14
Gebruik
MAN1246 (04/10/2018)
Maaihoogte afstellen
ATTENTIE
Vermijd contact van de messen met de grond. Als messen tegen de
grond slaan, ontstaat er een zeer zware schokbelasting op de maaier. Als
dit herhaaldelijk gebeurt, zullen de maaier, aandrijflijn en overbrengingen
beschadigd raken.
Het maaihoogtebereik is 25 tot 381 mm. De maaihoogte wordt ingesteld met
een hydraulische cilinder.
Houd bij het selecteren van de maaihoogte rekening met het werkgebied. Als in
ruwer terrein de messen in contact kunnen komen met verhogingen, stel de
maaihoogte dan overeenkomstig af. De maaihoogte (mesrand) ligt ongeveer
25 mm boven de onderkant van de zijslede.
Maaihoogte (normaal maaien) - Middendeel
1.
Plaats de maaier op een harde, vlakke ondergrond en selecteer een
maaihoogte bij benadering, bijvoorbeeld 150 mm.
2.
Breng de vleugels omhoog en vergrendel ze in de stand UP.
3.
Breng het middendeel omhoog of omlaag om een afstand van 127 mm te
verkrijgen vanaf de onderrand van de glijschoen tot de grond.
4.
Draai de borgmoeren van de positiestang tussen het wieljuk en de dissel terug.
5.
Schuif de stang in of uit tot de achterkant van de maaier ongeveer 12 mm
hoger ligt dan de voorkant.
6.
Draai de borgmoeren weer aan.
Maaihoogte (normaal maaien) - Vleugels
1.
Breng de vleugels omlaag in de normale maaistand.
2.
Draai de borgmoer op de stelverbinding (schroefspanner) terug.
3.
Bij verlengen van de verbinding beweegt de vleugel omhoog, bij verkorten
omlaag. De achterrand van de vleugel moet evenwijdig zijn aan de grond.
Als de maaier voor versnipperen wordt gebruikt, moet de achterkant van het
maaidek 12 tot 25 mm lager staan dan de voorkant.
TREKKERBEDIENING
Wees voorzichtig bij het werken rond boomstronken en andere lage objecten.
Voorkom dat u van de trekker wordt gestoten en letsel oploopt.
Gebruik alleen een trekker met een ROPS (rolkooi) en een veiligheidsgordel.
Zet de veiligheidsgordel stevig vast.
De maaier wordt bediend met bedieningselementen op de trekker. Schakel de
aftakas in met een laag toerental om overmatige belasting van het aandrijfsysteem
van de maaier te voorkomen. Geef gas bij tot het aanbevolen aftakastoerental.
Zorg ervoor dat de bestuurder vertrouwd is met alle bedieningselementen en
de trekker en maaier snel kan stoppen in een noodgeval. De bestuurder moet
zich volledig concentreren op de bediening van de trekker en maaier.
MAAIERBEDIENING
Zorg ervoor dat alle personen zich op een veilige plaats bevinden als u begint
met maaien.
Het vermogen voor de aandrijving van de maaier wordt geleverd door de afta-
kas van de trekker. Stel de aftakas in op 540 tpm (1000 tpm voor "Q"-modellen).
Zorg dat u weet hoe u de trekker en maaier in noodgevallen snel kunt stoppen.
Om de maaier onder normale omstandigheden te stoppen, moet het toerental
eerst naar stationair worden verlaagd en vervolgens pas de aftakas worden uit-
geschakeld, zodat de snijbladen minder hard draaien en sneller tot stilstand
komen.
Schakel de aftakas in met een laag toerental om de belasting op het aan-
drijfsysteem en de tandwielkasten te minimaliseren.
Verhoog met de aftakas ingeschakeld het aftakastoerental tot 540 of 1000 tpm,
afhankelijk van het model, en houd dat gedurende het gehele maaiproces aan.
De tandwielkasten wordt beschermd door een slipkoppeling met vervangbare
composietschijven. De slipkoppeling is ontworpen om te slippen wanneer er
overmatige torsiebelasting optreedt.
Rijd langzaam het materiaal in. Pas de rijsnelheid van de trekker aan om een
schone snede te verkrijgen zonder onder de toeren te rijden.
Gebruik een lage rijsnelheid voor betere versnippering.
De juiste rijsnelheid is afhankelijk van het terrein en de hoogte, het type en de
dichtheid van het materiaal.
Normaal gesproken zal de rijsnelheid variëren van 3 tot 8 km/h. Hoog, dicht
materiaal moet met een lage snelheid worden gemaaid; dun, middelhoog mate-
riaal kan met een hogere rijsnelheid worden gemaaid.
Stel de aftakas van de trekker altijd in op het juiste toerental (540 of 1000 tpm,
afhankelijk van het model) om de messnelheid te handhaven en een schone
snede te verkrijgen.
Onder bepaalde omstandigheden kunnen trekkerbanden gras naar beneden druk-
ken, waardoor het niet op dezelfde lengte wordt gemaaid als het omringende
materiaal. Verlaag als dit gebeurt uw rijsnelheid, maar houd de aftakas op 540 of
1000 tpm. Door de lagere rijsnelheid zal het gras gedeeltelijk terugveren.
Maaitips
Kijk omlaag en naar achteren en controleer of het gebied vrij is alvo-
rens achteruit te rijden.
Gebruik of transporteer de maaier niet op steile hellingen.
Stop en start niet op hellingen, en verander niet plotseling van richting.
