96
NL
11.4 Verlichting inschakelen
Wanneer het verlichtingssymbool
32
op
het display
2
zichtbaar is, kunt u de binnen-
ruimteverlichting in- en uitschakelen:
• Druk op de verlichtingstoets
32
om
de verlichting in of weer uit te schake-
len.
• Het verlichtingssymbool
32
knippert
terwijl de verlichting is ingeschakeld.
• Na ca. 2 minuten schakelt de verlich-
ting automatisch uit.
11.5 Handmatige
instellingen
Terwijl het apparaat
1
is ingeschakeld, zijn
de temperatuurtoetsen
+/–
22
en de tijd-
toetsen
+/–
29
zichtbaar. Daarmee kunt
u altijd de instellingen voor de temperatuur
en de gaartijd veranderen, bijv. ook wan-
neer een programma al in werking is.
• Met de temperatuurtoetsen
+/–
22
stelt u de temperatuur in tussen 40 °C
en 200 °C:
- Druk kort voor stappen van 5 °C.
- Houd deze ingedrukt om snel voor-
uit/achteruit te gaan.
• Met de tijdtoetsen
+/–
29
stelt u de
gaartijd in tussen 1 en 60 minuten:
- Druk kort voor stappen van 1 minuut.
- Houd deze ingedrukt voor stappen
van 5 minuten.
AANWIJZING:
wanneer het programma
Drogen
is gekozen, kan de temperatuur
tot slechts maximaal 80 °C worden inge-
steld. De gaartijd kan worden ingesteld tus-
sen 2 (
02:00
) en 24 (
24:00
) uur in
stappen van 30 minuten.
11.6 Rotatiefunctie
inschakelen
Wanneer het rotatiesymbool
30
op het
display
2
zichtbaar is, kunt u de rotatiefunc-
tie handmatig in- en uitschakelen:
• Druk op de rotatietoets
30
om de ro-
tatiefunctie in of weer uit te schakelen.
• Het rotatiesymbool
30
knippert ter-
wijl de rotatiefunctie is ingeschakeld.
AANWIJZINGEN:
• Wanneer het programma Draaispit
is ingesteld, wordt de rotatiefunctie au-
tomatisch ingeschakeld.
• Wanneer u het draaispit
10
of de
draaimand
12
met een ander program-
ma gebruikt, schakelt u de rotatiefunctie
handmatig in.
11.7 Programma's gebruiken
Voor veel levensmiddelen en typen bereidin-
gen beschikt het apparaat over vooraf inge-
stelde programma's. Wanneer u een
programma kiest, kunt u bovendien altijd de
volgende instellingen uitvoeren:
-
Temperatuur
-
Gaartijd
-
Rotatiefunctie in-/uitschakelen
1. Bereid de levensmiddelen voor en
plaats deze met de passende accessoi-
re in het apparaat (zie “Gebruik van de
accessoires” op pagina 87).
2. Kies het gewenste programma (zie “Een
overzicht van de programma's” op
pagina 86) en raadpleeg de gaartabel
(zie “Gaartabel” op pagina 89).
3. Schakel het apparaat in met de start-/
stoptoets
31
.
4. Druk op de gewenste programma-
toets
33
. Het overeenkomstige sym-
bool knippert.
5. Voer de instellingen van de temperatuur
en de gaartijd evt. handmatig in.
__351606_2007_B8.book Seite 96 Dienstag, 8. Dezember 2020 2:41 14