nld
nld
met een getal ter herkenning van de afmeting gekenmerkt. Plaatsings- en
montagevoorschriften van de systeemfabrikant lezen en opvolgen. Nooit met
niet passende perskoppen (drukhulssysteem, afmeting) persen. De verbinding
kan onbruikbaar zijn en de machine en de perskoppen kunnen beschadigd
worden.
Gekozen perskoppen (14) helemaal insteken, hiertoe draaien tot deze vastklikken
(kogelborging). Perskoppen en opnamegaten in de persvoorziening schoon
houden.
2.4. Montage (wisselen) van de optrompkop (16) bij ROLLER’S Axial-Press
(Fig. 6)
Accu uitnemen. Optrompvoorziening (15) (accessoire) monteren. Hiertoe
verbindingsvlakken schoonmaken, optrompvoorziening opzetten, de beide
cylinderschroeven vast aandraaien. De kegel van de optrompdoorn (18) dient
licht te worden ingevet. Gekozen optrompkop tot de aanslag op de optromp-
voorziening schroeven. Alleen systeemconforme optrompkoppen gebruiken.
ROLLER optrompkoppen zijn met hoofdletters voor herkenning van het druk-
hulssysteem en met een getal voor de afmeting gekenmerkt. Plaatsings- en
montagevoorschriften van de systeemfabrikant lezen en opvolgen. Nooit met
niet passende optrompkoppen (drukhulssysteem, afmeting) optrompen. De
verbinding kan onbruikbaar zijn en de machine en de optrompkoppen kunnen
beschadigd worden.
LET OP
Er op letten, dat de drukhuls bei de optrompbeweging voldoende
afstand heeft tot de optrompkop, daar anders de optrompbekken (17) verbogen
worden of breken kunnen.
Voor persingen op moeilijk toegankelijke plaatsen kan de optrompvoor ziening
afgenomen worden.
2.5. Montage (wisselen) van de optrompkop (16) bij ROLLER’S Akku-Exparo
Q & E (Fig. 8)
Trek de netstekker uit of verwijder de accu. Alleen originele optrompkoppen
Uponor Quick & Easy gebruiken. Plaatsings-en montagevoorschriften van de
systeemfabrikant lezen en opvolgen. Nooit met niet passende optrompkoppen
(systeem, afmeting) optrompen. De verbinding kan onbruikbaar zijn en de machine
en de optromkop kunnen beschadigd worden. De kegel van de optrompdoorn
(18) dient licht te worden ingevet. Gekozen optrompkop tot de aanslag op de
optrompvoorziening schroeven. ROLLER optrompkoppen P en Cu zijn voor de
accubuisoptromper ROLLER’S Akku-Exparo Q & E niet geschikt en mogen
daarom niet gebruikt worden.
2.6. Montage (vervanging) van de optrompkop (16) bij ROLLER’S Akku-Exparo
Cu (fig. 12)
Verwijder de accu. De kegel van de optrompdoorn dient licht te worden ingevet.
Schroef de gekozen optrompkop tot de aanslag op de optrompvoorziening. De
optrompvoorziening moet nu zo worden ingesteld, dat de schuifkracht van de
aandrijfmachine aan het einde van de optromping door de aandrijfmachine en
niet door de optrompkop wordt opgenomen. Hiertoe dient de optrompvoorziening
samen met de opgeschroefde optrompkop van de aandrijfmachine te worden
geschroefd. Laat de opschuifzuiger zo ver mogelijk naar voren lopen, zonder dat
de machine op terugloop omschakelt. In deze positie moet de optrompvoorziening
samen met de opgeschroefde optrompkop op de aandrijfmachine worden
geschroefd tot de segmenten van de optrompkop helemaal geopend zijn. In deze
stand dient de optrompvoorziening met de contramoer te worden geborgd.
2.7. Montage (vervanging) van de optrompkop (16) bij ROLLER’S Akku-Exparo
P (fig. 11)
Verwijder de accu. De kegel van de optrompdoorn (18) dient licht te worden
ingevet. Schroef de gekozen optrompkop tot de aanslag op de optrompvoorzie-
ning. Gebruik uitsluitend systeemspecifieke optromkoppen. ROLLER optromp-
koppen zijn voorzien van een letter die het drukhulssysteem, en een cijfer dat
de grootte aangeeft. Lees en volg de inbouw- en montage-instructies van de
betreffende systeemfabrikant. Gebruik nooit niet-passende optrompkoppen
(drukhulssysteem, grootte). De verbinding kan dan onbruikbaar zijn en de machine
en optrompkoppen zouden kunnen worden beschadigd.
