211
NEDERLANDS
2
Verander het scherm in het luidsprekerconfiguratiescherm.
ENTER
SHIFT
Center Sp.
Front Sp.
Subwoofer
Surround Sp. A
Surround back Sp.
Surround Sp. B
OPMERKING:
• Kies “Large” of “Small” niet op basis van het eigenlijke formaat van de luidspreker, maar op basis van zijn
capaciteit om laagfrequente signalen weer te geven (lage tonen met lagere frequentie dan de frequentie
die is ingesteld in de crossover-frequentiestand). Als u deze niet kent, kunt u de geschikte instelling bepalen
door de klank van beide instellingen te vergelijken (met een laag volumeniveau om de luidsprekers niet te
beschadigen).
3
Stel in welke luidsprekers zijn
aangesloten en kies de
formaatparameters voor de
aangesloten luidsprekers.
• Om de luidspreker te
selecteren
BAND
MODE
TUNING
TUNING
• Om de parameter te
selecteren
BAND
MODE
TUNING
TUNING
4
Druk op de ENTER-toets om de instelling te voltooien.
ENTER
SHIFT
•
Voorbereidingen
Large (groot) .....Kies deze instelling wanneer u luidsprekers gebruikt die voldoende vermogen hebben om
basgeluid weer te geven onder de frequentie die is ingesteld als crossover-frequentie.
Small (klein) ......Kies deze instelling wanneer u luidsprekers gebruikt die onvoldoende vermogen hebben
om basgeluid weer te geven onder de frequentie die is ingesteld als crossover-frequentie.
In deze stand wordt basgeluid met een frequentie die lager is dan de ingestelde crossover-
frequentie naar de subwoofer gestuurd.
Wanneer u deze instelling kiest, worden de frequenties die lager zijn dan de ingestelde
crossover-frequentie toegewezen aan de subwoofer.
None
(geen)
…… Kies deze stand wanneer geen luidsprekers zijn geïnstalleerd.
Yes/No
(ja/nee)
… Kies “Yes” wanneer een subwoofer is geïnstalleerd, “No” wanneer geen subwoofer is
geïnstalleerd.
2spkrs/1spkr .....Stel het aantal luidsprekers in dat moet worden gebruikt voor het surround-achterkanaal.
Als de capaciteit van de subwoofer voor het weergeven van lage frequenties voldoende is, kan zelfs een
goede geluidskwaliteit worden bekomen wanneer “Small” wordt ingesteld voor de voorste, midden- en
surroundluidsprekers.
Bij de meeste luidsprekerconfiguraties zullen de instellingen SMALL voor de vijf hoofdluidsprekers en
Subwoofer Aan met een aangesloten subwoofer de beste resultaten opleveren.
Dit scherm wordt getoond wanneer u zowel de surroundluidsprekers A als B gebruikt.
• Kies op dit scherm welke surroundluidsprekers moeten worden gebruikt in de verschillende surroundstanden.
Selecteren van de surroundluidsprekers voor de verschillende surroundstanden
1
Wanneer “Large” of “Small” is ingesteld voor beide
luidsprekersystemen A en B op het systeeminstelmenu
(wanneer u zowel surroundluidsprekers A als B gebruikt),
verschijnt het surroundluidspreker-instelscherm.
Selecteer welke surroundluidsprekers moeten worden
gebruikt in de verschillende surroundstanden.
• Om de surroundstand te kiezen
BAND
MODE
TUNING
TUNING
• Om de surroundluidspreker te kiezen
A:
Wanneer u surroundluidsprekers A gebruikt
B:
Wanneer u surroundluidsprekers B gebruikt
A+B: Wanneer u zowel surroundluidsprekers A als B gebruikt
BAND
MODE
TUNING
TUNING
Instelling van het type luidspreker wanneer u zowel surroundluidsprekers A als B gebruikt.
Als “Small” wordt ingesteld voor een van de surroundluidsprekers A of B, is de uitvoer dezelfde als wanneer
“Small” wordt ingesteld voor zowel A als B.
2
Voer de instelling in.
Wanneer “Front” op “Large” wordt ingesteld en “Subwoofer” op “Yes”, stelt u de
schakelaars in op de subwoofer-modus.
ENTER
SHIFT
Instellen van de crossover-frequentie en de subwooferstand
1
Kies de stand “Crossover Frequency”.
BAND
MODE
TUNING
TUNING
3
Voer de instelling in.
Het systeeminstelmenu verschijnt opnieuw.
ENTER
SHIFT
Dit scherm wordt getoond bij gebruik van een subwoofer.
• Stel de crossover-frequentie en de subwooferstand in overeenkomstig het gebruikte luidsprekersysteem.
Kies de frequentie.
BAND
MODE
TUNING
TUNING
2
Kies de “Subwoofer Mode”.
BAND
MODE
TUNING
TUNING
Kies de instelling.
BAND
MODE
TUNING
TUNING