15
GEBRUIK VAN DE GENERATOR
VERBINDINGEN MET EEN ELEKTRISCH SYSTEEM IN EEN GEBOUW
Verbindingen voor reservevermogen met het elektrisch systeem in
een gebouw moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerde
elektricien. De verbinding moet het generator v e r m o g e n i s o l e r e n
v a n h e t n u t s v e r m o g e n , e n m o e t i n o v e r e e n s t e m m i n g z i j n m e t
alle toepasselijke wetten en elektrische codes.
Slechte verbindingen met het elektrisch systeem in een gebouw
kunnen ertoe leiden dat de elektrische stroom van de generator in
de nutsleidingen komt. Daardoor kunnen arbeiders van een
nutsbedrijf of anderen die in contact komen met de leidingen
tijdens een stroomafgifte worden geëlektrocuteerd, en de
generator kan exploderen, verbranden of brand veroorzaken
wanneer de nutsstroom wordt hersteld. Raadpleeg het nutsbedrijf of
een gekwalificeerde elektricien.
AARDINGSSYSTEEM
Draagbare generatoren hebben een aardingssysteem dat de
elementen van het generatorframe met de aardaansluitingen in de
wisselstroomuitgangsspanningscontactdozen verbindt. Het
aardingssysteem is niet verbonden met de
wisselstroomneutraalgeleider. Als de generator met een
contactdoostester wordt getest, zal die niet dezelfde
aardingscircuitconditie tonen als voor een woningcontactdoos.
BIJZONDERE VEREISTEN
Houd alle koelopeningen open en vrij van puin, modder, water, enz.
De koelopeningen bevinden zich op het zijpaneel, het
bedieningspaneel en onderaan de generator . A l s d e k o e l o p e n i n g e n
g e b l o k k e e r d z i j n , k a n d e g e n e rator oververhit geraken en kunnen
de motor, de gelijkstroom-wisselstroomomzetter of de wikkelingen
beschadigd worden.