5.2
Rijschema
U kunt naar keuze eerst met het afstrooien van de kanten of
het volveldstrooien beginnen.
(Volg de instructies die bij de CENTRASIDE worden gegeven als u met de
CENTRASIDE de kanten gaat afstrooien.)
Volveldstrooien:
- Rij de eerste werkgang 1½ x de rijbreedte uit de kant
(fig. 17).
- Open de doseerkleppen als u een afstand van ongeveer
1½ x de rijbreedte vanuit de perceelrand bent weg-
gereden.
- Rij tot aan ongeveer ½ x de rijbreedte van het perceel-
einde en sluit de kleppen.
Kantafstrooien:
- Rij een halve rijbreedte uit de kant.
Voor het kantstrooien dient de CENTERLINER kunst-
meststrooier alleen schuin te worden gesteld.
- Strooi de kopakkers af in de kantafstrooiafstelling.
- Open de doseerkleppen als u een afstand van ongeveer 1x
de rijbreedte vanuit de perceelrand bent weggereden.
- Rij tot aan ongeveer ½ x de rijbreedte van het perceel-
einde en sluit de kleppen.
5.3
Strooibreedte-controle
Bij het strooien moet de kunstmest ongeveer tot aan het
voorgaande rijspoor komen. (Dit geldt alleen voor rij-
breedten tot ca. 21 m waarbij de CENTERLINER kunstmest-
strooier niet voorover behoeft te worden gesteld.) Een kleine
afwijking hiervan heeft echter weinig invloed op de kunst-
mestverdeling door de viervoudige overlapping van de
strooi- beelden.
Wanneer de afwijking groot is, controleer dan of:
- de rijbreedte goed is afgemeten;
- de strooier op de juiste werkhoogte wordt gehouden;
- de vooroverstelling juist staat afgesteld;
- werpschijven, schoepen of doseerinrichting niet zijn be-
schadigd of versleten;
- de schoepen correct op de werpschijf zijn gemonteerd
(fig. 18). De schoepen van de linker werpschijf staan 45º
gedraaid ten opzichte van die van de rechter werpschijf;
- de juiste strooihoeveelheidstabel is gebruikt.
Het kan ook zijn dat vorm, grootte en gewicht van de
korrels afwijken van de bij de strooitesten voor het
vaststellen van de tabellen gebruikte kunstmest (andere
kwaliteit of fabrikaat).
21
17
18