3. Werking
3.1. Radiaalpersen (Fig. 1 t/m 6 en 16 t/m 19)
Vóór elk gebruik dient met de aandrijfmachine en de te gebruiken perstang,
perstang Mini of persring met tussentang een proefpersing met ingelegde
persfitting te worden uitgevoerd. De perstang (1), persring (20) resp. pers-
segmenten (21) moeten volledig sluiten. Als de persing voltooid is, dient te
worden gecontroleerd of de persbekken (10), persringen (20) resp. persseg-
menten (21) zowel aan de punten (fig. 1 en fig. 16 tot 19 bij ‘A’) als op de
tegenoverliggende zijde (fig. 1 en fig. 16 tot 19 bij ‘B’) volledig sluiten. De dicht-
heid van de verbinding moet eveneens worden gecontroleerd (nationale
voorschriften, normen, richtlijnen enz. in acht nemen).
Vóór elk gebruik dient de perstang, perstang Mini resp. persring en tussentang,
met name de perscontour (11 / 22) van beide persbekken (10) resp. van alle 3
de persssegmenten, op schade en slijtage te worden gecontroleerd. Bescha-
digde of versleten perstangen, perstangen Mini of persringen mogen niet meer
worden gebruikt. Anders bestaat het risico van niet-correcte persingen of
ongevallen.
Ontstaat bij het sluiten van de perstang, perstang Mini een duidelijke braam
aan de pershuls, dan kan de persing fout cq. ondicht zijn (zie 5. storingen).
3.1.1. Werkvolgorde
Perstang, perstang Mini (1) met de hand zover samendrukken, dat de perstang
over de persfitting geschoven worden kan. Aandrijfmachine met perstang daarbij
haaks t.o.v. de buis op de persfitting plaatsen. Perstang loslaten zodat deze
zich om de persfitting sluit. Aandrijfmachine bij de machinegreep (6) en de
schakelaargreep (9) vasthouden.
Leg de persring (20) om de persfitting. Leg de tussentang (19) in het persap-
paraat en vergrendel de tanghouderbout. Duw de tussentang (19) met de hand
zo ver samen, dat de tussentang aan de persring kan worden aangelegd. Laat
de tussentang los, zodat de tussentang zich op de persring en de persring zich
op de persfitting vastzet.
Bij ROLLER’S Uni-Press E draairichtingshendel (7) naar rechts (aanloop)
schakelen en tipschakelaar (8) indrukken. Houd de tipschakelaar (8) ingedrukt
tot de persing voltooid is en de perstang resp. persring gesloten is. Draairich-
tingshendel (7) naar links (terugloop) schakelen en tipschakelaar (8) indrukken
totdat de persrollen teruggelopen zijn en de slipkoppeling in werking treedt.
Slipkoppeling niet onnodig belasten.
Bij ROLLER’S Uni-Press En ROLLER’S Multi-Press houd de tipschakelaar (8)
ingedrukt tot de persing voltooid is en de perstang resp. persring volledig
gesloten is. Dit wordt door een akoestisch signaal (knakken) aangegeven.
Terugloopknop (13) zolang indrukken, totdat de persrollen (5) helemaal zijn
teruggelopen.
Bij ROLLER’S Multi-Press Mini ACC, ROLLER’S Multi-Press ACC en ROLLER’S
Uni-Press ACC houd de tipschakelaar (8) ingedrukt tot de persing voltooid is
en de perstang resp. persring volledig gesloten is. Na volle dige persing scha-
kelt de aandrijfmachine automatisch op terugloop om (gedwongen afloop).
Druk de perstang met de hand samen, zodat ze van de persfitting kan worden
afgetrokken. Druk de tussentang met de hand samen, zodat hij met het appa-
raat van de persring kan worden afgetrokken. Open de persring met de hand,
zodat hij van de persfitting kan worden afgetrokken.
