Wanneer de gewenste rijsnelheid niet in de tabel voorkomt, is
de klepstand als volgt te bepalen.
- Deel de gewenste rijsnelheid door een rijsnelheid uit de
tabel (6, 8, 10, 12 of 14 km/u) en vermenigvuldig de
uitkomst met de te strooien hoeveelheid per ha.
- Zoek onder de gebruikte rijsnelheid uit de tabel (6, 8, 10,
12 of 14 km/u) de uitkomst van de berekening op en lees de
gevonden waarde S in de uiterst linker kolom af.
Bij de gevonden waarde S en de gewenste rijsnelheid V geldt
de te verstrooien hoeveelheid per ha Q.
Voorbeeld II:
• Kunstmest: X = KAS 27% N, Kemira
• Gewenste rijbreedte: R = 27 m
• Gewenste rijsnelheid: V = 11 km/u
• Gewenste strooihoeveelheid: Q = 280 kg/ha
Aanpak:
• Zoek in de rijbreedtentabel de waarden voor Z en H op.
->Z = 23/12, H = 5°
• Zoek de te gebruiken strooitabel op.
• Deel 11 km/u door 6 km/u (snelheid uit de tabel) en
vermenigvuldig de uitkomst met de gewenste strooi-
hoeveelheid 280 kg/ha.
->1,8 x 280 kg/ha = 515 kg/ha
• Zoek onder V = 6 km/u Q = 515 kg/ha op (fig. 10).
-> S = 7A, waarbij de aanslagpen met de afgeplatte kant in
de schaalverdeling wordt geplaatst.
Wanneer met een snelheid van 11 km/u, een rijbreedte van
27 m en klepstand 7A met afgeplatte kant wordt gestrooid, is
de strooihoeveelheid 280 kg/ha (bepaald volgens de tabel).
De instelling van de strooihoeveelheid is bij het kantstrooien
gelijk aan de instelling bij het volveldstrooien.
14
10