87
8. Montage van de mechaniek
Neem het handboek van de fabrikant met de montageschetsen en begin met de montage van de modelhelikopter in
overeenstemming met de tekeningen vanaf pagina 6.
Pagina 6
Bovenste afbeelding:
Opdat later bij de instelling van de tuimelschijfkoppeling de servohendel van de roll- en pitchservo (GS-093) reeds juist
staan, raden wij u aan om de servo’s voor de montage met behulp van de afstandsbediening in de middelste stand te zetten.
De servohendels moeten dan overeenkomstig de linker tekening horizontaal gemonteerd en van de koppeling (met
kogelkragen) worden voorzien. De niet benodigde armen van het servokruis (grijs getekend) worden afgesneden.
Belangrijk!
Let bij de montage van de bovenste en onderste servohouder op de buiten het midden aangebrachte boringen
voor de servobevestigingsschroeven (zie voorschrift rechtsboven op de afbeelding).
Gebruik bij de opbouw van het model borglak voor elke metalen schroefverbinding.
Onderste afbeelding:
Om bij de montage van de bovenste chassisplaten de bouwonderdelen perfect naar elkaar af te stellen, plaatst u de
hoofdrotoras tegelijk in de kogellagers. Zo verzekert u dat de bouwonderdelen bij het vastschroeven niet schuin tegenover
elkaar staan en dat de rotoras absoluut vlot loopt.
Houd rekening met de verschillende schroeflengtes en voeg de onderlegschijven bij de opname van de schroefkoppen toe.
Pagina 7
Bovenste afbeelding:
Voeg het voorste en achterste chassisbovendeel samen en plaats nick-servo (GS-093). Ook de nick-servo moet voordien
met behulp van de afstandsbediening in de middelste stand zijn gebracht en de servohendel dient horizontaal te worden
gemonteerd (zie tekening links).
Belangrijk!
Bij de nick-servo wordt een koppeling zonder kogelkraag gemonteerd.
Onderste afbeelding:
Monteer het motorrondsel op de motoras en stel voor het vastschroeven een afstand van 4,5 mm tot de motor in.
De motorbevestigingsschroeven M3 x 6 mogen op dit moment slechts zo sterk worden aangespannen dat de motor nog op
de drager kan worden verschoven.
De motor moet zodanig op de motordrager worden gezet dat de motoraansluitkabels naar achter zijn gericht (zie
ook onderste afbeelding pagina 13).
Pagina 8
Bovenste afbeelding:
Monteer het chassisbenedendeel overeenkomstig de schets. Houd in deze montagefase rekening met de verschillende
schroeflengtes en bouwvormen.
Onderste afbeelding:
Plaats bij het samenvoegen van het bovenste en onderste chassisonderdeel de hoofdrotoras opnieuw terug, opdat de beide
bouwgroepen perfect naar elkaar zijn gericht en de rotoras vlot loopt.