NEDERLANDS
NL
260
7.6.15.4 - Instelling van deactivering van het systeem en reset van
storingen
Het signaal dat het systeem activeert kan worden gegeven op een wil
-
lekeurige ingang (zie voor de elektrische aansluitingen de handleiding
van de besturingseenheid). De functie voor deactivering van het systeem
wordt verkregen door één van de waarden van de tabel 17 in te stellen,
de parameter Ix, die betrekking heeft op de ingang waarop het signaal,
waarmee u het systeem wilt deactiveren, is aangesloten.
Wanneer de functie actief is, wordt het systeem compleet gedeactiveerd
en wordt in de hoofdpagina het symbool F3 weergegeven.
Als er tegelijkertijd meerdere deactiveringsfuncties van het systeem ge
-
configureerd zijn op verschillende ingangen, signaleert het systeem “F3”
als er minstens één functie geactiveerd wordt en wordt het alarm opgehe
-
ven wanneer er geen enkele functie actief is.
Om de functie “gedeactiveerd” effectief te laten worden op het systeem
moet de ingang minstens 1 sec actief zijn.
Wanneer het systeem gedeactiveerd is, moet de ingang minstens 1 sec
niet actief zijn om de functie te deactiveren (heractivering van het sys
-
teem). Het gedrag van de functie is samengevat in Tabel 17.
Als er tegelijkertijd meerdere “gedeactiveerd”-functies geconfigureerd zijn
op verschillende ingangen, signaleert het systeem “F3” wanneer er min
-
stens één functie geactiveerd wordt. Het alarm wordt opgeheven wanneer
er geen enkele ingang geactiveerd is.
Met deze functie kunnen ook de eventuele aanwezige storingen gereset
worden, zie tabel 18.
Gedrag van de functie deactivering van het systeem en reset van storingen’
naargelang Ix en de ingang
Waarde
Parameter
Ix
Configuratie
ingang
Status ingang
Werking
Weergave op
display
5
Actief met hoog
signaal op de
ingang (NO)
Afwezig
Motor geacti
-
veerd
Geen
Aanwezig
Motor
gedeactiveerd
F3
6
Actief met laag
signaal op de
ingang (NC)
Afwezig
Motor gedeacti
-
veerd
F3
Aanwezig
Motor
geactiveerd
Geen
7
Actief met laag
signaal op de
ingang (NC)
Afwezig
Motor geacti
-
veerd
Geen
Aanwezig
Motor gedeac
-
t reset
storingen
F3
8
Actief met laag
signaal op de
ingang (NC)
Afwezig
Motor gedeac
-
t reset
storingen
F3
Aanwezig
Motor geacti
-
veerd
Geen
9
Actief met hoog
signaal op de
ingang (NO)
Afwezig
Motor geacti
-
veerd
Geen
Aanwezig
Reset storingen
Geen
7.6.15.5 - Instelling van de lagedrukdetectie (KIWA)
De minimumdrukschakelaar die de lage druk detecteert kan worden ver
-
bonden met een willekeurige ingang (zie voor de elektrische aansluitingen
de handleiding van de besturingseenheid). De functie voor detectie van de
lage druk wordt verkregen door de parameter Ix, die betrekking heeft op de
ingang waarop het activeringssignaal is aangesloten, in te stellen op één
van de waarden van tabel 18.
De activering van de lagedrukdetectiefunctie leidt tot blokkering van het
Tabel 17: Deactivering van het systeem en reset van storingen
Summary of Contents for E.sybox 30
Page 6: ......
Page 59: ...ITALIANO IT 56 ...
Page 62: ......
Page 116: ......
Page 172: ......
Page 228: ......
Page 284: ......
Page 340: ......
Page 394: ......
Page 448: ......
Page 501: ...ROMÂNĂ RO 498 ...
Page 504: ......
Page 560: ......
Page 616: ......
Page 669: ...TÜRKÇE TR 666 ...
Page 672: ......
Page 728: ......
Page 781: ...ČESKY CZ 778 ...
Page 784: ......
Page 838: ......
Page 889: ......
Page 906: ...903 فارسی ...