54
Lans verbinding
Sluit het verstelbare mondstuk
(16)
aan op de lans
Fig. 2
. Draai de
pistoollans met de klok mee totdat deze op zijn plaats vastklikt. Sluit de
hogedrukslang aan op de lansaansluiting
Afb. 2A,
zorg ervoor dat deze
goed is aangesloten.
Aansluiting wasmiddelcontainer
Bevestig het wasmiddelreservoir
(14)
aan de lans
Fig. 3A
. Draai de bus
tegen de klok in totdat deze op zijn plaats vastklikt. Zorg ervoor dat deze
goed is aangesloten.
Aansluiting toevoerslang
Schroef de snelkoppeling met het filter op de waterinlaat Fig. 4A. Sluit
vervolgens de watertoevoerslang
Fig. 4C
aan op de waterinlaat van de
wasmachine door middel van de snelkoppeling
Fig. 4B
.
De aanbevolen minimale lengte van de watertoevoerslang is 10 meter
(maar niet meer dan 25 meter) met een diameter van 12,5 mm om
tegendruk en mogelijke schade aan het apparaat te voorkomen. Zorg
ervoor dat de slang bestand is tegen water tot een druk van 10 bar (0,1
MPa). Als u de machine op andere waterbronnen wilt aansluiten, zorg er
dan voor dat de maximale wateruitlaatdruk 10 bar (0,1 Mpa) is.
Knijp in de lanstrekker om ervoor te zorgen dat alle lucht uit de machine
wordt geduwd en dat er water uit het pistool stroomt. Dit betekent dat de
pomp nu gevuld is met water.
WASWERK
Raak het bedieningspaneel aan
Zorg ervoor dat de watertoevoerslang naar de wasmachine is aangesloten
op de inlaat van de wasmachine en draai vervolgens de kraan open. Zorg
ervoor dat het hydraulische systeem van de wasmachine ontlucht is. Zet
vervolgens de hoofdschakelaar
(13)
aan de achterkant van de
wasmachine
Fig. 5A aan
. Het belangrijkste is om niet te vergeten de
knop
Fig. 6A
op het touchscreen-bedieningspaneel in te drukken om het
apparaat te starten.
Het bedieningspaneel heeft keuze uit drie bedrijfs-/waterdrukstanden. Er
is een lichte modus in
Fig. 6B
, een medium modus in
Fig. 6C
en een
sterke modus in
Fig. 6D
. Bij het kiezen van de juiste waterdruk moet u
overwegen welk oppervlak wordt gereinigd en welke dop het beste bij de
klus past.
Als u het drukniveau wilt verhogen, drukt u op de knop
+ Fig. 6F
op het
bedieningspaneel. Als u het drukniveau wilt verlagen, drukt u op de
knop
- fig. 6E
op het bedieningspaneel.
Wanneer u het drukniveau verhoogt zodat de drukindicator rood wordt,
werkt de machine op maximale druk.
AANDACHT! Laat de wasmachine niet langer dan 15 minuten
continu op maximale druk draaien.
ONDERHOUD EN OPSLAG
Koppel het apparaat los van het elektriciteitsnet voordat u
onderhoud of inspectie uitvoert. Sluit de watertoevoer af en druk op
de trekker om het water in het systeem af te tappen.
Smeer de snelkoppeling met het filter regelmatig met smeerolie.
Wanneer de waterdruk in de wasmachine niet constant of te hoog
is, geeft het signaal slangbeschadiging of kalkophoping in de
sproeikop aan. Schakel het apparaat in dat geval direct uit.
Regelmatig reinigingsvloeistof naar de slang en watertoevoerfilter
reinigen.
Een versleten of beschadigd filter moet worden geïnspecteerd en
vervangen.
Zorg ervoor dat de machine schoon is en reinig de onderdelen indien
nodig.
Volg de gebruiksaanwijzing van de verschillende
onderdelen.
Insteekbare ringmoeren worden gebruikt om het
pistool, de slang en andere onderdelen aan te sluiten. De
afdichtingen bij de aansluitingen van de ringmoer mogen niet
beschadigd zijn.
Draai de reinigingsmiddeltank om en bevestig deze aan de
schuimspuitmond. Sluit het schuim pijpje in de blast pistool. Zet de
machine aan. introduceren reinigingsmiddel in een hoeveelheid van
1%. Waarschuwing: Gebruik alleen speciale reinigingsmiddelen.
Bewaar het apparaat op een veilige en droge plaats. Berg de
machine altijd buiten het bereik van kinderen op.
Bewaar mijn ons niet bij temperaturen onder het vriespunt van
water.
Schakel de stroom uit als het apparaat niet goed werkt.
