25
BRANDSTOF BIJVULLEN
Als de motor uitstaat, verwijder de brandtoftankdop en controleer het
brandstofpeil. Vul de brandstoftank bij als het brandstofpeil laag is. Vul
voorzichtig om te vermijden dat u brandstof morst. Vul niet boven de
markering van het maximumpeil.
Benzine is uiterst ontvlambaar en explosief.
U kunt verbrand of ernstig gewond geraken bij de omgang met
brandstof.
Stop de motor en houd hitte, vonken en vlammen uit de buurt.
z
Hanteer brandstof alleen buitenshuis.
z
Veeg gemorste brandstof onmiddellijk weg.
Vul brandstof bij in een goed geventileerde ruimte met de motor
uitgezet. Wanneer de motor gewerkt heeft, laat hem dan eerst afkoelen.
Vul voorzichtig bij om te vermijden dat er brandstof wordt gemorst. Vul
niet boven het merkteken van het maximumpeil. Na het bijvullen van
de brandstof, draai de brandstoftankdop stevig vast.
Vul nooit brandstof bij binnen een gebouw waar benzinedampen in
contact kunnen komen met vlammen of vonken. Houd benzine
verwijderd van verklikkerlampjes van toestellen, barbecues,
elektrische apparatuur, gereedschapswerktuigen, enz.
Gemorste brandstof vormt niet alleen een gevaar voor brand, maar
veroorzaakt ook milieuschade. Veeg gemorste brandstof meteen weg.
Brandstof kan verf en kunststoffen beschadigen. Mors geen
brandstof bij het vullen van uw brandstoftank. Schade veroorzaakt
door gemorste brandstof wordt niet gedekt door de waarborg.