12
GASHENDEL
De choke wordt gebruikt om het juiste startmengsel aan te voeren
wanneer de motor koud is. Hij kan worden geopend en gesloten
door manuele bediening van de gashendel. Zet de gashendel in de
GESLOTEN stand om het mengsel te verrijken voor koudstart.
UITGANGSSPANNINGCONTROLELAMP
De uitgangsspanningcontrolelamp (groen) brandt wanneer de generator
normaal werkt. Ze geeft aan dat de generator elektrische stroom
produceert aan de contactdozen.
OVERBELASTINGSCONTROLELAMP
Is de generator overbelast (meer dan 2.000W) of is er een kortsluiting
in een aangesloten toestel, dan gaat de overbelastingscontrolelamp
(rood) AAN. De overbelastingscontrolelamp (rood) blijft AAN en na
ongeveer vier seconden zal de stroom op het/de aangesloten
toestel(len) uitgeschakeld worden. De uitgangsspanningscontrolelamp
(groen) zal UIT gaan.
OLIEALARMSYSTEEM
Het oliealarmsysteem is ontworpen om motorschade door
onvoldoende olie in het carter te voorkomen. Voordat het oliepeil in
het carter kan zakken onder een veilige limiet, gaat de oliealarmlamp
branden en zal het oliealarmsysteem de motor automatisch uitzetten
(de motorschakelaar blijft in de ON-stand).
Als de motor stopt of de oliealarmlamp gaat branden wanneer u aan
de starthendel trekt, controleer dan het motoroliepeil.
OPEN
CLOSED
CHOKE LEVER