17
WISSELSTROOMTOEPASSINGEN
Voordat u een toestel of stroomsnoer op de generator aansluit:
z
Vergewis u ervan dat het in goede conditie is. Defecte toestellen
of stroomsnoeren kunnen aanleiding geven tot een elektrische
schok.
z
Als een toestel abnormaal begint te werken, traag wordt of plots
stopt, zet het dan meteen uit. Ontkoppel het toestel en zoek uit of
het probleem bij het toestel ligt of dat het nominale
belastingsvermogen van de generator werd overschreden.
z
Zorg ervoor dat de elektrische nominale waarde van het werktuig of
het toestel niet hoger is dan die van de generator. Overschrijd nooit
de maximale vermogenswaarde van de generator.
Vermogensniveaus tussen de nominale waarde en de maximale
waarde mogen niet langer dan 30 minuten worden gebruikt.
Bij een grote overbelasting zal de motor uitvallen. Bij
overschrijding van de tijdslimiet voor werking op maximaal
vermogen of lichte overbelasting van de generator zal de motor
misschien NIET uitvallen, maar zal de levensduur van de generator wel
worden verkort.
Beperk werking op maximaal vermogen tot 30 minuten.
Maximaal vermogen is:
2.000W
Voor continue werking het nominale vermogen niet
overschrijden. Het nominale vermogen is:
1.600W
In alle gevallen moeten de totale vermogensvereisten (VA) van alle
aangesloten toestellen in acht worden genomen. Fabrikanten van
toestellen en werktuigmachines zetten de waarde-informatie naast
het modelnummer of het serienummer.