www.goetze-armaturen.de
Assembly and maintenance instructions - 481/681, 482/682
5
Vervangen van de klepinzet
Type: 681 SP/ 481 SP/ 682 SP/ 482 SP /
681 HP/ 481 HP/ 682 HP/ 482 HP:
1. Kunststofbeschermkap verwijderen; contramoer lossen (niet afschroeven).
2. Veer door draaien van de instelspil tegen de wijzers van de klok in ontspannen.
3. Schroeven of kap gelijkmatig uitdraaien.
4. Kap, veerschotel, instelspil, glijring en veer wegnemen.
5. Met behulp van twee schroevendraaiers de volledige klepinzet uittrekken (afb.
a) en door een nieuwe regeleenheid vervangen. Bij nominale breedte DN65 /
DN80 / DN100 twee tegenover elkaar liggende schroeven weer in de behuizing
schroeven, deze zijn nodig als ondersteuning voor de schroevendraaiers (afb. b).
6. Voor de montage in omgekeerde volgorde te werk gaan. Bij de nominale
afmetingen DN65, DN80 en DN100 moeten de bouten gelijkmatig worden vast-
gedraaid en mag het maximale aanhaalmoment niet worden overschreden! Bij
DN65 en DN80 is het maximale aanhaalmoment 20 Nm, bij DN100 is dit 30 Nm.
Afb. a): Verwijderen en inbouwen van de regeleenheid 681 / 481 / 682 / 482 (DN15
- DN50)
Afb. b): Verwijderen van de regeleenheid 682 / 482 (DN65 - DN100)
Type: 681 LP/ 481 LP/ 682 LP/ 482 LP:
1. Kunststof kap verwijderen, contramoer losdraaien (niet uitschroeven!)
2. Veer door draaien van de instelspil tegen de wijzers van de klok in ontspannen.
3. Kap met vorksleutel losmaken en eruit draaien
4. Veer en glijring verwijderen
5. Met vorksleutel en schroevendraaier de zeskante moer los- en uitdraaien (afb. c)
6. Veerschotel verwijderen
7. Membranen met een schroevendraaier aan de hele omvang van de buitendiame-
ter losmaken en verwijderen (afb. d)
8. Laagdrukadapter met haaksleutel (optionele accessoires) losmaken en uitdraai-
en (afb. e)
4
Onderhoud
Volgens DIN EN 806-5 moet tenminste eenmaal per jaar inspectie en onderhoud
worden uitgevoerd om eventuele defecten te verhelpen die door vervuiling,
corrosie, kalkaanslag of normale slijtage kunnen ontstaan. Afhankelijk van de gebru-
ikscondities moet dit interval worden verkleind.
Bij dit onderhoud moet de zeef worden gereinigd en de klep op correct functioneren
worden gecontroleerd en eventueel worden vervangen. Na lange stilstandtijden
moet de werking van het ventiel gecontroleerd worden.
Opgelet!!!
Bij montagewerkzaamheden aan de reduceerklep moet het betreffende installa-
tiedeel in elk geval drukloos worden gemaakt en naar gelang het medium worden
leeggemaakt. Bij hoge temperaturen moet de afkoeling op omgevingstemperatu-
ur worden afgewacht.