Nederlands |
83
Bosch Power Tools
3 609 929 C62 | (9.12.13)
Draaien met de wijzers van de klok mee leidt tot een groter
draaimoment. Draaien tegen de wijzers van de klok in leidt tot
een kleiner draaimoment.
Verwijder het instelgereedschap
30
. Duw de schuif
7
weer
naar voren om de koppeling tegen vervuiling te beschermen.
Opmerking:
De vereiste instelling is afhankelijk van het soort
schroefverbinding en kunt u het best proefondervindelijk
vaststellen. Controleer de testverbinding met een draaimo-
mentsleutel.
Stel het draaimoment alleen in het aangegeven capaci-
teitsbereik in, omdat anders de afslagkoppeling niet
meer aanspreekt.
Draaimomentinstelling markeren
Bij deze haakse industrie-accuschroevendraaiers moet eerst
de haakse schroefkop worden verwijderd, zie „Verstellen en
verwijderen van de haakse schroefkop”, pagina 83.
Nu kunt u het draaimoment markeren, zoals in het onder-
staande beschreven.
U kunt de markeringsring
17
vervangen door een markerings-
ring van een andere kleur om apart ingestelde draaimomen-
ten aan te geven.
Als u bijvoorbeeld enkele EXACT-gereedschappen met een
draaimoment van 4,5 Nm gebruikt, kunt u rode markerings-
ringen aanbrengen om het draaimoment aan te geven. Als u
andere EXACT-gereedschappen in een ander montagebereik
gebruikt, waarvan het draaimoment op 7,5 Nm is ingesteld,
kunt u een markeringsring van een andere kleur (zwart,
blauw, groen, of geel) aanbrengen om het draaimoment in dit
bereik aan te geven. De markeringsringen in verschillende
kleuren zijn alleen als hulpmiddel voor de monteurs bedoeld,
om sneller te kunnen herkennen welk draaimoment er op het
desbetreffende elektrische gereedschap is ingesteld.
Druk de markeringsring
17
met een dun schroevendraaier-
blad, een plamuurmes of iets dergelijks los.
Gebruik het elektrische gereedschap altijd met een marke-
ringsring om er zeker van te zijn dat het machinehuis tegen
stof en vuil beschermd is.
LED-indicatie
Indicatie oplaadtoestand accu
Als de accu
11
moet worden opgeladen, knippert
de LED-indicatie
10
groen en klinkt er een ge-
luidssignaal. Slechts 6 – 8 schroefverbindingen
zijn dan nog mogelijk.
Als de LED-indicatie rood brandt, is de capaciteit niet meer
voldoende voor een schroefverbinding of is het elektrische
gereedschap overbelast. Het elektrische gereedschap kan
niet meer worden ingeschakeld. De inschakelblokkering blijft
actief tot de accu uit het elektrische gereedschap is getrokken
en er weer een opgeladen accu wordt ingezet.
Als u met een spanningsadapter werkt, geeft de rode LED-in-
dicatie
10
een overbelasting aan.
Als de LED-indicatie
10
rood knippert, is het elektrische ge-
reedschap oververhit en buiten bedrijf. Wacht tot het knippe-
ren na korte tijd automatisch ophoudt, voordat u het elektri-
sche gereedschap opnieuw in bedrijf neemt.
Een duidelijk kortere gebruiksduur van het elektrische ge-
reedschap telkens na het opladen geeft aan dat de accu spoe-
dig moet worden vervangen. Voer versleten accu’s af volgens
de geldende bepalingen.
Indicatie schroefverbindingen
Bij het bereiken van het vooraf ingestelde draai-
moment wordt de uitschakelkoppeling geacti-
veerd. De LED-indicatie
9
brandt groen.
Als het vooraf ingestelde draaimoment niet wordt bereikt,
gaat de LED-indicatie
9
rood branden en klinkt er een geluids-
signaal. De schroefverbinding moet nogmaals worden uitge-
voerd.
Herhalingsbescherming
Als bij een schroefbewerking de uitschakelkoppeling is geac-
tiveerd, wordt de motor uitgeschakeld. Opnieuw inschakelen
is pas mogelijk na een pauze van 0,7 seconden. Daardoor
voorkomt u per ongeluk vastdraaien van reeds vastgedraaide
schroefverbindingen.
Verstellen van de haakse schroefkop
U kunt de haakse schroefkop
3
in acht posities verstellen.
Houd het elektrische gereedschap met de steeksleutel
6
aan
het sleutelvlak
5
van de flens van de haakse schroefkop vast.
Span de machine nooit aan het machinehuis in.
Draai de wartelmoer los met de steeksleutel
4
op het sleutel-
vlak
19
. Verstel de haakse schroefkop
3
telkens 45° in de ge-
wenste stand en draai de wartelmoer weer vast met de steek-
sleutel
4
op het sleutelvlak
19
.
Houd daarbij met de steeksleutel
6
de flens van de haakse
schroefkop tegen.
Neem de informatie bij het door u gekochte platte krachtaf-
neempunt in acht of vraag uw vakhandel om advies.
Verstellen en verwijderen van de haakse schroefkop
(zie afbeelding J)
De haakse schroefkop
3
met gereedschapopname
2
kan trap-
loos 360° worden versteld.
Draai de contramoer
20
los door met een geschikt gereed-
schap in een opening van de contramoer te haken en in pijl-
richting
a
(linkse schroefdraad) te draaien.
Draai de haakse schroefkop
3
in de richting van de pijl
b
tot de
gewenste werkhoek bereikt is, echter hoogstens eenmaal
360°.
Zet de haakse schroefkop
3
in deze positie vast door de con-
tramoer
20
in pijlrichting
c
tegen de haakse schroefkop te
draaien. Draai de contramoer
20
met een aanhaalmoment
van max. 50 Nm weer vast.
ANGLE EXACT
25–250
|
30–380
|
40–280
|
50–210
|
60–170
ANGLE EXACT
2
|
3
|
6
|
7
|
7–900
|
8
|
10–650
|
14–420
|
14CF
|
15
|
17
|
22CF
|
23
|
25–200
|
29CF
|
30
|
30–300
ANGLE EXACT
2
|
3
|
6
|
7
|
7–900
|
8
|
10–650
|
14–420
|
15
|
17
|
23
|
25–200
|
30
|
30–300
ANGLE EXACT
14CF
|
22CF
|
29CF
ANGLE EXACT
25–250
|
30–380
|
40–280
|
50–210
|
60–170
OBJ_BUCH-412-002.book Page 83 Monday, December 9, 2013 5:34 PM