28
Deutsch
Deutsch Seite
Inhalt
English
English Page
Contents
Français
Français Page
Table des matières
Italiano
Italiano Pagina
Indice
Español
Español Página
Contenidos
Polski
Polski Strona
Spis treści
1 5 Commandomicrofoon PA-1120RC
Gonggeluid en prioriteit van de plug-
inmodule instellen
6 3 Tafelmicrofoon PA-4000PTT of PA-4300PTT
6 4 Commandomicrofoon PA-1120RC
6 4 1 De aansluitmodule monteren
6 4 2 Microfoonaansluiting en basisinstelling
6 5 Apparaten met lijnniveau /
6 6 Een equalizer of ander apparaat
6 9 Noodbericht / voorrangsrelais
6 10 Schakelaar voor (automatische)
6 12 Afstandsbediend in- en uitschakelen
6 13 Netvoeding en noodstroomvoeding
Prioriteit van de ingangssignalen
vastleggen
8 5 Tafelmicrofoon PA-4000PTT of PA-4300PTT
8 6 Commandomicrofoon PA-1120RC
Overzichtstekening en aansluitingsschema 48
Blokdiagram 49
ELA-mengversterker voor 5 zones
Deze handleiding is bedoeld voor installateurs
van geluidsinstallaties (hoofdstuk 1 – 10) en voor
gebruikers zonder specifieke vakkennis (hoofd-
stuk 1 – 3, 8) . Lees de handleiding grondig door,
alvorens het apparaat in gebruik te nemen, en
bewaar ze voor latere raadpleging .
Op de uitklapbare pagina 3 vindt u een
overzicht van de bedieningselementen en de
aansluitingen .
1 Overzicht
1.1 Versterker frontpaneel
1
Afsluitplaat voor de moduleopening;
hier kan een module van MONACOR worden
ingestoken, bv . tuner, cd-speler, geheugen
voor digitale boodschappen
2
Regelaar hoge tonen TREBLE voor een appa-
raat dat in de opening (1) is geplaatst
3
Regelaar lage tonen BASS voor een apparaat
dat in de opening (1) is geplaatst
4
Toetsen met controle-LED voor het inschake-
len van de afzonderlijke PA-zones Z 1 tot Z 5
5
Zoneverzwakkers voor een verschillende volu-
meregeling van de afzonderlijke zones
6
Toets ALL CALL met controle-LED voor het
in schakelen van alle zones tegelijk en het ver-
hogen van het geluidsvolume voor elke zone
tot het maximum [onafhankelijk van de toet-
sen (4) en de zonevolumeschakelaars (5)]; het
maximale geluidsvolume wordt alleen door de
regelaar MASTER (21) bepaald
7
LED’s voor de eindversterker [onafhankelijk
van de zoneverzwakkers (5)];
bij oversturing licht de rode LED CLIP op
8
Niveauregelaar voor de ingangen CH 1 tot
CH 3 (39); met de regelaar CH 1 wordt ook
het niveau ingesteld voor een microfoon die
op de jack (43) of (44) is aangesloten, en met
de regelaar CH 2 het niveau voor commando-
microfoons van het type PA-1120RC (aange-
sloten via een afzonderlijke module);
de prioriteit van deze ingangen kunt u instel-
len met de DIP-schakelaars (45)
9
Bass- en hoogteregelaar voor de ingangen
CH 1 tot CH 3 (39)
10
Niveauregelaar voor lijningangen CH 4 en
CH 5 (38)
11
Regelaars lage en hoge tonen voor de ingan-
gen CH 4 en CH 5
12
Gongtoets; de gong heeft tweede priori-
teit (voor het omschakelen tussen het 2- en
4-gongsignaal zie hoofdstuk 5)
13
Volumeregelaar voor de gong
14
Toets TEL; als de toets is ingedrukt, kunt u
bv . telefoon- of nachtbel via alle luidsprekers
horen [aansluiting via de klemmen NIGHT
RINGER (29)]; de bel heeft de laagste prioriteit
15
Volumeregelaar voor een telefoonsignaal dat
via de klemmen PAGING IN (32) binnenkomt;
dit signaal heeft derde prioriteit
16
Volumeregelaar voor de telefoon- of nachtbel
(zie ook pos . 14 en 29)
17
Toets voor een sterker en zwakker wordend
sirenesignaal; de sirene heeft vierde prioriteit
18
Volumeregelaar voor de sirene
19
Toets voor een gelijkmatige sirenesignaal
20
Oververhittings-LED TEMP;
licht op, als de koelplaattemperatuur de
waarde van 100 °C bereikt . Alle luidspreker-
uitgangen worden dan gedempt . Bovendien
licht de rode LED PROT (22) op .
