12
CV
Elektrische aansluiting
Mechanische montage
Onderhoud
Oververhitting
1.
2.
3.
5.
6.
7.
:
SEMKO 111 FA 1982 /
/ EN 61000-6-2
.
8.
9.
10.
11.
H
4.
EN 60335-1 / EN 60335-2-30
/ EN 61000-6-3 / EN 61000-3-11
.
De kanaalverwarmer is ontwikkeld om te werken op éénfase-wisselstroom en is verkrijgbaar in verschillende versies, met of zonder
ingebouwde bedieningsapparatuur.
De kanaalverwarmer moet op het net worden aangesloten met een vast gemonteerde ronde kabel. Kabeldoorvoeren moeten van een
zodanig type zijn dat de IP-code van de verwarmer in stand wordt gehouden. De standaarduitvoering is IP43. Beschermingsklasse
IP55 kan op verzoek worden geproduceerd, dit blijkt dan uit het typeplaatje op het deksel van de verwarmer. De uitvoering IP55
wordt geleverd met in de fabriek gemonteerde kabeldoorvoeren.
Een meerpolige verbreker moet in de vaste installatie worden opgenomen.
De installatie moet worden uitgevoerd door een bevoegde elektriciën.
De kanaalverwarmer heeft het S-merk, CE-merk, EMC-merk en is geconstrueerd conform de volgende normen
De kanaalverwarmer is voorzien van twee oververhittingsbeveiligingen (waarvan een handmatig gereset), afgezien van het voorkomen
van oververhitting bij een te lage lucht-flow voorkomt dit ook oververhitting bij een storing in de installatie.
In de zekeringenkast of in de serviceruimte is een tekening aangebracht die de werking van de kanaalverwarmer aangeeft en de
plaats in het gebouw waar deze zich bevindt, alsmede noodzakelijke aanwijzingen over de maatregelen die moeten worden genomen
indien de oververhittingsbeveiliging in werking treedt.
Aangezien het sensorcircuit voor de verwarmer van type
en -1PTU/-1PTUL, niet galvanisch is gescheiden van de
vermogensvoeding van de verwarmer, moeten de sensors en potentiometers voor het instellen van de richtwaarden worden
geïnstalleerd alsof ze netspanning voeren.
Dit product is niet bedoeld om door kinderen te worden gebruikt of door personen met verminderde lichamelijke of mentale vermogens
of gebrek aan ervaring en vakmanschap, ingeval geen aanwijzingen zijn gegeven aangaande de toepassing van het product aan een
persoon met verantwoordelijkheid voor de veiligheid of dat deze persoon de handhaving hiervan bewaakt.
Kinderen moeten onder toezicht worden gehouden zodat ze niet met het product kunnen spelen.
et moet niet mogelijk zijn om de verwarer van voedingsspanning te voorzien behalve als de bijbehorende ventilator vooraf is
ingeschakeld of gelijkertijd wordt ingeschakeld. Bovendien moet het niet mogelijk zijn om de bijbehorende ventilator uit te schakelen,
behalve als de voedingsspanning naar de verwarming vooraf is uitgeschakeld of gelijkertijd wordt uitgeschakeld.
De luchtsnelheid door de verwarming moet minimaal 0,5 m/s zijn
-1PTEM/-1PTEML
1.
2.
3.
.
De kanaalverwarmer is aangepast om ingeschoven te kunnen worden in een standaard spirokanaal. Montage in het kanaalsysteem
gebeurt met schroeven.
De luchtrichting door de kanaalverwarmer moet de pijl volgen op de zijde van de koppelingsschuif (moet de pijl, op de zijde)
De kanaalverwarmer kan worden gemonteerd in een horizontaal of vertikaal kanaal. De kanaalverwarmer mag alleen worden aan-
gesloten op kanalen die zijn gemaakt van onbrandbaar materiaal dat bestand is tegen hoge en lage temperaturen. De koppelings-
schuif mag naar keuze omhoog of binnen een hoek van 90° naar opzij worden gepositioneerd. Montage met de koppelingsschuif
naar beneden is
toegestaan.
NIET
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
.
De opening naar de ruimte moet zijn voorzien van een goed vastgezet rooster of
aanzuigopening die bescherming geeft tegen het aanraken van het verwarmingselement.
In de onmiddellijke nabijheid van de uitblaasopening moet zich een waarschuwingstekst bevinden tegen het afdekken van deze
opening.
De afstand van (naar) de verwarming naar (van) een kanaalbocht, klep, filter, enzovoort moet minimaal twee keer de diameter van
het kanaal zijn. Wanneer dit niet het geval is, bestaat het risico dat de luchtstroom door de verwarming niet gelijkmatig stroomt
waardoor het uitschakelmechanisme voor oververhitting wordt ingeschakeld.
Bijvoorbeeld: CV 10 geeft een afstand die minstens 200mm moet zijn, CV 16 geeft minstens 320mm, enz.
De kanaalverwarmer moet geïsoleerd worden volgens de geldende voorschriften voor ventilatiekanalen. De isolatie moet worden
uitgevoerd in onbrandbaar isolatiemateriaal. De isolatie mag het deksel niet verbergen, aangezien het typeplaatje zichtbaar moet
zijn en het deksel eraf gehaald moet kunnen worden. De isolatie mag ook geen koellichamen of de kant van de aansluitkast waar
de SCR's (Triac's) zijn bevestigd, afdekken
De kanaalverwarmer moet toegankelijk zijn voor demontage en inspectie.
De afstand van de plaatijzeren afdekking van de kanaalverwarmer tot hout of ander brandbaar materiaal mag
minder zijn
dan 30mm.
.
.
NIET
Max. toelaatbare omgevingstemperatuur is 30°C
Max toelaatbare uitgaande luchttemperatuur is 50°C
Normaal is er geen onderhoud nodig, behalve een periodieke controle van de werking.
1.
2.
3.
4.
Indien de handmatig te resetten oververhittingsbeveiliging is geactiveerd, moet het volgende in acht worden genomen:
Uitsluitend een bevoegde elektricien mag het deksel van de aansluitkast openen.
De voedingsspanning moet worden losgekoppeld.
Onderzoek wat de oorzaak is dat de oververhittingsbeveiliging is geactiveerd.
Wanneer de storing is verholpen, kan de oververhittingsbeveiliging worden gereset.
Summary of Contents for CV Series
Page 21: ...CV E MTEM R 21...
Page 23: ...CV E MTEM R 23...
Page 35: ...CV E MTEM R 35...
Page 39: ...CV E MTEM R 39 RU CV E R...
Page 62: ...CV M MTU MTX MTP 22...
Page 67: ...CV M MTU MTX MTP 27 CV 1MTUL 230V...
Page 88: ...CV M MTU MTX MTP 48 RU CV M...
Page 89: ...CV M MTU MTX MTP 49...
Page 90: ...CV M MTU MTX MTP 50...
Page 91: ...CV M MTU MTX MTP 51...
Page 116: ...24 CV...
Page 126: ...34 CV...
Page 139: ...47 CV...
Page 151: ...59 CV...
Page 183: ...31 CV...
Page 187: ...35 CV...
Page 191: ...39 CV...
Page 198: ...46 CV...
Page 199: ...47 CV...