15
NL
Deze handleiding moet (indien nodig) worden vertaald, door de verkoper, in de taal van het land waar de uitrusting wordt gebruikt.
Voor uw veiligheid dient u de gebruiksinstructies, controle-instructies en instructies voor onderhoud en opslag strikt in acht te nemen.
De maatschappij KRATOS SAFETY kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor elk direct of indirect ongeluk dat zich voordoet als gevolg van een
gebruik anders dan het gebruik bedoeld in deze handleiding, gebruik deze uitrusting niet in situaties waarvoor zij niet bedoeld is!
GEBRUIKSAANWIJZING EN VOORZORGSMAATREGELEN:
De intrekbare voorlopige veiligheidslijn KRATOS SAFETY is een verplaatsbare verankeringsvoorziening van tijdelijke aard die voldoet aan de normen
EN 795:2012 klasse C, TS 16 415:2013 klasse C en de Europese richtlijn 89/686 EEG. Deze veiligheidslijn is ontwikkeld om de veiligheid van de geb-
ruikers te garanderen op plaatsen met een valrisico. De veiligheid van de gebruiker hangt af van de constante werkzaamheid van de uitrusting en van het
goede begrip van de instructies in deze handleiding. De veiligheidslijn kan door maximum 2 personen tegelijk worden gebruikt.
Ze bestaat in één versie: FA 60 033 18 - veiligheidslijn met kabel van 18m. Ze is uitgerust met een op de draaggreep gemonteerde spanningsindicator
(zie onderstaande tekening). Een intern energieabsorptiemechanisme beperkt de impact op de verankeringspunten of de structuur tot 11kN, zelfs bij een
val van 2 personen tegelijk, en zelfs als de val plaatsvindt wanneer de veiligheidslijn volledig is uitgerold over 18m (de reservekabel maakt het uitrollen
mogelijk, wat noodzakelijk is voor de absorptie door veroorzaakt wordt bij een val). De veiligheidslijn moet voor de hele gebruiksperiode worden geïn-
stalleerd en vervolgens van de werklocatie worden verwijderd wanneer het niet meer wordt gebruikt, en dit is des te gemakkelijker omdat het systeem
zeer gemakkelijk te installeren en te verwijderen is.
Ze kan in de ATEX-zone gebruikt worden volgens de markering die u op de pagina «Markering» van deze handleiding vindt.
Installatie
:
Controleer vóór de installatie of de verankeringspunten waarop de veiligheidslijn moet worden geïnstalleerd
horizontaal staan onder een hoek van
maximaal 15° ten opzichte van de horizonlijn,
of ze voldoen aan de EN 795:2012-norm bij een weerstand groter dan 22kN en of ze bestand zijn tegen
de krachten die door de veiligheidslijn worden overgedragen in alle mogelijke valcurves (zie onderstaande afbeelding):
Structuren met een kleine diameter en met roestvorming moeten worden vermeden, aangezien deze de prestaties van het apparaat nadelig kunnen
beïnvloeden.
Het is essentieel om vóór installatie rekening te houden met de pijl (
F
) van de veiligheidslijn in geval van een val. Onderstaand overzicht dient hierbij
als voorbeeld:
Geef tijdens de keuze van het installatietype de voorkeur aan situaties waarbij de veiligheidslijn zich boven de schouders van de gebruiker bevindt en
controleer of de uitrusting beschadigd kan worden door scherpe randen, wrijvingen, warmtebronnen, enz.
Aanbevolen wordt om niet meer dan één veiligheidslijn aan een verankeringspunt te bevestigen. Verbind nooit het uiteinde van de veiligheidslijn met
de veiligheidslijn zelf voor een verankering.
Bepaal waar de veiligheidslijn geïnstalleerd moet worden en ga als volgt te werk:
(volg strikt de stappen)
Sluit het verbindingsuiteinde (1a) aan op een ankerpunt (EN795 R> 22kN), controleer of de spanningsinstelhendel (4) in een opvouw-/opbergstand staat,
houd de drukknop (3) ingedrukt en rol de kabel af tot aan het tweede ankerpunt (EN795 R>22kN), laat de drukknop los (zie afbeelding 2): het systeem
vergrendelt automatisch de kabelafwikkeling. Als het systeem de kabelafwikkeling niet vergrendelt, mag de veiligheidslijn niet gebruikt worden. Sluit
de spanningsindicator (2) via het verbindingsstuk (1b) op het tweede verankeringspunt aan. Stel de spanning voor de veiligheidslijn in: klap de span-
ningsinstelhendel (4) uit (zie figuur 1) en draai de spanningsinstelhendel (4) rechtsom totdat de rode spanningsindicatorring (2a) loszit (stop met aan de
zwengel te draaien zodra de ring begint te draaien - het is niet raadzaam om te veel spanning op de lijn te zetten!), klap daarna de spanningsinstelhendel
(4) terug op (zie figuur 2). De veiligheidslijn is klaar voor gebruik.
Denk eraan
om rekening te houden met de valvrijheid van het gebruikte
valbeschermingssysteem. De valvrijheid is dus de som van de pijl van de
veilighei de valvrijheid van het valbeschermingssysteem.
Pijl (F)
Aantal gebruikers
Lengte (L)
1
2
5 m
1.3 m
1.3 m
10 m
1.5 m
1.7 m
15 m
1.7 m
2.2 m
18 m
1.9 m
2.4 m
1a &
1b
Verbindingsstukken (x 2)
2
2a
ISpanningsindicator
Spanningsindicatorring
3
Drukknop
4
Spanningsinstelhendel
5
Kabelwikkel
6
Draaggreep
7
Behuizingen