![Telwin DIGISTART 340 TE-829327 Скачать руководство пользователя страница 23](http://html1.mh-extra.com/html/telwin/digistart-340-te-829327/digistart-340-te-829327_manual_1085046023.webp)
- 23 -
“Test”.
LADEN
- De overeenstemmende toets indrukken en hierbij overgaan naar de
modaliteit “CHARGE”.
- Op een adequate manier de stroom initialiseren middels de
potentiometer op het frontaal paneel (FIG.B-5).
- De parameters spanning van batterij en stroom van laden monitoreren
op het display middels de toets V / I (FIG.B-9)
AUTOMATISCH LADEN
De overeenstemmende toets indrukken en hierbij overgaan naar de
modaliteit “TRONIC”.
Tijdens deze fase controleert de batterijlader constant de spanning
aanwezig op de uiteinden van de batterij, en verdeelt of onderbreekt
hierbij automatisch, indien nodig, de stroom van laden naar de batterij.
Ook in dit geval is het mogelijk de parameters spanning van batterij en
stroom van laden te monitoreren op het display middels de toets V / I .
De stroom van laden kan geïnitialiseerd worden volgens de geïllustreerde
modaliteit. Tijdens de fasen van onderbreking verschijnt op het display
het opschrift “END”.
OPGELET: HERMETISCHE BATTERIJEN.
Indien het nodig blijkt te zijn dit soort batterijen te moeten
opladen, moet men uiterst aandachtig tewerk gaan. Een
trage oplading uitvoeren en hierbij de spanning naar de
klemmen van de batterij onder controle houden. Wanneer deze
spanning, beschikbaar als parameter “V” op het display, de 14,4V
bereikt voor de batterijen aan 12V (28,8V voor de batterijen aan
24V) raadt men aan het laden te onderbreken.
Gelijktijdig opladen van meerdere batterijen (FIG.E)
Dit soort operaties uiterst voorzichtig uitvoeren: OPGELET; geen batterijen
opladen met een verschillende capaciteit, aflading en typologie.
Indien men meerdere batterijen tegelijkertijd moet opladen, kan men
beroep doen op verbindingen in ”serie” of in ”parallel”. Tussen de twee
systemen P raadt men de verbinding in serie aan omdat men op deze
manier de stroom kan controleren die in iedere batterij circuleert die
analoog zal zijn aan diegene die gesignaleerd wordt als parameter “ I ”
op het display.
OPMERKING:
In het geval van een verbinding in serie van twee batterijen
die een nominale spanning hebben van 12V, moet men 24V selecteren
middels de overeenstemmende toets.
EINDE LADEN
- De overeenstemmende toets indrukken en hierbij overgaan naar de
modaliteit “TEST”.
- De voeding van de acculader wegnemen en hierbij de schakelaar
(indien aanwezig) op OFF plaatsen en/of de voedingskabel uit het
contact van het net nemen.
- De zwarte tang van het opladen loskoppelen van het chassis van de
auto of van de negatieve klem van de batterij (symbool -).
- De rode tang van het opladen loskoppelen van de positieve klem van
de batterij (s).
- De batterijlader op een droge plaats opbergen.
- De cellen van de batterij terug sluiten met de speciaal daartoe
bestemde doppen (indien aanwezig).
START
Voordat men de start van het voertuig uitvoert, moet men
controleren of de batterij goed verbonden is met de desbetreffende
klemmen (+ en -) en in goede staat is (niet gesulfoneerd en niet
defect).
Nooit op geen enkele manier startoperaties van voertuigen
uitvoeren met de batterijen losgekoppeld van de desbetreffende
klemmen; de aanwezigheid van de batterij is bepalend voor het
elimineren van eventuele te grote spanningen die gegenereerd
zouden kunnen worden als effect van de energie opgehoopt in de
verbindingskabels tijdens de startfase.
Voor de start de commutator (indien aanwezig) of de deviator in de stand
van start zetten op de spanning ter hoogte van de middelste.
FIG. B
Voordat men aan de startsleutel draait, is het noodzakelijk een
snel opladen van 5 - 10 minuten uit te voeren, dit zal de start veel
vergemakkelijken.
De snelle oplaadoperatie moet zorgvuldig uitgevoerd worden met
de batterijlader in de stand van opladen en NIET van start.
OPGELET:
Voordat men de operaties uitvoert moet men
aandachtig de waarschuwingen van de fabrikanten van de
voertuigen in acht nemen!
- Ervoor zorgen dat de voedingslijn beschermd is met zekeringen
of automatische schakelaars met de overeenstemmende waarde
aangeduid op de plaat met het symbool (
).
