212
NEDERLANDS
OPMERKINGEN:
— Toewijzing van lagefrequentiesignaalbereik —
• De enige signalen die worden voortgebracht via het subwooferkanaal zijn LFE-signalen (tijdens de
weergave van Dolby Digital- of DTS-signalen) en het lagefrequentiesignaalbereik van kanalen die in het
instelmenu zijn ingesteld op “SMALL”. Het lagefrequentiesignaalbereik van kanalen die zijn ingesteld op
“LARGE” wordt voortgebracht via die kanalen.
— Crossover-frequentie —
• Wanneer “Subwoofer” is ingesteld op “Yes” in de “Speaker Configuration Setting”, stel dan de frequentie
(Hz) in waaronder het basgeluid van de verschillende luidsprekers moet worden uitgevoerd via de
subwoofer (de crossover-frequentie).
• Voor luidsprekers die zijn ingesteld op “Small” wordt geluid met een frequentie die lager is dan de
crossover-frequentie afgesneden en wordt het afgesneden basgeluid uitgevoerd via de subwoofer.
OPMERKING
: Voor gewone luidsprekersystemen raden wij aan de crossover-frequentie in te stellen op
80 Hz. Wanneer u echter kleine luidsprekers gebruikt, kan het instellen van een hoge
crossover-frequentie de respons voor frequenties in de buurt van de crossover-frequentie
verbeteren.
— Subwooferstand —
• De instelling van de subwooferstand geldt alleen wanneer “LARGE” is ingesteld voor de voorste
luidsprekers en “YES” voor de subwoofer in de instellingen van de “Speaker Configuration”
(luidsprekerconfiguratie) (zie blz. 210).
• Wanneer de weergavestand “LFE+MAIN” is gekozen, wordt het lagefrequentiesignaalbereik van de
kanalen die zijn ingesteld op “LARGE” gelijktijdig via die kanalen en het subwooferkanaal voortgebracht.
In deze weergavestand breidt het lagefrequentiebereik zich eenvormiger uit in de kamer, maar kan -
afhankelijk van de afmetingen en de vorm van de kamer - interferentie resulteren in een vermindering van
het werkelijke volume van het lagefrequentiebereik.
• In de weergavestand “LFE” wordt het lagefrequentiesignaalbereik van het kanaal dat is ingesteld op
“LARGE” alleen via dat kanaal weergegeven. Bijgevolg is het lagefrequentiesignaalbereik dat wordt
weergegeven via het subwooferkanaal alleen het lagefrequentiesignaalbereik van LFE (alleen tijdens de
weergave van Dolby Digital- of DTS-signalen) en het kanaal dat is ingesteld op “SMALL” in het instelmenu.
• Kies de weergavestand die zorgt voor een volle weergave van de lage tonen.
• Wanneer de subwoofer op “Yes” is ingesteld, worden de lage tonen via de subwoofer gestuurd, ongeacht
de instelling van de subwoofer-modus in alle surround-modi behalve Dolby/DTS.
Stel de bedrijfsstand voor digitale signalen in voor weergave in de surroundstanden 6,1 SURROUND en DTS-ES.
Instellen van SB CH Auto Flag Detect
1
Kies “SB CH Auto Flag Deterct” in het
systeeminstelmenu en druk op de ENTER-
toets.
BAND
MODE
TUNING
TUNING
ENTER
SHIFT
Instelling
q
Auto Flag Detect Mode (AFDM)
ON:
Deze functie werkt alleen voor bronnen die DTS-ES of 6.1-kanaals surround-identificatiesignalen
bevatten. Wanneer deze functie wordt gebruikt, worden bronnen die zijn opgenomen in 6.1-kanaals
surround of DTS-ES automatisch weergegeven in de 6.1-kanaals surroundstand via de surround-
achterluidspreker(s). (Zie
w
voor de weergavemethode met de surround-achterluidspreker in dit
geval.)
OFF:
Kies deze instelling om normale 5.1-kanaalsbronnen of bronnen die niet de hierna beschreven
identificatiesignalen bevatten weer te geven in de 6.1-kanaalsstand.
OPMERKINGEN:
• Het instelscherm “SB CH Auto Flag Detect” verschijnt wanneer de surround-achterluidspreker op “Large”
of “Small” staat in “Speaker Configuration”.
• U kunt de surround-achterluidsprekers tevens in- en uitschakelen met behulp van de instelling “6,1/7,1
Surround”. (Zie bladzijde 229.)
2
Kies de gewenste instelling.
Wij raden u aan de instelling
“OFF” te kiezen.
Met de instelling “ON”
wordt de bedrijfsstand voor
software waarvoor geen
identificatiesignalen zijn
opgenomen ingesteld.
BAND
MODE
TUNING
TUNING
3
Voer de instelling in.
Het menu System Setup verschijnt
opnieuw.
ENTER
SHIFT
• Voer de afstand in van de luisterpositie tot de verschillende luidsprekers om de vertragingstijd voor de
surroundstand in te stellen.
• De vertragingstijd kan afzonderlijk worden ingesteld voor surroundluidsprekers A en B.
Instellen van de vertragingstijd
Voorbereidingen:
Meet de afstanden van de luisterpositie tot de luidsprekers (L1 tot L5 op
de afbeelding rechts).
L1:
Afstand van de middenluidspreker tot de luisterpositie
L2:
Afstand van de voorste luidsprekers tot de luisterpositie
L3:
Afstand van de surroundluidsprekers tot de luisterpositie
L4:
Afstand tussen surround-achterluidsprekers en luisterpositie
L5:
Afstand van de subwoofer tot de luisterpositie
L
1
L
2
L
5
L
3
L
4
Midden
FR
FL
Subwoofer
SL
Luisterpositie
SR
SBR
SBL
1
Selecteer “Delay Time” (vertragingstijd) in het
systeeminstelmenu.
BAND
MODE
TUNING
TUNING
w
Non-Flag Source SBch Output
MTRX ON:
Bronnen worden weergegeven met de surround-achterluidspreker(s). Het surround-
achterkanaal wordt weergegeven met digitale matrix-verwerking.
NON-MTRX:
Bronnen worden weergegeven met de surround-achterluidspreker(s). Dezelfde signalen als
die van het surroundkanaal worden uitgevoerd via de surround-achterluidspreker(s).
OFF:
Bronnen worden weergegeven zonder de surround-achterluidspreker(s).
2
Verander het scherm in het vertragingstijdscherm.
ENTER
SHIFT
Voorbeeld:
Als gekozen is voor “Meters”
3
Selecteer de gewenste eenheid, meter of voet.
Selecteer (markeer) de gewenste eenheden, “Meters” of
“Feet”.
BAND
MODE
TUNING
TUNING