21
CBX 11 / 13
Le chauffeeau instantané est un
appareil de la classe de protection I
et doit être raccordé au fil de terre !
1. Avant de procéder au branchement
électrique, mettre le câble d‘alimenta-
tion de l‘appareil hors tension !
•
L‘appareil doit être raccordé par un câble
d‘alimentation secteur autorisé
ou par
branchement fixe direct. L‘installation
doit comporter un dis posi tif de coupure
tous pôles (p. ex. fusibles); l‘espace
coupe-circuit entre les contacts doit être
≥ 3 mm par pôle.
•
La section du câble doit être dimension-
née selon la puissance de l‘appareil.
• Pour protéger l’appareil, il faut installer
un élément de protection de ligne au
courant de déclenchement adapté au
courant nominal de l’appareil.
2. Le câble d‘alimentation doit être étan-
chéifié avec la douille en caoutchouc et
raccordé avec soin par les conducteurs
ainsi que le fil de terre à la borne de
raccorde ment marquée en conséquence.
• En cas de besoin, la borne de raccorde
ment peut être déplacée et installée
dans la partie inférieure de l‘appareil.
• La décharge de traction ne peut être
utilisée que pour les types CBX 11..13.
Le câble de raccordement ne doit pas
être exposé à des sollicitations par
traction s‘il n‘est pas équipé d‘une
décharge de traction.
3. Mettre le capot en place. Le fixer avec
la vis de fixation.
4. Purger entièrement l‘appareil en le
remplissant d‘eau, réenclencher le
fusible et mettre l‘appareil en service.
5. Expliquez aux utilisateurs le fonction-
nement et présentez lui ce mode
d‘emploi.
6. Remplisez la carte d‘ enregistration et
envoyez cette carte au SAV ou inscrivez
l‘ appareil online par notre website
www.clage.de
De doorloopverwarmer is een apparaat
uit de veiligheidsklasse I en moet met
de randaarde worden verbonden!
1. Voor het aansluiten van de elektrische-
toevoerkabel de stroom van het
apparaat uitschakelen!
• Het apparaat moet via een goedge
-
keurde stroomkabel of via een directe
vaste aansluiting worden aangesloten.
Tijdens de installatie moet aan alle polen
een ontkoppelmechanisme (bijv. met
zekeringen) met een contactopening van
minimaal 3 mm worden geplaatst.
• De doorsnede van de toevoerkabel
moet voldoende zijn voor het vermo-
gen van het apparaat.
• Voor de beveiliging van het apparaat
moet u een zekering monteren voor
lijnbeveiliging met een aan de nomina-
le stroom van het apparaat aangepaste
waarde.
2. De aansluitkabel moet met een rub-
beren afsluiter worden afgeschermd
en met de kabels alsmede met de
randaarde via de overeenkomstig
gelabelde aansluitklemmen zorgvuldig
worden aangesloten.
• Indien gewenst kan de aansluitklem
naar het onderste deel van het
apparaat verplaatst worden.
• U kunt de trekontlasting monteren. Er
mag niet aan de aansluitkabel worden
getrokken wanneer de trekontlasting
niet wordt gemonteerd.
3. Zet de kap terug. Vastzetten met de
bevestigingsschroef.
4. Apparaat helemaal ontluchten door
het met water te vullen,
zekering
weer inschakelen en apparaat in
gebruik nemen.
5. Leg de gebruiker de werking van het
apparaat uit en overhandig hem deze
handleiding.
6. Vul de registratiekaart in en stuur deze
naar de centrale klantenservice of
registreer het apparaat online via onze
website www.clage.de.
10. Branchement électrique
10. Elektrische aansluiting