veel eenvoudiger om de ruimteresonanties onder
kontrole te krijgen, terwijl u tegelijkertijd de
hoofdluidsprekers op hun – voor het totaal
geluidsbeeld – beste plaats neer kunt zetten.
Wilt u de ASW™2500 in een kleine ruimte
inbouwen, zoals bijvoorbeeld in handgemaakte
meubels, zorg dan wel voor een goede ventilatie
en koeling voor de ingebouwde eindversterker.
Twijfelt u over de ventilatie, vraag dan advies
aan uw leverancier.
De ASW™2500 wordt geleverd met vier
“spikes”. Deze prikken door het tapijt en rusten
op de vloer eronder. Draai eerst de klemmoeren
helemaal op de spikes en draai dan de spikes
geheel in de luidsprekeronderkant.
Heeft u geen tapijt en wilt u krassen op de vloer
voorkomen? Gebruik dan een beschermplaatje
tussen vloer en spikes of – in plaats van de
spikes – de rubber voetjes. Een andere en betere
mogelijkheid is om zogenaamde “pucks”
(bijvoorbeeld van Transrotor) te gebruiken. Deze
voorkomen zowel koppeling van
luidsprekertrillingen met de vloer als
beschadiging van de vloer.
Schroef eerst de klemmoeren helemaal tot aan
de onderzijde van de voetjes of spikes. Schroef
dan deze (voetjes of spikes) volledig in de
luidspreker(onderkant). Staat de behuizing nu
niet stabiel: draai dan de twee voetjes of spikes
die de vloer niet raken naar buiten totdat de
behuizing wel stevig staat. Fixeer daarna alle
voetjes of spikes door de klemmoeren tegen de
behuizing vast te draaien.
Aansluiten
Overtuig u er eerst van dat de ASW™2500 en
alle andere apparaten van het systeem niet
meer met het lichtnet zijn verbonden. Hierdoor
bent u er zeker van dat er tijdens het loshalen
en vastmaken van kabels geen enkele schade
kan ontstaan.
De funktie van een sublaagluidspreker is om
signalen van de versterker(keten) te splitsen in
een sublaag- en een restsignaal. Dit laatste
wordt dan doorgestuurd naar de
satellietluidsprekers. De linker en rechter
ingangskanalen kunnen desnoods worden
gemengd naar een mono laagsignaal voor de
subluidspreker.
De sublaagluidspreker heeft in- en uitgangen met
zowel line level-aansluitingen (tulp) als speakers-
aansluitingen (4 mm banaanklem) op het
achterpaneel.
Onderstaande tabel toont de juiste
aansluitmethode voor uw installatie:
Toepassing: Home Theatre Apparatuur
De sublaagluidspreker kan worden gebruikt met
elke decoder die een lijnuitgang heeft voor de
“subwoofer” (meestal een tulpconnector). De
meeste decoders van geïntegreerde versterkers
hebben ook een aparte lijnuitgang voor
“subwoofer” of “LFE”.
• Decoder met een of meer
sublaagluidsprekers – fig. 3
Toepassing: Stereo
Aparte voor- en eindversterkers:
a
Eén of meer sublaagluidsprekers en uitgang
gecombineerd tot mono signaal: Aansluiting:
fig. 4
b
Twee sublaagluidsprekers met gescheiden
signaal voor links en rechts: Aansluiting:
fig. 5
De ASW™2500 kan niet worden gebruikt met
geïntegreerde stereoversterkers, tenzij deze een
aparte voorversterkerlijnuitgang hebben (“preamp
out”).
Meer dan één sublaagluidspreker
gebruiken
Meer dan één sub in een systeem kan de
weergave op de volgende manieren verbeteren:
•
De stereoscheiding blijft optimaal tot de
laagste frequenties.
•
Grotere luisterruimtes zijn mogelijk.
•
Hogere geluidsniveaus zijn mogelijk, vaak
noodzakelijk om op de juiste wijze de
speciale Home Cinema effekten goed weer
te geven.
