���
DCLF 40 D
DCLF 60 D
DCLF 80 D
DCLF 100 D
DCLF 130 D
M
N
S
H
F
F
K
I
B
E
E
F
F
O
A
D
DCLF...D
Uitvoeringen
Dit bedieningsvoorschrift is geldig voor de volgende oliegesmeerde schottenpompen van de serie: DCLF 40 D tot
DCLF 130 D . Ze hebben een nominale volumestroom van 40, 60, 80, 100 en 130 m
3
/h bij 50 Hz. De drukzijdige grenzen
zijn in bar op het typeplaatje aangegeven (N). Het verband tussen volume en druk wordt weergegeven in het
gegevensbladen D 350.
Beschrijving
De genoemde serie heeft drukzijdig een aansluiting met schroefdraad en zuigzijdig een aanzuiggeluidsdemper. De
aangezogen lucht wordt door een ingebouwd microfilter gereinigd. De olieafscheiding van de blaaslucht gebeurd door
een nagenoeg onderhoudsvrij olieafscheid systeem, waarbij de afgescheiden olie weer in het smeersysteem wordt
teruggevoerd. Door middel van oliedoseer pomp wordt de smeerolie gedoseerd. Twee ventilatoren die tussen het
compressor huis en de motor resp. tussen compressorhuis en oliecarter gebouwd zijn, zorgen voor een zeer intensieve
koeling. De ventilatoren bevinden zich achter een rooster zodat men ze niet kan aanraken. De blaaslucht wordt via een
pijpen koeler gekoeld. De compressor wordt via een koppeling aangedreven door een Normmotor .
De regelventielen staan het instellen van de druk en vacuüm op de gewenste waarde toe met een begrensde
bovenwaarde.
Toebehoren: Indien nodig terugslagklep (ZRK), aanzuigfilter (ZAF), motorbeveiligingsschakelaar (ZMS), Ster-driehoek
schakeling (ZSG).
Toepassing
De machines zijn geschikt voor industriële toepassing, d.w.z. dat de beveiligingen conform EN DIN 294
zijn volgens tabel 4 voor personen boven de 14 jaar.
De DCLF...D is geschikt voor het verzorgen van overdruk tussen 0 en de op het typeplaatje (N) aangegeven maximum
waarde (bar). Continue gebruik is toegestaan.
De aangezogen lucht mag waterdamp bevatten, maar geen water of andere vloeistoffen. Agressieve of
brandbare gassen mogen niet verpompt worden.
De omgevingstemperatuur en de temperatuur van de aangezogen lucht moet tussen de 5° en 40° C te liggen. Bij
temperaturen buiten deze waarden verzoeken wij u contact met ons op te nemen.
De standaard uitvoering mag niet in ruimten gebruikt worden die explosie gevaarlijk zijn. Er zijn speciale Ex uitvoeringen
beschikbaar.
Bij toepassingen, waarbij een onbedoeld afzetten of uitval van de lagedrukcompressor tot gevaarlijke
situaties voor personen of installaties kan leiden, moeten hiertegen voldoende veiligheidsmaatregelen
genomen worden.
Onderhoud en opstelling (figuur
���
,
���
en
���
)
Bij compressoren op bedrijfstemperatuur kunnen de oppervlakken (Q) boven de 70° C stijgen. Daar dient
men aanraken vermijden.
Bij inbouwen van de pomp moet voor het onderhoud aan het aanzuigfilter (S),eerste nevelafscheider (T
1
) en tweede
nevelafscheider (T
2
), minstens 30 cm ruimte aanwezig zijn. Verder moet er op gelet worden, dat de koellucht toevoer (E)
en de koeluchtuitstroomopening (F) minstens 20 cm van het dichtstbijzijnde wand liggen. (Uitgeblazen koellucht mag
niet opnieuw aangezogen worden).
De DCLF...D kan slechts in horizontale positie probleemloos gebruikt worden.
Bij opstelling 1000 m boven de zeespiegel zal een capaciteits vermindering optreden. In deze gevallen
verzoeken wij u om overleg met ons te plegen.
De opstelling van de compressor op een vaste ondergrond is zonder verankering mogelijk. Bij opstelling in een
constructie bevelen we het toepassen van trillingsdempers aan. De trillingen van deze schottenpompen zijn zeer gering.
Bedieningsvoorschrift
Lage druk compressor
BN 350
1.7.97
Werner Rietschle
GmbH + Co. KG
Postfach 1260
79642 SCHOPFHEIM
GERMANY
0 76 22 / 392-0
Fax 0 76 22 / 39 2300
E-Mail: [email protected]
http://www.rietschle.com
Rietschle BV
Bloemendalerweg 52
1382 KC WEESP
NETHERLANDS
0294 / 4186 86
Fax 0294 / 4117 06
E-Mail:
[email protected]
http://www.rietschle.nl