Zorg er om veiligheidsredenen voor dat het apparaat elke 3 maanden
wordt schoongemaakt. Controleer voordat u met de werkzaamheden
begint het filter en het mondstuk, zorg ervoor dat er geen vuil is. Controleer
na beëindiging van de werkzaamheden of er geen water in de pomp en
slang zit.
TECHNISCHE PARAMETERS 04-705
Hogedrukreiniger 04-705
Parameter
Waarde
Voedingsspanning: 230
V
wisselstroom
Machtsfrequentie: 50
Hz
Nominaal vermogen:
2000 W.
Beschermingsklasse II
mate van weerstand:
IPX5
Nominale druk:
10 MPa
Maximaal Nominale druk:
15 MPa
Nominale waterstroom:
6L / min
Maximale waterstroom
7L / min
Maximale aanvoerwatertemperatuur
40 ° C
Massa 9,5
kg
Productiejaar
04-705 geeft zowel het type als de aanduiding van de machine aan
GELUIDS- EN TRILLINGSGEGEVENS
Geluidsdruk niveau
L
pA
= 80dB (A) K = 3dB (A)
Het gemeten geluidsvermogensniveau
Lw
A
= 85dB (A) K = 3dB (A)
Trillingsversnellingswaarde: a
h
≤
2,5 m / s² K = 1,5 m / s²
Informatie over geluid en trillingen
Het geluidsniveau van het apparaat wordt beschreven door: het niveau
van de uitgezonden geluidsdruk L
pA
en het geluidsvermogensniveau
L
WA
(waarbij K de meetonzekerheid is). De trillingen die door het apparaat
worden uitgezonden, worden beschreven door de waarde van de
trillingsversnelling a
h
(waarbij K de meetonzekerheid is).
De volgende gegevens: uitgezonden geluidsdrukniveau L
pA
,
geluidsvermogensniveau L
WA
en trillingsversnelling a
h
werden gemeten
volgens EN 60335-2-69. Het gegeven trillingsniveau a
h
kan worden
gebruikt voor de vergelijking van apparaten en voor de eerste beoordeling
van de blootstelling aan trillingen.
Het vermelde trillingsniveau is alleen representatief voor het basisgebruik
van het apparaat. Als de machine voor verschillende toepassingen of met
verschillende werkgereedschappen wordt gebruikt, kan het trillingsniveau
veranderen. Het hogere trillingsniveau wordt beïnvloed door onvoldoende
of te weinig onderhoud aan het apparaat. De bovengenoemde redenen
kunnen leiden tot een verhoogde blootstelling aan trillingen gedurende de
gehele gebruiksperiode.
Om de blootstelling aan trillingen nauwkeurig in te schatten, moet u
rekening houden met perioden waarin de apparatuur is
uitgeschakeld of wanneer deze is ingeschakeld maar niet in gebruik
is. Nadat alle factoren zijn zorgvuldig onderzocht, kan de totale
blootstelling aan trillingen aanzienlijk lager zijn.
Met het oog op de gebruiker tegen de effecten van trillingen te
beschermen, moeten aanvullende veiligheidsmaatregelen worden
uitgevoerd, zoals: periodiek onderhoud van het apparaat en werktuigen,
de bescherming van de juiste temperatuur van de handen en een goede
organisatie van het werk.
PROBLEEMOPLOSSEN
Zorg ervoor dat u het volgende heeft gecontroleerd voordat u
contact opneemt met de service:
Probleem Mogelijke
oorzaak
Oplossing
Wasmachine
start niet
1. Geen stroom
2. Verkeerde voedingsspanning.
3. Pompborgring te strak.
1. Neem contact op met de dienst
Niet genoeg
water,
ongelijke
werkdruk
1. Het filter is geblokkeerd
2. De inlaataansluiting is niet
correct, lucht in de inlaatleiding.
3. de klep is geblokkeerd
4. Het afvoermondstuk is niet
glad.
1. Reinig het filter.
2. Controleer de aansluiting, draai de
pakking.
Controleer of de slang
verstopt is of als er niet voldoende
watertoevoer.
3. Reinig de klep en installeer deze
opnieuw
4. Neem contact op met de dienst
Er lekt water uit
de pomp
3 druppels water per minuut is
acceptabel, maar als er meer
water uitlekt, kan de pakking
versleten zijn.
1. Neem contact op met de dienst
De motor stopt
plotseling
1. Drukregeling is geactiveerd.
2. Mogelijk heeft de thermische
beveiliging de motor
uitgeschakeld om oververhitting
te voorkomen.
1. Controleer of het
uitblaasmondstuk verstopt is. Reinig
het mondstuk
2. Zet de wasmachine uit, laat de
machine een paar minuten afkoelen.
3. Neem contact op met de dienst