller
Bereik
Kilometerteller
U kunt de gegevens voor de dagteller resetten.
- Kilometerteller
Dit geeft de totale rijafstand weer (in kilometer of mijl) terwijl de
stroom was ingeschakeld. De kilometerteller kan niet worden gereset.
- Dagteller
Dit geeft de totale rijafstand weer (in kilometer of mijl) sinds de
laatste keer werd gereset. Wanneer u de stroom uitschakelt,
blijven de gegevens tot aan dat punt weergegeven op het display.
Om de dagteller te resetten en opnieuw te beginnen met tellen,
drukt u tegelijkertijd op de schakelaar hulpmodus (omhoog) en
schakelaar hulpmodus (omlaag) gedurende 2 seconden of langer
wanneer de dagteller wordt weergegeven.
- Bereik (Resterende hulpafstand)
Dit geeft een schatting van de afstand weer (in kilometer of
mijl) die kan worden gereden met hulp op de resterende
accucapaciteit van de geïnstalleerde accu. Als u de hulpmodus
schakelt wanneer de resterende hulpafstand wordt weergegeven,
verandert de schatting van de afstand die kan worden gereden.
De resterende hulpafstandschatting kan worden gereset.
OPMERKING
• De resterende hulpafstand verandert afhankelijk van de rijsituatie
(heuvels, tegenwind, enz.) en als de accucapaciteit afneemt.
• Wanneer in uitstand, wordt „- - - -” weergegeven.
- Koplamp „Aan/Uit” (Alleen van toepassing op modellen die zijn
voorzien van een koplamp die wordt gevoed door de accu.
De achterlamp, die wordt gevoed door de accu, wordt met de
voorlamp aan-/uitgeschakeld.)
Iedere keer dat u de lichtschakelaar indrukt, schakelt de koplamp
tussen „Aan” en „Uit”.
- km-/mijlinstelling
Gebruik de volgende stappen om de km/mijl-instelling in te stellen.
1. Zorg ervoor dat de weergave-eenheid wordt ingeschakeld.
2. Selecteer de kilometertellerweergave in de functieweergave.
3. Druk gelijktijdig op de schakelaar hulpmodus (omhoog)
en de schakelaar hulpmodus (omlaag) en houd deze gedurende
2 seconden of langer ingedrukt.
4. Wanneer „km” of „mile” knippert, laat de schakelaar dan los.
5. Gebruik de hulpmodusschakelaars (omhoog en omlaag) om
„km/mile” in te stellen.
6. Wanneer de eenheid die u wilt instellen knippert, drukt u op de
Schakelaar hulpmodus (omlaag) gedurende 1 seconde of langer
en u laat de schakelaar los wanneer het display terugschakelt
naar het hoofddisplay dat wordt weergegeven tijdens het rijden.
Voor alle instellingsprocedures, moet u de fiets tot stilstand laten
komen en de vereiste instellingen uitvoeren op een veilige plek.
Anders kan een gebrek aan aandacht voor omringend verkeer of
ander gevaar een ongeluk veroorzaken.
OPMERKING
• De instellingen kunnen niet worden aangepast tijdens het rijden.
• Als u het volgende doet tijdens het instellen, zal de eenheid die
u aan het instellen was worden geannuleerd en het display zal
terugkeren naar het hoofddisplay dat tijdens het rijden wordt
weergegeven.
• De zwengel (pedaal) in de rijrichting draaien
• Het achterwiel draaien wanneer u met een snelheid van 2 km/h
of meer rijdt
• Het indrukken van de drukschakelaar duwhulp
13
2
Indicator accuvermogen
De indicator accuvermogen geeft een schatting weer van
de resterende capaciteit in de accu.
2
Functieweergave
De functieweergave kan de volgende functies weergeven.
• Kilometerteller
• Dagteller
• Bereik (Resterende hulpafstand)
Druk op de schakelaar hulpmodus (omlaag) gedurende 1 se-
conde of langer en het display verandert als volgt:
Kilometerteller → Dagteller → Bereik → Kilometerteller
U kunt de gegevens voor de dagteller resetten.
7
Kilometerteller
Dit geeft de totale rijafstand weer (in kilometer of mijl) ter-
wijl de stroom was ingeschakeld.
De kilometerteller kan niet worden gereset.
7
Dagteller
Dit geeft de totale rijafstand weer (in kilometer of mijl)
sinds de laatste keer werd gereset.
Wanneer u de stroom uitschakelt, blijven de gegevens tot
aan dat punt weergegeven op het display.
Om de dagteller te resetten en opnieuw te beginnen met
tellen, drukt u tegelijkertijd op de schakelaar hulpmodus
(omhoog) en schakelaar hulpmodus (omlaag) gedurende
2 seconden of langer wanneer de dagteller wordt weerge-
geven.
