NEDERLANDS
NL
233
vullen van het systeem mogelijk te maken (par. 2.1.2).
Als de installatie van het type “boven waterniveau” is, moet de
aanzuigleiding vanaf de waterbron naar de pomp aflopend wor
-
den gemonteerd, om de vorming van zwanehalzen of sifons te
vermijden. Plaats de aanzuigslang niet boven pompniveau (om
te voorkomen dat er zich luchtbellen in de aanzuigslang vormen).
De aanzuigslang moet aan zijn ingang op minstens 30 cm onder
het waterniveau aanzuigen, en moet over de hele lengte water
-
dicht zijn, tot aan de ingang van de elektropomp.
De aanzuig- en persleidingen moeten zo gemonteerd worden
dat ze geen enkele mechanische druk op de pomp uitoefenen.
2.1.2.Vulwerkzaamheden
Installatie boven en onder waterniveau
Installatie “boven waterniveau” (par. 2.1.1): open de technische ruimte en
verwijder de vuldop (afb.3_punt 6) met het meegeleverde gereedschap
(afb.3_punt 5) of een schroevendraaier. Vul het systeem met schoon water
door de vulopening, en zorg ervoor dat de lucht naar buiten komt. Als de
terugslagklep op de aanzuigleiding (aanbevolen in par. 2.1.1) aangebracht
is in de buurt van de ingangsopening van het systeem, zou de hoeveelheid
water die nodig is om het systeem te vullen 2,2 liter moeten zijn. Geadvi
-
seerd wordt de terugslagklep aan het uiteinde van de aanzuigleiding te
monteren (bodemklep), zodat ook deze helemaal kan worden gevuld bij de
vulwerkzaamheden. In dit geval is de hoeveelheid water die nodig is voor
het vullen afhankelijk van de lengte van de aanzuigleiding (2,2 liter + …).
Installatie “onder waterniveau” (par. 2.1.1): als er tussen de watervoorraad
en het systeem geen afsluitkleppen aanwezig zijn (of als deze open zijn),
wordt het systeem automatisch gevuld zodra de opgesloten lucht naar
buiten kan. Door de vuldop (afb.3_punt 6) dus zoveel als nodig is om de
opgesloten lucht weg te laten stromen open te draaien, wordt het systeem
in staat gesteld om zich helemaal te vullen. Hierop moet worden toegezien
en de vulopening moet worden gesloten zodra het water naar buiten komt
(geadviseerd wordt om een afsluitklep aan te brengen in de aanzuigleiding
en deze te gebruiken om het vullen met open dop te besturen). Een andere
mogelijkheid, in het geval dat de aanzuigleiding is gesloten door een dichte
klep, is om het vullen uit te voeren zoals beschreven voor de installatie
boven waterniveau.
2.2 -
Horizontale Configuratie
Verwijder de 4 steunpootjes van het onderblad van de verpakking en
schroef hen helemaal in de messing zittingen van vlak E. Stel het systeem
op de gewenste plaats op, rekening houdend met het ruimtebeslag van
afb.9.
•
De afstand van minstens 270 mm tussen vlak B van het systeem
en een obstakel wordt aanbevolen om eventueel onderhoud te
kunnen plegen op de terugslagklep zonder het systeem te hoe
-
ven afkoppelen van de installatie.
•
De afstand van minstens 200 mm tussen vlak A van het systeem
en een obstakel wordt aanbevolen om het deurtje te kunnen ver
-
wijderen en toegang te krijgen tot de technische ruimte.
•
De afstand van minstens 10 mm tussen vlak D van het systeem
en een obstakel is verplicht om de voedingskabel naar buiten te
laten komen.
10 mm
200 mm
270 mm
OUT 1
OUT
2
IN
565 mm
370 mm
265 mm
Afb.9
Summary of Contents for E.sybox 30
Page 6: ......
Page 59: ...ITALIANO IT 56 ...
Page 62: ......
Page 116: ......
Page 172: ......
Page 228: ......
Page 284: ......
Page 340: ......
Page 394: ......
Page 448: ......
Page 501: ...ROMÂNĂ RO 498 ...
Page 504: ......
Page 560: ......
Page 616: ......
Page 669: ...TÜRKÇE TR 666 ...
Page 672: ......
Page 728: ......
Page 781: ...ČESKY CZ 778 ...
Page 784: ......
Page 838: ......
Page 889: ......
Page 906: ...903 فارسی ...