- Teneinde verhittingen van de batterijlader te voorkomen, moet men
de startoperatie uitvoeren met een NAUWKEURIG respect voor de cycli
van werk/pauze aangeduid op het toestel (voorbeeld: START 3s ON
120s OFF-5 CYCLES). Bovendien niet aandringen indien de motor van
het voertuig niet start: dit zou immers de batterij of zelfs de elektrische
uitrusting van het voertuig ernstig kunnen compromitteren.
6. BESCHERMINGEN VAN DE BATTERIJLADER (FIG.F)
De acculader beschermt zichzelf in het geval van:
- Overlading (excessieve verdeling van stroom naar de batterij).
- Kortsluiting (tangen voor het opladen in contact met elkaar geplaatst).
- Omkering van polariteit op de klemmen van de batterij.
In de toestellen voorzien van zekeringen is het verplicht, in geval van
vervangingen, analoge reserve onderdelen te gebruiken die dezelfde
waarde van nominale stroom hebben.
OPGELET: De zekering niet vervangen met waarden van
stroom die verschillen van diegene die op de plaat staan
aangeduid, dit zou schade kunnen berokkenen aan dingen
of personen. Omwille van dezelfde reden moet men absoluut
vermijden dat de zekering vervangen wordt met koperen bruggen of
ander materiaal.
De operatie van de vervanging van de zekering moet altijd worden
uitgevoerd met de voedingskabel LOSGEKOPPELD van het net.
ALARMEN EN BESCHERMINGEN (FIG.D).
- Thermostatische bescherming die geïdentificeerd kan worden
middels de afkorting “°C ” op het display: wijst erop dat binnen in de
batterijlader een excessieve temperatuur werd bereikt; deze blijft aan
zonder stroom te verdelen tot terug een normale temperatuur bereikt
is. Het herstel is automatisch.
- Fabrieksaf heeft de batterijlader 2 verschillende beschermingen die
toestaan fouten van verbinding en/of initialisering te voorkomen
en de stroom van laden te beperken in ongunstige situaties (deze
beschermingen werken volgens de modaliteiten geïllustreerd in het
deel BESCHRIJVING VAN DE BATTERIJLADER).
Voor de gebruiker is het mogelijk deze beschermingen gedeeltelijk
of volledig weg te nemen (3 NIVEAUS van bescherming) volgens de
volgende procedure:
- In modaliteit TEST gedurende ongeveer 5 seconden op de toets I / V
drukken tot de lopende visualisering onderbroken wordt en een van
de afkortingen L1, L2 of L3 verschijnt.
- Aan de potentiometer draaien om het gewenste niveau van
bescherming te selecteren:
L1 maximum bescherming met herkenning fout van verbinding en/of
initialisering actief en beperking van de stroom van laden actief;
L2 medium bescherming met alleen de herkenning fout van
verbinding en/of initialisering actief;
L3 alle beschermingen gedeactiveerd.
OPMERKING: het niveau van bescherming gevisualiseerd in het begin
hangt uitsluitend af van de huidige stand van de potentiometer.
- de uitgevoerde keuze opslaan en hierbij op de toets I / V drukken.
OPMERKING: Om het laden van sterk ontladen of batterijen met zwavel
toe te staan, is het mogelijk dat men alle types van bescherming moet
deactiveren.
Bij iedere aanschakeling gaat de batterijlader automatisch naar het
maximum niveau van bescherming (L1).
7. NUTTIGE RAADGEVINGEN
- Mogelijke incrustaties van oxide wegnemen van de positieve en
negatieve klemmen zodanig dat men een goed contact van de tangen
garandeert.
- Strikt vermijden de twee tangen in contact te brengen wanneer de
batterijlader op het net is aangesloten. In dit geval zal de zekering
verbranden.
- Indien de batterij waarmee men deze batterijlader wenst te gebruiken
è permanent op een voertuig is aangesloten, moet men ook de
handleiding instructie en/of onderhoud van het voertuig raadplegen
op het punt ”ELEKTRISCHE INSTALLATIE” of ”ONDERHOUD”. Bij
voorkeur, vóór het opladen, de positieve kabel die deel uitmaakt van
de elektrische installatie van het voertuig loskoppelen.
- De spanning van de batterij controleren voordat men ze aansluit op
de batterijlader, men herinnert eraan dat 3 doppen een batterij van
Содержание DIGISTART 340 TE-829327
Страница 61: ...61 Fig B Fig C...
Страница 62: ...62 Fig D TRONIC TEST TRONIC CHARGE...