7
Bereik (Resterende hulpafstand)
Dit geeft een schatting van de afstand weer (in kilometer
of mijl) die kan worden gereden met hulp op de resteren-
de accucapaciteit van de geïnstalleerde accu. Als u de
hulpmodus schakelt wanneer de resterende hulpafstand
wordt weergegeven, verandert de schatting van de af-
stand die kan worden gereden.
De resterende hulpafstandschatting kan worden gereset.
OPMERKING
• De resterende hulpafstand verandert afhankelijk van
de rijsituatie (heuvels, tegenwind, enz.) en als de accu-
capaciteit afneemt.
• Wanneer in uitstand, wordt „- - - -” weergegeven.
Indicator accuvermogen
Functieweergave
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 13
2018/04/25 10:06:05
14
2
Koplamp „Aan/Uit” (Alleen van toepassing
op modellen die zijn voorzien van een
koplamp die wordt gevoed door de accu. De
achterlamp, die wordt gevoed door de accu,
wordt met de voorlamp aan-/uitgeschakeld.)
Iedere keer dat u de lichtschakelaar indrukt, schakelt de
koplamp tussen „Aan” en „Uit”.
2
km-/mijlinstelling
Gebruik de volgende stappen om de km/mijl-instelling in
te stellen.
1. Zorg ervoor dat de weergave-eenheid wordt ingescha-
keld.
2. Selecteer de kilometertellerweergave in de functie-
weergave.
3. Druk gelijktijdig op de schakelaar hulpmodus (omhoog)
en de schakelaar hulpmodus (omlaag) en houd deze
gedurende 2 seconden of langer ingedrukt.
4. Wanneer „km” of „mile” knippert, laat de schakelaar
dan los.
5. Gebruik de hulpmodusschakelaars (omhoog en om-
laag) om „km/mile” in te stellen.
6. Wanneer de eenheid die u wilt instellen knippert, drukt
u op de Schakelaar hulpmodus (omlaag) gedurende 1
seconde of langer en u laat de schakelaar los wanneer
het display terugschakelt naar het hoofddisplay dat
wordt weergegeven tijdens het rijden.
Voor alle instellingsprocedures, moet u de fiets tot
stilstand laten komen en de vereiste instellingen uit-
voeren op een veilige plek. Anders kan een gebrek
aan aandacht voor omringend verkeer of ander gevaar
een ongeluk veroorzaken.
OPMERKING
• De instellingen kunnen niet worden aangepast tijdens
het rijden.
• Als u het volgende doet tijdens het instellen, zal de
eenheid die u aan het instellen was worden geannu-
leerd en het display zal terugkeren naar het hoofddis-
play dat tijdens het rijden wordt weergegeven.
• De zwengel (pedaal) in de rijrichting draaien
• Het achterwiel draaien wanneer u met een snelheid
van 2 km/h of meer rijdt
• Het indrukken van de drukschakelaar duwhulp
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 14
2018/04/25 10:06:05
14
2
Koplamp „Aan/Uit” (Alleen van toepassing
op modellen die zijn voorzien van een
koplamp die wordt gevoed door de accu. De
achterlamp, die wordt gevoed door de accu,
wordt met de voorlamp aan-/uitgeschakeld.)
Iedere keer dat u de lichtschakelaar indrukt, schakelt de
koplamp tussen „Aan” en „Uit”.
2
km-/mijlinstelling
Gebruik de volgende stappen om de km/mijl-instelling in
te stellen.
1. Zorg ervoor dat de weergave-eenheid wordt ingescha-
keld.
2. Selecteer de kilometertellerweergave in de functie-
weergave.
3. Druk gelijktijdig op de schakelaar hulpmodus (omhoog)
en de schakelaar hulpmodus (omlaag) en houd deze
gedurende 2 seconden of langer ingedrukt.
4. Wanneer „km” of „mile” knippert, laat de schakelaar
dan los.
5. Gebruik de hulpmodusschakelaars (omhoog en om-
laag) om „km/mile” in te stellen.
6. Wanneer de eenheid die u wilt instellen knippert, drukt
u op de Schakelaar hulpmodus (omlaag) gedurende 1
seconde of langer en u laat de schakelaar los wanneer
het display terugschakelt naar het hoofddisplay dat
wordt weergegeven tijdens het rijden.
Voor alle instellingsprocedures, moet u de fiets tot
stilstand laten komen en de vereiste instellingen uit-
voeren op een veilige plek. Anders kan een gebrek
aan aandacht voor omringend verkeer of ander gevaar
een ongeluk veroorzaken.
OPMERKING
• De instellingen kunnen niet worden aangepast tijdens
het rijden.
• Als u het volgende doet tijdens het instellen, zal de
eenheid die u aan het instellen was worden geannu-
leerd en het display zal terugkeren naar het hoofddis-
play dat tijdens het rijden wordt weergegeven.
• De zwengel (pedaal) in de rijrichting draaien
• Het achterwiel draaien wanneer u met een snelheid
van 2 km/h of meer rijdt
• Het indrukken van de drukschakelaar duwhulp
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 14
2018/04/25 10:06:05
19
18