
Gebruik
Dräger X-plore 8000
73
Informatie over het bouwjaar
Het bouwjaar is de derde letter van het fabricagenummer: F =
2014, G = vervalt, H = 2015, I = vervalt, J = 2016, K = 2017 enz.
Voorbeeld: Fabricagenummer ARFH-0054: De derde letter is
F, dus het bouwjaar is 2014.
2.7.2
Verpakking
3
Gebruik
3.1
Voorwaarden voor het gebruik
z
De omgevingsomstandigheden (met name de soort en
concentratie van de schadelijke stoffen) moeten bekend
zijn!
z
Het zuurstofgehalte van de omgevingslucht mag niet bene-
den de volgende grenswaarde dalen:
{
Minstens 17 vol.-% zuurstof in alle Europese landen,
met uitzondering van Nederland, België en Groot-Brit-
tannië
{
Minstens 19 vol.-% zuurstof in Nederland, België,
Groot-Brittannië, Australië en Nieuw-Zeeland
{
Minstens 19,5 vol.-% zuurstof in de VS.
In overige landen de nationale richtlijnen in acht nemen.
3.2
Voorbereidingen voor het gebruik
Voer de volgende activiteiten uit buiten de gevarenzone:
1. Componenten van de aanblaasfilterunit (filter, ademlucht-
aansluiting enz.) afhankelijk van de beschermingsklasse
en de taak uitkiezen (zie Configuratiematrix [Configuration
Matrix] op pagina 243).
2. Visuele inspectie uitvoeren (zie hoofdstuk 5.3.1 op pagina
76).
3. Oplaadstatus van de accu controleren (zie hoofdstuk 5.3.3
op pagina 76).
4. Filter plaatsen (zie hoofdstuk 5.3.4 op pagina 76).
5. Draagsysteem monteren (zie hoofdstuk 3.2.1 op pagina
73).
6. Evt. accessoire-onderdelen monteren (zie hoofdstuk 3.5
op pagina 74).
7. Apparaat aandoen (zie hoofdstuk 3.2.2 op pagina 73).
8. Ademluchtaansluiting aansluiten (zie hoofdstuk 3.2.3 op
pagina 73)
9. Apparaat inschakelen (zie hoofdstuk 3.2.4 op pagina 73).
3.2.1
Draagsysteem monteren
1. Verbindingsplaat van het draagsysteem op de ophanging
van de aanblaasfilterunit plaatsen. De pijlmarkeringen van
de verbindingsplaat en de ophanging moeten overeenko-
men.
2. Verbindingsplaat omlaag drukken, tot deze hoorbaar vast-
klikt op de ophanging.
3.2.2
Apparaat aandoen
1. Gordelriem van het draagsysteem ongeveer op de beno-
digde omvang instellen.
2. Gordelriem omdoen en gesp sluiten. Het apparaat bevindt
zich op de rugzijde van de gebruiker.
3. Gordelriem aantrekken en uitstekende uiteinden in de
riemslipklemmen vastmaken.
3.2.3
Ademluchtaansluiting aansluiten
1. Steekaansluiting van de ademluchtaansluiting op de aan-
blaasfilterunit aansluiten.
2. Andere uiteinde van de ademluchtslang met de ademlucht-
aansluiting verbinden.
3.2.4
Apparaat inschakelen
1. Aanblaasfilterunit door indrukken
(ca. 2 seconden) van de
toets
op het bedieningspaneel inschakelen.
Na inschakeling voert het apparaat een zelftest uit.
2. Wanneer het apparaat niet correct werkt of waarschu-
wingsvoorzieningen worden geactiveerd, storing verhel-
pen (zie hoofdstuk 4 op pagina 74).
3. Ademluchtaansluiting monteren (zie de gebruiksaanwij-
zing van de betreffende ademluchtaansluiting).
4. Flow met de toetsen
en
naar wens aanpassen.
Gebruiksaanwijzing in acht nemen
Maximale luchtvochtigheid bij opslag
Bereik van de opslagtemperatuur
<95%
-20°C
+70°C
WAARSCHUWING
Binnendringen van omgevingslucht!
Zorg er voor gebruik voor dat alle componenten veilig
en stevig met elkaar zijn verbonden.
04733412.eps
!