21
Regelaar MASTER voor het totale geluidsvo-
lume
22
LED PROT; licht op bij geactiveerd beveiligings-
circuit:
1 . gedurende ca . 1 seconde na het inschake-
len (inschakelvertraging)
2 . gedurende ca . 1 seconde na het uitscha-
kelen
3 . bij overbelasting van de versterker
4 . bij oververhitting van de versterker
23
POWER-LED’s:
DC licht op, als de versterker bij stroomuitval
met een noodvoedingsspanning van 24 V
werkt
AC licht op, als de versterker op netspanning
werkt
24
POWER-schakelaar
25
LED STAND BY;
licht op bij uitgeschakelde versterker
1.2 Versterker achterzijde
26
Luidsprekeraansluitingen voor luidsprekers
van 100 V
Opgelet!
Elke van de vijf zone-uitgan-
gen kan een belastbaarheid van maximaal
100 W RMS hebben . De belasting van alle
zones samen mag echter in geen geval vol-
gende waarde overschrijden:
PA-1120
120 W RMS
PA-1240
240 W RMS
27
Jack voor aansluiting van het meegeleverde
netsnoer op 230 V/ 50 Hz
28
Luidsprekeruitgang van 4 Ω voor een luid-
sprekergroep met een totale impedantie van
ten minste 4 Ω
Opgelet!
Gebruik deze uitgang alleen, wan-
neer de uitgangen van 100 V (26) niet worden
gebruikt . Anders kan de versterker overbelast
worden .
29
Ingang voor de belspanning (bv . 8 V/ 50 Hz)
van een telefoon- of nachtbel; de belspanning
activeert een oproepsignaal dat via de geluids-
installatie te horen is (zie ook positie 14 en 16)
30
Schroefaansluitingen voor een noodvoeding
(
⎓
24 V)
31
Schroefaansluitingen voor een externe scha-
kelaar om afstandsbediend in en uit te scha-
kelen [de POWER-schakelaar (24) mag dan
niet zijn ingedrukt]
32
Ingang (gebalanceerd, 250 mV) voor een
tele foonsignaal dat via de geluidsinstallatie
te horen moet zijn (zie ook positie 15)
33
Aansluiting voor een afzonderlijke schakelaar;
via deze schakelaar kunt u in geval van geïn-
stalleerde module voor digitale boodschappen
PA-1120DMT een opgeslagen aankondiging
opvragen . Tegelijk worden alle PA-zones in-
geschakeld en op maximaal geluidsvolume
ingesteld [zoals met de toets ALL CALL (6)]
34
Afdekplaat, wordt bij het monteren van de
module PA-1120DMT, PA-1140RCD, PA-
1200C of PA-1200RDSU door een aansluit-
plaat vervangen
35
Ingang AMP IN in combinatie met de uitgang
PRE OUT (36) voor het tussenschakelen van
bv . een equalizer . Bij het aansluiting op deze
jack wordt alleen het signaal weergegeven
dat hier wordt ingestuurd . De eindversterker
is gescheiden van de voorversterker .
36
Uitgang PRE OUT voor het aansluiten van een
bijkomende versterker (hoofdstuk 6 .7) of in
combinatie met de ingang AMP IN (35) voor
het tussenschakelen van bv . een equalizer;
het uitgangsvolume is onafhankelijk van de
regelaar MASTER (21)
37
Uitgang REC voor aansluiting van een opna-
meapparaat; het uitgangsvolume is onafhan-
kelijk van de regelaar MASTER (21)
38
Ingangen CH 4 en CH 5 voor apparaten met
lijnniveau (bv . cd-speler, cassetterecorder etc .);
de beide signalen van de stereokanalen L en R
worden intern tot een monosignaal gemengd
Nederlands
Nederlands Pagina
Inhoud