3.1.2. Functieveiligheid
Bij ROLLER’S Uni-Press E wordt de persbeweging door het loslaten van de
tipschakelaar (8) beëindigd. Voor de mechanische veiligheid werkt in beide
eindposities van de persrollen extra een draaimomentafhankelijke veiligheidsslip-
koppeling.
ROLLER’S Uni-Press En ROLLER’S Multi-Press beëindigt de persbeweging
automatisch onder afgifte van een akoestisch signaal (knakken). ROLLER’S
Multi-Press Mini ACC, ROLLER’S Multi-Press ACC en ROLLER’S Uni-Press
ACC beëindigen de persbeweging automatisch onder afgifte van een akoestisch
signaal (knakken) en loopen automatisch terug (gedwongen afloop).
LET OP
Alleen met het volledige sluiten van de perstang, perstang
Mini of persring is de vlekkeloze persing tot stand gebracht. Als de persing
voltooid is, dient te worden gecontroleerd of de persbekken (10), pers-
ringen (20) resp. perssegmenten (21) zowel aan de punten (fig. 1 en fig.
16 tot 19 bij ‘A’) als op de tegenoverliggende zijde (fig. 1 en fig. 16 tot 19
bij ‘B’) volledig sluiten. Ontstaat bij het sluiten van de perstang of pers-
segmenten een duidelijke braam aan de pershuls, dan kan de persing
gebrekkig en ondicht zijn (zie 5. Storingen).
3.1.3. Arbeidsveiligheid
Voor de arbeidsveiligheid zijn de aandrijfmachines met een veilgheids tipschakelaar
uitgerust. Deze maakt het mogelijk, in het bijzonder ook bij gevaar, de aandrijf-
machine direct stil te zetten. De aandrijfmachines kunnen in iedere positie op
terugloop omgeschakeld worden.
3.2. Axiaalpersen (Fig. 7, 10)
3.2.1. Persen met ROLLER’S Axial-Press 15 en Axial-Press 40 (Fig. 6, 7)
Voorgemonteerde drukhulsverbinding in de perskop (14) leggen en in de perskop
(14) drukken. Aandrijfmachine bij huisgreep (6) en bij schakelaargreep (9)
vasthouden, tipschakelaar (8) zolang ingedrukt houden, totdat de drukhuls aan
de rand van de drukhulsfitting ligt. Dit wordt door een akoestisch signaal
(knakken) aangegeven. Terugloopknop (13) indrukken, totdat de perskoppen
(14) helemaal teruggelopen zijn.
Persen met ROLLER’S Axial-Press 25 ACC, ROLLER’S Axial-Press 25 L ACC
(fig. 10)
Houd de aandrijfmachine ofwel met één hand aan de schakelaargreep (9),
ofwel met beide handen aan de kastgreep (6) en aan de schakelaargreep (9)
vast. Houd de tipschakelaar (8) ingedrukt tot de drukhuls tegen de kraag van
de drukhulsverbinding ligt. De aandrijfmachine schakelt dan automatisch op
terugloop (gedwongen afloop).
Bij drukhulssysteem IV worden verschillende perskoppen voor één buisdiameter
gebruikt. Plaatsings- en montagevoorschriften van de systeemfabrikant lezen
en opvolgen.
Bij drukhulssysteem RV moet voor- en afgeperst worden, d.w.z. de pers koppen
moeten eerst op grote afstand van de opnames voor de drukhulsfitting inge-
stoken worden. Voor een tweede persing worden de pers koppen door draaien
met 180º op kortere afstand van de opnames voor de drukhulsfitting gestoken.
Plaatsings- en montagevoorschriften van de systeemfabrikant lezen en opvolgen.
Bij de drukhulssystemen BA/SP/UNI dient de ROLLER’S Axial-Press 25 L ACC
te worden gebruikt. Hierbij dient erop te worden gelet dat de perskoppen zo in
de persmachine worden gezet, dat de persing zo veel mogelijk in één beweging
kan worden uitgevoerd. In sommige gevallen is dit niet mogelijk; dan moet een
voor- en eindpersing worden uitgevoerd. Hiervoor moeten vóór de tweede
persbewerking een perskop of beide perskoppen 180° verdraaid worden
ingestoken, zodat hier een kleinere afstand tussen ontstaat. Lees en volg de