13
Inbrengen katheter
1. Schuif de werkhuls over de ballon en plaats deze proximaal van de ballon voor het inbrengen.
N.b. Dilatatieprocedures dienen onder doorlichting plaats te vinden met gebruik van geschikte
röntgenapparatuur, of onder direct zicht.
2. Breng de katheter zorgvuldig over een 0,038 inch (0,97 mm) voerdraad in en plaats hem in het te
dilateren gebied. Gebruik de radio-opake markeringen om de juiste positie te bepalen.
Opgepast: Katheter of voerdraad niet tegen belangrijke weerstanden in opvoeren of terugtrekken. De
oorzaak van de weerstand moet door middel van doorlichting worden opgespoord waarna geëigende
stappen moeten worden ondernomen.
Het opblazen van de ballonkatheter
1. Vul het opblaashulpmiddel (
e
agle
™ opblaashulpmiddel) met steriele opblaasvloeistof.
2. Sluit het opblaashulpmiddel op he ballonlumen aan.
3. Open de kraan en blaas de ballon op.
4. Als het opblazen is geschied, huls over de ballon laten glijden.
Waarschuwing: Gebruik geen lucht of andere gassen als opblaasmedium voor de ballon, maar altijd
steriele vloeistoffen.
N.b.: Het gebruik van een opblaashulpmiddel met drukmeter wordt sterk aanbevolen om zeker te zijn dat
er genoeg druk wordt opgebouwd en dat de maximale ballondruk niet wordt overschreden.
N.b.: Een kleine drukvermindering in de ballon kan nodig zijn bij het opschuiven van de huls over de
ballon.
Opgepast: Nominale maximaal toegelaten druk (RBP, rated burst pressure) van de ballon niet
overschrijden. Als u dit toch doet kan de ballon knappen. Zie het etiket op het hulpmiddel voor de
aanbevolen RBP.
Leeg laten lopen van de ballonkatheter
Laat de ballon leeglopen met een opblaashulpmiddel. Aangezien de tijd die hiervoor nodig is wisselt met de
dikte en lengte van de ballon moet u onder doorlichting bevestigen dat de ballon leeg is alvorens te proberen
terug te trekken.
1. Bevestig het opblaashulpmiddel (
e
agle
™ opblaashulpmiddel) en trek de oplossing uit de ballon door aan
de zuiger te trekken.
2. Verwijder het opblaashulpmiddel van de ballonkatheter. Hierdoor kan de ballon op gelijke druk met de
omgeving komen, waardoor hij slapper wordt.
3. Katheter voorzichtig terugtrekken. Bij het verwijderen van de katheter wordt aanbevolen deze voorzichtig
tegen de klok in te draaien.
Waarschuwing: Als er weerstand wordt gevoeld bij het verwijderen van de katheter of de voerdraad uit
de werkhuls, stop dan en overweeg beide tesamen als een eenheid te verwijderen om beschadiging van
het product te voorkomen. Het uitoefenen van overmatige kracht op de katheter kan leiden tot afbreken
van de tip of loslaten van de ballon.
Het gebruik van het opvouwhulpmiddel
De ballonkatheter wordt geleverd samen met een opvouwhulpmiddel. Dit kan worden gebruikt om de ballon
voor te bereiden om nogmaals te worden ingebracht tijdens de ingreep. Gebruik als volgt:
1. Knijp de ballon met de hand samen.
2. Breng het opvouwhulpmiddel naar het ene uiteinde.
3. Draai het opvouwhulpmiddel tegen de klok in en duw de ballon erin tot de hele lengte van de ballon erin
zit.
4. Als de ballon eenmaal is opgevouwen, verwijder dan het opvouwhulpmiddel en ga verder met de ingreep.
Opslag
Koel, droog en donker bewaren. Niet bewaren bij straling of ultraviolette bronnen aangezien deze de materialen
van het product kunnen beschadigen.
Bard, Eagle en X-Force zijn handelsmerken en/of gedeponeerde handelsmerken van C. R. Bard, Inc.
Copyright ©2017 C. R. Bard, Inc. Alle rechten voorbehouden.