27
DE MOTOR STARTEN
DE MOTOR STARTEN
Voor uw veiligheid, stel de generator niet in werking in een gesloten
ruimte, zoals een garage. De uitlaatgassen van uw generator
bevatten giftig koolstofmonoxidegas dat zich snel kan opstapelen in
een gesloten ruimte en tot ziekte of dood kan leiden.
Uitlaatgassen bevatten giftig koolstofmonoxidegas dat in gesloten
ruimtes tot gevaarlijke niveaus kan oplopen.
Het inademen van koolstofmonoxide kan bewustzijnsverlies of de dood
tot gevolg hebben. Laat de generator nooit werken in een gesloten of
zelfs gedeeltelijk gesloten ruimte waar personen aanwezig zijn.
L e e s W I S S E L S T R O O M W E R K I N G
of GELIJKSTROOMWERKING
om
belastingen op de generator aan te sluiten.
1. Voer de CONTROLE VOOR DE WERKING uit.
2. Zorg ervoor dat alle toestellen die op de generator aangesloten zijn,
uitgezet zijn.
3. Om een koude motor aan te zetten, zet de gashendel in de GESLOTEN
stand.
Om een warme motor opnieuw aan te zetten, laat de gashendel in de
OPEN stand.
4. Zet de motorschakelaar in de ON-stand.
5. Trek voorzichtig aan de starterhendel totdat u weerstand voelt,
trek daarna kordaat.
Laat de starterhendel niet tegen de motor terugspringen. Breng hem
voorzichtig terug om schade aan de starter of behuizing te voorkomen.
6. Als de gashendel in de GESLOTEN stand was gezet om de motor
aan te zetten, zet hem dan voorzichtig in de OPEN stand terwijl de
motor opwarmt.
7. Wenst u het gassysteem te gebruiken, draai dan de gasschakelaar
in de ON-stand nadat de motor 2 tot 3 minuten is opgewarmd.
8. Lees WISSELSTROOMWERKING of GELIJKSTROOMWERKING
om belastingen op de generator aan te sluiten.