74
Dräger X-plore 8000
Verhelpen van storingen
3.3
Tijdens het gebruik
3.3.1
Flow naregelen
Indien nodig (bijv. bij verhoogde lichamelijke inspanning), de
flow tijdens het bedrijf met de toetsen
en
naregelen.
3.3.2
Waarschuwingen en alarmen
Wanneer een waarschuwing wordt geactiveerd, de werkzone
met het oog op de mogelijke gevaarlijke situatie tijdig verlaten.
Om de inzetduur bij het optreden van een waarschuwing te
verhogen, de flow verminderen (alleen mogelijk wanneer niet
al het laagste niveau is gekozen). Door het verminderen van
de flow kan bijv. de accuwerktijd worden verlengd.
Wanneer een waarschuwing wordt geactiveerd, de werkzone
zonder enige vertraging onmiddellijk verlaten.
Nadat een waarschuwing of alarm is geactiveerd, de werking
van het apparaat controleren (zie hoofdstuk 4 op pagina 74).
3.4
Na gebruik
De volgende activiteiten uitvoeren:
1. Gevarenzone verlaten
2. Ademluchtaansluiting afdoen (zie de gebruiksaanwijzing
van de betreffende ademluchtaansluiting).
3. Aanblaasfilterunit door indrukken
(ca. 2 seconden) van de
toets
op het bedieningspaneel uitschakelen.
4. Gordelriem van het draagsysteem openen en apparaat de-
monteren.
5. Apparaat reinigen en desinfecteren (zie hoofdstuk 5.2 op
pagina 75)
3.5
Algemene taken van de gebruiker
3.5.1
Comfortpadding voor standaardgordel monteren
Comfortpadding middels de drukknopen op de standaardgor-
del vastmaken.
3.5.2
Riemverlenging op het draagsysteem monteren
Indien gewenst riemverlenging op de gesp van de gordelriem
monteren.
4
Verhelpen van storingen
4.1
Waarschuwingen
De aard van de waarschuwing wordt optisch weergegeven
doordat de betreffende weergave geel knippert. Daarnaast
wordt een akoestische waarschuwingssignaal afgegeven en
wordt het trillingsalarm geactiveerd.
WAARSCHUWING
Gevaar voor de gezondheid!
Gevarenzone onmiddellijk verlaten bij:
z
Afnemende of onderbroken luchtaanvoer
(bijv. door uitvallen van de aanblaasfilterunit)
Bij het ademluchtaansluittype hoofdkap/helm/vei-
ligheidsvizier kan snel een ophoping van kooldioxi-
de of zuurstofgebrek optreden. Bovendien kan er
schadelijke omgevingslucht in de hoofdkap bin-
nendringen.
z
Reuk- of smaakverschijnselen in de ademlucht-
aansluiting (filterbreuk). De restcapaciteit van het
gasfilter of van de gasfiltercomponenten van het
combinatiefilter is uitgeput.
z
Duizeligheid, ijlhoofdigheid of andere klachten
z
Beschadiging van het apparaat
z
Overige weergegeven alarmen (zie hoofdstuk 4 op
pagina 74)
In ademluchtslangen of andere componenten schuilt
het gevaar van blijven hangen. Dit kan leiden tot be-
schadiging van het apparaat en een onderbreking van
de luchtaanvoer!
Bij gebruik van het apparaat behoedzaam te werk
gaan.
Bij gebruik van het ademluchtaansluitingstype hoofd-
kap/helm/veiligheidsvizier kan tijdens het inademen bij
zwaar werk onderdruk ontstaan, waardoor er ongefil-
terde omgevingslucht kan binnendringen!
Om dit te voorkomen, de flow verhogen.
!
Storing
Oorzaak
Oplossing
Een segment van
de accu-status-
weergave van de
accu knippert
geel
.
Resterende werk-
tijd van de accu is
gering
(< 30 minuten).
Accu spoedig opla-
den of vervangen
door volledig opge-
laden accu (zie
hoofdstuk 5.3.3 op
pagina 76).
Een segment van
de accu-status-
weergave van het
deeltjesfilter knip-
pert
geel
.
Restcapaciteit van
het deeltjesfilter is
gering (< 20 %).
Deeltjes- of combi-
natiefilter spoedig
vervangen (zie
hoofdstuk 5.3.4 op
pagina 76).
Een segment van
de flowweergave
knippert
geel
.
Storing bij inscha-
keling (bijv. door
ontbrekende slang
of filter).
Werking van het
apparaat controle-
ren en apparaat
opnieuw voorbe-
reiden voor gebruik
(zie hoofdstuk 3.2
op pagina 73).
