78
nl
Drukknop
2
deblokkeren:
►
Drukknopbeveiliging
3
naar stand ON draaien.
De drukknop
2
is ontgrendeld en het product
1
kan worden gebruikt.
6.1.6
Zaagblad aankoppelen en ontkoppelen
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel bij het koppelen/ontkoppelen van zaagbladen in de
ON-stand door onbedoeld bedienen van het product!
►
Zaagbladen alleen in de OFF-stand koppelen/ontkoppelen.
Zaagblad aankoppelen
►
Product
1
met de drukknopbeveiliging
3
tegen onbedoeld bedienen
beveiligen, zie Beveiliging tegen onopzettelijke inschakeling.
►
Voer het zaagblad
11
met de aansluitzijde in de sleuf van de
zaagbladkoppeling
14
tot aan de aanslag. Zorg er daarbij voor dat de
borgpen in het frame van het zaagblad grijpt en dat de zijdelingse
stootranden van het zaagblad aansluiten op de koppeling, zie Afb. C.
►
Druk zo nodig op de drukknop voor de zaagbladontgrendeling/-
vergrendeling
13
.
Zaagblad loskoppelen
►
Product
1
met de drukknopbeveiliging
3
tegen onbedoeld bedienen
beveiligen, zie Beveiliging tegen onopzettelijke inschakeling
►
Druk de drukknop voor de zaagbladontgrendeling/-vergrendeling
13
helemaal in.
►
Trek het zaagblad
11
uit de zaagbladkoppeling
14
, zie Afb. C.
Zaagkop richten
De zaagkop
12
kan in acht verschillende standen, telkens in stappen van
45° worden gedraaid.
►
Product
1
met de drukknopbeveiliging
3
tegen onbedoeld bedienen
beveiligen, zie Beveiliging tegen onopzettelijke inschakeling.
►
Trek de zaagkop
12
eruit en draai deze naar de gewenste stand (telkens
met 45°).
De zaagkop
12
klikt in elke stand merkbaar vast, zie Afb. D.
6.2
Functionele test
Vóór elk gebruik en na elke intraoperatieve accuwisseling van opzetstuk en
gereedschap moet de functietest worden uitgevoerd.
►
Controleer of er een accu in zit.
►
Zorg ervoor dat het afsluitdeksel volledig vastgeklikt is.
►
Controleer de veilige koppeling van het zaagblad: trek aan het zaag-
blad.
►
Zorg ervoor dat de snijkanten van het zaagblad niet mechanisch
beschadigd zijn.
►
Controleer de veilige plaatsing van de zaagkop: draai deze zonder het
eruit te trekken.
►
Product voor werking activeren (stand ON).
►
Gebruik het product kort met de maximale oscillatiefrequentie.
►
Gebruik geen beschadigde of defecte producten.
►
Verwijder beschadigde producten onmiddellijk.
6.3
Gebruik
WAARSCHUWING
Coagulatie van patiëntenweefsel of verbrandingsgevaar voor patiën-
ten en gebruikers door heet product!
►
Koel het instrument tijdens het gebruik.
►
Leg het product/gereedschap buiten de reikwijdte van de patiënt
neer.
►
Laat het product/gereedschap afkoelen.
►
Gebruik bij de vervanging van het werktuig een doek om brand-
wonden te voorkomen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor infectie door aërosolvorming!
Gevaar voor letsel door deeltjes die loskomen van het instrument!
►
Neem gepaste beschermingsmaatregelen (bijv. waterdichte
beschermende kleding, gezichtsmasker, veiligheidsbril, afzuiging).
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel en/of slechte werking!
►
Voer voor elk gebruik een functionele test uit.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door gebruik van het product buiten het
gezichtsveld!
►
Gebruik het product alleen onder visuele controle.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding en beschadiging van het werktuig/systeem!
Het gereedschap kan afdekdoeken (bijv. textiel) vastgrijpen.
►
Laat het gereedschap tijdens gebruik nooit met afdekdoeken (bijv.
textiel) in aanraking komen.
WAARSCHUWING
Verwondingsgevaar door onbedoeld losraken van het zaagblad!
►
Druk bij het gebruik niet op de knop voor de zaagbladontgrende-
ling.
►
Controleer na iedere instrumentwissel of het instrument goed vast-
zit.
Opmerking
De aandrijfmotor van het product wordt gebruikt met een magnetisch sen-
sorsysteem. Om een abusievelijke start van de motor te voorkomen, mag het
product niet worden blootgesteld aan magnetische velden (bijv. magneti-
sche instrumentenmatten).
6.3.1
Product gebruiken
Opmerking
De zachte fluittoon bij het opstarten van het product is te wijten aan het
ontwerp.
►
Drukknop
2
indrukken.
De oscillatiefrequentie van het product
1
wordt traploos geregeld.