18
WISSELSTROOMWERKING
3.
Zet de motor aan en vergewis u ervan dat de
uitgangsspanning-controlelamp (groen) brandt.
4. Sluit het toestel aan.
De meeste elektronische toestellen vereisen meer dan hun
nominaal vermogen om op te starten.
Is de generator overbelast (meer dan 2.000 VA) of is er een kortsluiting
in een verbonden toestel, dan zal de controlelamp overbelasting (rood)
branden. De controlelamp overbelasting (rood) blijft branden en na
ongeveer vier seconden zal/zullen het/de aangesloten toestel(len) geen
stroom meer krijgen en zal de controlemap uitgangsspanning (groen)
uit gaan. Zet de motor uit en onderzoek wat het probleem is.
Bepaal of de oorzaak een kortsluiting in een aangesloten toestel is of een
overbelasting. Los het probleem op en herstart de generator.
Voordat u een toestel op de generator aansluit, vergewis u ervan dat het
in orde is en dat de elektrische nominale waarde ervan niet hoger is
dan die van de generator. Start de generator en sluit de
elektriciteitskabel van het toestel aan.
Wanneer een elektrische motor wordt aangezet, kan het zijn dat de
controlamp overbelasting (rood) gaat branden. Dit is normaal als de
controlelamp overbelasting (rood) na ongeveer vier (4) seconden
uitgaat. Blijft de controlelamp overbelasting (rood) branden,
raadpleeg dan uw generatorverkoper.
CONTROLELAMP
UITGANGSSPANNING
(GROEN)
CONTROLELAMP
OVERBELASTING (ROOD)