24
3.
Plaats een spike-loze biopsietang of krokodillentang door de gastroscoop en duw de
tang door de PEG-sonde uit de maag totdat de tang uit de sonde tevoorschijn komt.
4.
Breng een wateroplosbaar glijmiddel royaal op de voerdraad aan, vooral bij de tip.
5. Plaats de luchtplug over de voerdraad en pak met de tang het voerdraaduiteinde met de
slappe tip vast.
(Zie afb. 2)
6. Trek de voerdraad en de tang in de sonde terug en zet de luchtplug stevig in het uiteinde
van de PEG-sonde vast om luchtlekken tot een minimum te beperken.
(Zie afb. 3)
7. Insuffleer de maag om betere visualisatie van de pylorus te verkrijgen.
8. Voer de gastroscoop met de voerdraad en de tang op door de pylorus tot in het tweede deel
van het duodenum.
9.
Trek de voerdraad recht door hem aan beide uiteinden gespannen te houden.
Voer de voerdraad en de tang op tot het derde deel van het duodenum.
10.
Breng een wateroplosbaar glijmiddel royaal op de J-sonde aan, vooral bij de tip.
11. Verwijder de luchtplug uit de gastrostomiesonde (G-sonde) en plaats de J-sonde vervolgens
over de voerdraad.
(Zie afb. 4)
12. Blijf de voerdraad gespannen houden en voer de J-sonde langzaam over de voerdraad op.
Voer de J-sonde verder op totdat de tang van de draad loskomt. NB: De J-sonde moet zich
distaal bewegen wanneer de tang van de draad loskomt.
13. Verwijder de tang uit de scoop en steek de voedingsadapter stevig in de
PEG-sonde.
(Zie afb. 5)
14. Controleer endoscopisch of de J-sonde juist is gepositioneerd.
15.
Zuig lucht op en verwijder de scoop daarna al draaiend om het sleepeffect op de
J-sonde tot een minimum te beperken.
16. Controleer of de J-sonde niet door de pylorus tot in de maag is achteruitgeschoven.
(Zie afb. 6)
NB: Er kan een kabelbinder worden aangebracht rond de proximale
gastrostomiesonde bij de voedingsadapter om te voorkomen dat de J-sonde
onbedoeld uit de PEG-sonde wordt verwijderd.
17. Verwijder de voerdraad voorzichtig onder endoscopische observatie. Controleer nogmaals
of de J-sonde niet tot in de maag is achteruitgeschoven en verwijder vervolgens
de gastroscoop.
18. Spoel met een 60 ml irrigatiespuit met piston 50 ml water door de gele J-sondepoort van
de voedingsadapter. Een juist geplaatste sonde kan gemakkelijk worden doorgespoeld.
NB: De rode G-sondepoort van de voedingsadapter wordt gebruikt voor toegang tot
de maag.
19. Plaats de twistbinder of kabelbinder terug bij de uitwendige steun van de PEG-sonde en
zorg dat de sonde daarbij niet plooit. Belangrijk: Gebruik de twistbinder of kabelbinder
om de draaisteun goed aan de sonde te bevestigen. Dit helpt voorkomen dat de
sonde later migreert en maakt het minder vaak nodig om constant aan de sonde
te trekken of deze te repositioneren. Waarschuwing: Overmatige tractie aan de
maagsonde kan voortijdige verwijdering, materiaalmoeheid of disfunctioneren van
de sonde veroorzaken.
20. Noteer de instructies van de arts voor de voeding en de toediening van voorgeschreven
medicatie in de handleiding patiëntenzorg bij de gastrojejunostomiesonde.
21. Maak na de plaatsing van de J-sonde röntgenfoto’s van het abdomen om te zien of de sonde
juist is gepositioneerd.
De sonde verwijderen
NB: Het verdient aanbeveling om vóór verwijdering een nieuwe gastrojejunostomie-sonde
(G-J-sonde) aan te schaffen of, als alleen PEG-sondevoeding is gewenst, een universele
adapter voor inbrenging in de Cook PEG-sonde aan te schaffen.