•
Ruimteresonanties worden minder storend
hoorbaar.
Gebruikt u bij stereoweergave twee
sublaagluidsprekers dan zal de kanaalscheiding
verbeteren: wanneer elk kanaal een eigen
sublaagluidspreker heeft én deze dichtbij de
bijbehorende satellietluidspreker wordt geplaatst.
Kunt u de sublaagluidsprekers niet dicht bij de
satellieten zetten, gebruik dan de monouitgang
(figuur 4).
Kontroleer alle aansluitingen
nogmaals
KONTROLEER OF DE SPANNINGSWAARDE –
ZOALS AANGEGEVEN OP HET
VERSTERKERPANEEL – OVEREENKOMT MET DIE
VAN DE PLAATSELIJKE LICHTNETSPANNING!
Voordat u de weergave van uw systeem gaat
beluisteren en afregelen moet u nogmaals alle
aansluitingen kontroleren. Het gebeurt namelijk
maar al te vaak dat gebruikers klagen dat ze
geen behoorlijk geluid krijgen ongeacht de
gemaakte instelling om dan te ontdekken dat er
iets verkeerd was aangesloten. Kontroleer dus of:
•
De signaalpolariteit klopt: voor de
luidsprekeraansluitingen van de satellieten
geldt dat de “+” op de “+” moet zijn
aangesloten en de “–” op de “–”. Als dit niet
goed is, krijgt u een “wazig” geluid met een
onduidelijke stereopositionering of weinig
laag of zelfs beide tegelijk!
•
De linker en rechter kanalen in het gehele
systeem op dezelfde manier zijn
aangesloten. In een goed Home Cinema
systeem beweegt het geluidsbeeld in
dezelfde richting als het beeld op het
scherm. Dus als bijvoorbeeld een vliegtuig
van links naar rechts vliegt, moet het geluid
ook van links naar rechts bewegen. Bij een
foutieve aansluiting ergens in het systeem zal
het geluid dan precies andersom (van rechts
naar links) bewegen.
In- en uitschakelen
We adviseren om eerst de ASW™2500 in te
schakelen (met 7.) en daarna pas de andere
versterkers die signalen van de sublaagluidspreker
krijgen. Het omgekeerde geldt bij uitschakelen:
dan moet de ASW™2500 als laatste worden
uitgeschakeld.
De aan/auto/standby schakelaar (9)
rechtsboven op het versterkerpaneel schakelt de
versterker niet volledig van het lichtnet. Hij
handhaaft een laagspanningsverbinding met een
speciale sensorschakeling. De 230 V modellen
hebben echter nog een extra lichtnetschakelaar
(13). Wanneer de luidspreker voor een langere
tijd (bijv. tijdens vakantie) niet wordt gebruikt,
adviseren wij u om hem met die netschakelaar
helemaal uit te schakelen.
De schakelaar (9) werkt als volgt:
On:
In deze stand blijft de versterker altijd aktief en is
de indicatie groen.
Auto:
Nadat u de sublaagluidspreker voor het eerst in
de stand “Auto” heeft geschakeld, gaat de
versterker aan en brandt boven de
aan/uitschakelaar een groene indicatie (10).
Als er na 5 minuten geen ingangsignaal is
gedetecteerd zal de versterker automatisch in
“standby” schakelen: de indicatie wordt rood.
Zodra een ingangssignaal wordt “gevoeld”,
schakelt de versterker weer in en wordt de
indicatie groen.
Standby:
In deze stand staat de versterker permanent in
“standby” en zal de indicatie rood blijven.
Instellen
Er zijn de volgende 5 “knoppen”:
•
Volumeregelaar (VOLUME, 4)
•
Frequentieregelaar voor laagfilter
(LOW-PASS FREQUENCY, 5)
•
Polariteitschakelaar (0°/180°) (PHASE, 6)
•
Schakelaar voor laagfilter (LOW-PASS
FILTER, 7)
•
Schakelaar voor klankregeling (EQ, 8)
22
