7.1. Ingebruikname
Tijdens de werking mag het
apparaat niet onbeheerd wor-
den achtergelaten. Plaats de
VOLCANO CLASSIC op een plat en
stabiel oppervlak. Controleer of de net-
spanning overeenstemt met de gege-
vens op het apparaat. De stroomkabel
en de stekker moeten in foutloze toe-
stand zijn. De VOLCANO CLASSIC
mag alleen worden aangesloten op een
correct geïnstalleerd (geaard) stopcon-
tact. De aarding van de Heteluchtgene-
rator is verplicht. De fabrikant aan-
vaardt geen enkele aansprakelijkheid,
wanneer deze preventiemaatregel voor
ongevallen niet wordt nageleefd.
7.2. Opwarmen
Schakel de verwarming in. Druk daar-
voor op de rode tuimelschakelaar met
de aanduiding “HEAT“. De tuimelscha-
kelaar gaat branden en signaleert zo,
dat de verwarming in werking gesteld
is. Tegelijkertijd signaleert het oplichten
van het gele controlelampje het opwar-
mingsproces. Het opwarmen van het
verwarmingsblok kan afhankelijk van
de ingestelde temperatuur tot 5 minu-
ten duren.
Zodra het gele controlelampje dooft, is
het opwarmingsproces van het verwar-
mingsblok voltooid en de ingestelde
temperatuur bereikt. Als de tempera-
tuur in het verwarmingsblok daalt, dan
wordt het automatisch opnieuw opge-
warmd. Dit wordt gesignaleerd door het
oplichten van het gele controlelampje.
7. BEDIENIN G VA N DE VO LCA NO C L AS S I C
De verdampingstemperatuur schom-
melt bij de aangegeven waarden door
het opwarmings- en afkoelproces van
het verwarmingsblok altijd met ± 5°C
(± 9°F). Dus bijv. bij niveau 6 van 185°C
tot 195°C (365°F tot 383°F). Selecteer de
gewenste temperatuur met de draaiknop
van de temperatuurregelaar.
Verdampingstemperatuurtabel
7.3. Temperatuurinstelling
233
de
en
fr
es
it
nl