NEDERLANDS
NL
236
kwaliteit van de lijn zelf.
De aardlekschakelaar die de installatie beveiligt moet correct ge
-
dimensioneerd zijn en moet van het type “Klasse A” zijn. De au
-
tomatische aardlekschakelaar moet gekenmerkt worden door de
twee volgende symbolen:
De magnetothermische veiligheidsschakelaar moet correct gedi
-
mensioneerd zijn (zie Elektrische kenmerken)
3.2 Configuratie van de geïntegreerde inverter
Het systeem is zo door de fabrikant geconfigureerd dat aan de meeste
installatiesituaties wordt voldaan, d.w.z.:
•
werking met constante druk;
•
setpoint (gewenste constante drukwaarde):
SP = 3.0 bar
•
Verlaging van de druk voor de herstart:
RP = 0.3 bar
•
Anticyclingfunctie:
Uitgeschakeld
Al deze parameters kunnen hoe dan ook door de gebruiker worden inge
-
steld, samen met vele andere. Er zijn vele andere bedrijfswijzen en verde
-
re opties mogelijk. Door middel van de diverse mogelijke instellingen en
de beschikbaarheid van configureerbare ingangs- en uitgangskanalen is
het mogelijk de werking van de inverter aan te passen aan de eisen van
verschillende installaties. Zie par. 5-6-7
Voor de bepaling van de parameters SP en RP heeft de druk
waarbij het systeem start de volgende waarde:
Pstart = SP – RP
Voorbeeld: 3,0 – 0,3 = 2,7 bar
in de standaardconfiguratie
Het systeem functioneert niet als het gebruikspunt zich op een grotere
hoogte bevindt dan het equivalent in meter-waterkolom van Pstart (neem
in aanmerking dat 1 bar = 10 mWk): voor de standaardconfiguratie geldt
dat als het gebruikspunt zich op minstens 27 m hoogte bevindt, het sys
-
teem niet start.
3.3 - Vooraanzuiging
Met vooraanzuiging van een pomp wordt de fase bedoeld gedurende wel
-
ke de machine probeert het huis en de aanzuigleiding te vullen met water.
Als dit goed verloopt, kan de machine naar behoren functioneren.
Nadat de pomp gevuld is (par. 2.1.2, 2.2.3) en het apparaat geconfigu
-
reerd (par. 3.2), kan de elektrische voeding worden aangesloten nadat er
minstens één gebruikspunt op het persgedeelte is geopend.
Het systeem wordt ingeschakeld en controleert de aanwezigheid van wa
-
ter in het persgedeelte gedurende de eerste 10 seconden.
Als er een waterstroom wordt waargenomen in het persgedeelte, is de
pomp volgezogen en begint hij normaal te werken. Dit is typisch het geval
van een installatie onder waterniveau (par. 2.1.2, 2.2.3). Het geopende
gebruikspunt op het persgedeelte waar nu het gepompte water naar buiten
komt, kan gesloten worden.
Als na 10 seconden geen regelmatige waterstroom wordt waargenomen in
het persgedeelte, vraagt het systeem bevestiging om de vooraanzuigpro
-
cedure te beginnen (gebruikelijk geval voor installaties boven waterniveau
- par 2.1.2, 2.2.3). Dit wil zeggen
:
Door op “+” te drukken wordt de vooraanzuigprocedure gestart: de pomp
begint te werken gedurende maximaal 5 minuten. In deze tijd grijpt de
veiligheidsblokkering voor droog lopen niet in. De vooraanzuigtijd hangt af
van diverse parameters, waarvan de diepte van het aan te zuigen water,
de diameter van de aanzuigleiding, de waterdichtheid van de aanzuiglei
-
ding de meeste invloed hebben. Op voorwaarde dat er een aanzuigleiding
wordt gebruikt met een maat van niet minder dan 1” en dat deze goed dicht
is (geen gaten of verbindingen waardoor lucht kan worden aangezogen),
is het product ontworpen om te kunnen vooraanzuigen in omstandigheden
met een waterdiepte van tot 8 m voor de e.sybox en 7 m voor de e.sybox
30/50, in een tijd van minder dan 5 minuten. Zodra het product een regu
-
Summary of Contents for E.sybox 30
Page 6: ......
Page 59: ...ITALIANO IT 56 ...
Page 62: ......
Page 116: ......
Page 172: ......
Page 228: ......
Page 284: ......
Page 340: ......
Page 394: ......
Page 448: ......
Page 501: ...ROMÂNĂ RO 498 ...
Page 504: ......
Page 560: ......
Page 616: ......
Page 669: ...TÜRKÇE TR 666 ...
Page 672: ......
Page 728: ......
Page 781: ...ČESKY CZ 778 ...
Page 784: ......
Page 838: ......
Page 889: ......
Page 906: ...903 فارسی ...