NEDERLANDS
NL
235
2.2.3 Vulwerkzaamheden
Installatie boven en onder waterniveau
Voor wat betreft de positie ten opzichte van het water dat gepompt moet wor
-
den, kan de installatie van het systeem “boven waterniveau” of “onder water
-
niveau” worden genoemd. In het bijzonder wordt een installatie “boven wa
-
terniveau” genoemd wanneer de pomp op een niveau boven dat van het te
pompen water wordt geplaatst (bv. pomp aan het oppervlak en water in de
put); omgekeerd wordt een installatie “onder waterniveau” genoemd wanneer
de pomp op een niveau onder dat van het te pompen water wordt geplaatst
(bv. hangende tank en pomp eronder).
Installatie “boven waterniveau”: verwijder met behulp van het meegele
-
verde gereedschap (afb.3_punt 5) of een schroevendraaier de vuldop die,
voor de horizontale configuratie, de dop op vlak F is (afb.1). Vul het sys
-
teem met schoon water door de vulopening, en zorg ervoor dat de lucht
naar buiten komt. De hoeveelheid water die nodig is om het systeem te
vullen is minstens 1,5 liter. Geadviseerd wordt een terugslagklep aan het
uiteinde van de aanzuigleiding te monteren (bodemklep), zodat ook deze
helemaal kan worden gevuld bij de vulwerkzaamheden. In dit geval is de
hoeveelheid water die nodig is voor het vullen afhankelijk van de lengte van
de aanzuigleiding (1,5 liter + …).
Installatie “onder waterniveau”: als er tussen de watervoorraad en het sys
-
teem geen afsluitkleppen aanwezig zijn (of als deze open zijn), wordt het
systeem automatisch gevuld zodra de opgesloten lucht naar buiten kan.
Door de vuldop (vlak F - afb. 1) dus open te draaien totdat de lucht naar
buiten stroomt, kan het systeem helemaal worden gevuld. Gebruik voor
het losdraaien van de dop het meegeleverde gereedschap (afb.3_punt 5)
of een schroevendraaier. Op het vullen moet worden toegezien en de vu
-
lopening moet worden gesloten zodra het water naar buiten komt (gead
-
viseerd wordt om een afsluitklep aan te brengen in de aanzuigleiding en
deze te gebruiken om het vullen met losgedraaide dop te besturen). Een
andere mogelijkheid, in het geval dat de aanzuigleiding is gesloten door
een dichte klep, is om het vullen uit te voeren zoals beschreven voor de
installatie boven waterniveau.
3 -INBEDRIJFSTELLING
Max. bedrijfsdruk 8 bar.
De aanzuigdiepte mag niet groter zijn dan 8 m voor de e.sybox
en 7 m voor de e.sybox 30/50.
3.1 - Elektrische aansluitingen
Om de immuniteit tegen mogelijk uitgestraald geluid naar andere appa
-
raten te verbeteren, wordt geadviseerd een aparte elektriciteitsleiding te
gebruiken voor de voeding van het product.
Let op: neem altijd de veiligheidsvoorschriften in acht!
De elektrische installatie moet worden uitgevoerd door een er
-
varen erkende elektricien, die alle verantwoordelijkheid hiervoor
op zich neemt.
Geadviseerd wordt om de installatie correct en veilig te aarden,
zoals wordt vereist door de geldende normen op dit gebied
De lijndruk kan veranderen bij het starten van de elektropomp.
De spanning op de lijn kan veranderingen ondergaan afhanke
-
lijk van andere inrichtingen die met de lijn verbonden zijn en de
Afb. 11
x4
x4
Summary of Contents for E.sybox 30
Page 6: ......
Page 59: ...ITALIANO IT 56 ...
Page 62: ......
Page 116: ......
Page 172: ......
Page 228: ......
Page 284: ......
Page 340: ......
Page 394: ......
Page 448: ......
Page 501: ...ROMÂNĂ RO 498 ...
Page 504: ......
Page 560: ......
Page 616: ......
Page 669: ...TÜRKÇE TR 666 ...
Page 672: ......
Page 728: ......
Page 781: ...ČESKY CZ 778 ...
Page 784: ......
Page 838: ......
Page 889: ......
Page 906: ...903 فارسی ...