NEDERLAND
43
6. Doe de filterhouder (9) in de afgiftegroep
(14) en bevestig deze met een beweging
van links naar rechts tot deze vastzit. De
handgreep van de filterhouder dient zich
rechts te bevinden.
7. Doe de stekker (19) in een geschikt
stopcontact
(zie
hoofdstuk
Waarschuwingen
punt 1).
Inbedrijfstelling
Met deze procedure kan het hydraulische circuit
voorbereid worden voor een optimaal gebruik
van het apparaat. Aangeraden wordt de
volgende procedure te volgen iedere keer dat
het apparaat voor het eerst gebruikt wordt.
1.
Controleer wat beschreven wordt in
het hoofdstuk
Voorbereiding van de
espressokoffiemachine:
2. Zet de hoofdschakelaar (1) op stand
I
.
Het rode inschakelcontrolelampje gaat
branden.
3. Wacht tot het groene controlelampje (3) gaat
branden.
4. Open de knop van het stoomkraantje (7)
langzaam tegen de klok in, om de valse
druk af te laten, die veroorzaakt wordt door
de lucht die in de ketel achtergebleven is.
Draai deze weer met de klok mee dicht en
wacht tot het groene controlelampje (3) weer
gaat branden. Het groene controlelampje (3)
geeft de juiste druk in de ketel aan (ongeveer
1,2 bar), wat ook gecontroleerd kan worden
op de bijgeleverde manometer (25).
Opmerking:
Het groene controlelampje (3)
dat aanduidt dat de juiste druk bereikt is,
blijft tijdens de verwarmingsfase automatisch
uit- en aangaan. Na het apparaat te hebben
aangezet, wordt voor de eerste kop koffie
aangeraden 12/15 minuten voor de ideale
verwarming te wachten, terwijl het apparaat
voor de volgende kopjes altijd klaar is.
5. Zet een leeg kopje onder de afgiftegroep
(14) zonder koffie in de filterhouder (9) te
doen en haal de afgiftehendel (2) over door
deze helemaal naar boven en naar beneden
te bewegen. Herhaal de operatie en vul het
kopje hierdoor helemaal met water.
Wat u moet weten
1. De smaak van de espresso hangt af van de
hoeveelheid en het soort gebruikte koffie.
De bijzondere smaak van een koffieboon
hangt van verschillende factoren af, maar de
smaak ervan en het aroma zijn het resultaat
van het brandingsproces. De koffiebonen die
gedurende een langere tijd en bij hogere
temperaturen gebrand zijn, zijn donkerder
van kleur. Donkerdere koffiebonen geven meer
aroma af dan lichte bonen.
2. Er zijn verschillende kwaliteiten koffie
verkrijgbaar. Iedere soort branding wordt
gekenmerkt door een mengsel van op een
speciale temperatuur gebrande koffiebonen
en met een speciaal type aroma.Er zijn
cafeïnevrije soorten die slechts 2% cafeïne
bevatten. Probeer met uw espressomachine
één van de verschillende in de handel
verkrijgbare soorten koffie uit. U zult
waarschijnlijk een beter aroma ontdekken
dan die van de tot nu toe gebruikte melange.
3. De espressomachines met pomp vereisen een
fijn gemaalde melange. Verzeker u ervan
dat u dit soort melange koopt of laat malen.
Het verdient de voorkeur een koffiemolen te
gebruiken met maalinrichting in plaats van
een koffiemolen met lemmeten, omdat
hierdoor te veel koffiepoeder ontstaat en een
te onregelmatige gemalen melange
verkregen wordt.
4. De echte espresso is te herkennen aan de
donkere kleur, de volle smaak en het typische
crèmelaagje.
5. Cappuccino is een speciale combinatie van
espressokoffie met opgeschuimde warme
melk. Deze kan geserveerd worden met een
beetje kaneel, nootmuskaat of cacao.
6. Serveer de espressokoffie onmiddellijk na
deze gemaakt te hebben.
7. Serveer de espressokoffie in kleine
koffiekopjes en de cappuccino in grotere
koppen.
8. Het ideale zou zijn de koffie vlak voor het
gebruik te malen. Vergeet niet dat de koffie
bij de espressomachine met pomp gemalen
moet worden.
9. Het is raadzaam de gemalen koffie of de
koffiebonen in luchtdicht afgesloten bussen
in de diepvriezer te bewaren. Gemalen koffie
neemt gemakkelijk luchtjes op.