13
AARDAANSLUITING
De aardaansluiting van de generator is verbonden met het frame
van de generator, de metalen niet-stroomgeleidende delen van de
generator en de aardaansluitingen van elke contactdoos.
Voordat u de aardaansluiting gebruikt, raadpleeg een erkende
elektricien, controleur of plaatselijke dienst die op de hoogte zijn van
de plaatselijke wetten of verordeningen die van toepassing zijn op het
beoogde gebruik van de generator.
GASSCHAKELAAR
Het gassysteem vermindert automatisch de motorsnelheid wanneer
alle belastingen uitgezet of afgekoppeld zijn. Wanneer er toestellen
worden aangezet of opnieuw aangekoppeld, keert de motor terug
naar de juiste snelheid om de elektrische belasting te voeden.
Als hoge elektrische belastingen tegelijk worden aangesloten, zet dan
de gasschakelaar in de OFF-stand om de spanningsveranderingen te
verminderen.
Gebruikt u de gelijkstroomuitgang, zet de gasschakelaar dan in de
OFF-stand.
ON:
Aanbevolen om het brandstofverbruik te beperken en de
UITGANGSSPANNINGS-
CONTROLELAMP (GROEN)
OVERBELASTINGS-
CONTROLELAMP (ROOD)
OLIEPEILLAMP (ROOD)
AARDAANSLUITING