Wees uiterst voorzichtig en verlaag de rijsnelheid op hellingen en
ruw terrein.
De trekker moet zijn voorzien van een ROPS of ROPS-cabine en veilig-
heidsgordel. Zet de veiligheidsgordel goed vast. Bij een val van de trekker
kunt u worden overreden of verpletterd, mogelijk met de dood tot gevolg.
Houd opklapbare ROPS-systemen te allen tijde in de vergrendelde stand.
De maximale aanbevolen rijsnelheid voor maaien of versnipperen is 10 km/h.
Pas de rijsnelheid van de trekker aan door een hogere of lagere versnelling te
kiezen om een schone snede te verkrijgen zonder onder de toeren te rijden.
Hoog materiaal moet twee keer worden gemaaid. Maai het materiaal hoger bij de eer-
ste werkgang. Maai onder 90 graden op de gewenste hoogte bij de tweede werkgang.
Onthoud dat scherpe messen schonere snedes produceren en minder vermo-
gen vergen.
Analyseer een gebied om de beste procedure te bepalen voordat u het binnen-
rijdt. Houd rekening met de lengte en het type van het te maaien materiaal en
het terreintype (heuvelachtig, vlak, ruw etc.).
Versnipperen
De maaier kan worden gebruikt om diverse gewassen te versnipperen, zoals
groenbemesting, stro, stoppels, asperge-afval, maïsstengels en vergelijkbare
materialen. De maaier kan ook worden gebruikt voor snoeiwerkzaamheden in
boom- en wijngaarden.
Voor elke versnipperingsoperatie kan een andere instelling vereist zijn. Begin met
de voorkant van de maaier hoog. Stel naar behoefte naar boven of beneden bij
met de positiestang. Experimenteer tot u het gewenste resultaat verkrijgt.
Controleer als de versnipperstand is ingesteld of de afstand van de onderste
achterrand van de vleugel tot de grond overeenkomt met de achterste onder-
rand van het middendeel tot de grond.
TRANSPORT
Let tijdens gebruik op verborgen gevaren in het terrein.
Stop de trekker en de apparatuur onmiddellijk als u een obstakel
raakt. Schakel de motor uit, verwijder de sleutel en inspecteer en repareer
eventuele schade alvorens het gebruik te hervatten.
Breng altijd de eenheid omhoog en installeer de transportvergrendelin-
gen alvorens de eenheid te transporteren. Lekkage of uitval van een mecha-
nisch of hydraulisch systeem kan ertoe leiden dat de apparatuur valt.
Bevestig altijd de veiligheidsketting aan de trekstang bij transport
van de eenheid.
Rijd nooit sneller dan 32 km/h (20 mph) tijdens transport.
Laat nooit personen meerijden op de trekker of het werktuig.
Schakel de aftakas niet in tijdens transport.
Gebruik of transporteer de maaier niet op steile hellingen.
Laat nooit kinderen of onervaren personen de apparatuur bedienen.
Houd omstanders uit de buurt bij het bedienen, aankoppelen, verwij-
deren, monteren of onderhouden van apparatuur.
Zorg ervoor dat de veerbelaste borgpen of kraag vrij kan schuiven en
stevig in de groef van de aftakas van de trekker zit.
Draag altijd relatief strakke kleding om te voorkomen dat u wordt gegre-
pen door bewegende delen. Draag stevige werkschoenen met profielzolen
en andere beschermende uitrusting voor de ogen, het haar, de handen, het
gehoor en het hoofd, en een ademhalings- of filtermasker indien nodig.
Gebruik of transporteer geen apparatuur terwijl u onder invloed bent
van alcohol of drugs.
Let tijdens het transport met name op bovengrondse elektriciteitska-
bels en zorg ervoor dat er genoeg ruimte zit tussen deze kabels en de
machine
Houd u altijd aan alle nationale en lokale verlichtings- en markerings-
voorschriften.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
LET OP
LET OP
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
LET OP
LET OP
Содержание Batwing BW10.50E
Страница 10: ...10 Declaration of Conformity MAN1246 04 10 2018 ...
Страница 11: ...Declaration of Conformity 11 MAN1246 04 10 2018 ...
Страница 12: ...12 Declaration of Conformity MAN1246 04 10 2018 ...
Страница 28: ...28 Dealer Check Lists MAN1246 14 12 2017 NOTES ...
Страница 34: ...34 50 Series Parts MAN1246 04 10 2018 WING CENTRE GEARBOX ASSEMBLY ...
Страница 58: ...58 Parts All Models MAN1246 04 10 2018 TONGUE ASSEMBLY ...
Страница 84: ...10 Déclaration de conformité MAN1246 14 12 2017 ...
Страница 85: ...Déclaration de conformité 11 MAN1246 04 10 2018 ...
Страница 86: ...12 Déclaration de conformité MAN1246 04 10 2018 ...
Страница 110: ...10 Conformiteitsverklaring MAN1246 04 10 2018 ...
Страница 111: ...Conformiteitsverklaring 11 MAN1246 04 10 2018 ...
Страница 112: ...12 Conformiteitsverklaring MAN1246 04 10 2018 ...
Страница 136: ...10 Declaración de conformidad MAN1246 04 10 2018 ...
Страница 137: ...Declaración de conformidad 11 MAN1246 04 10 2018 ...
Страница 138: ...12 Declaración de conformidad MAN1246 04 10 2018 ...
Страница 162: ...10 Dichiarazione di conformità MAN1246 04 10 2018 ...
Страница 163: ...Dichiarazione di conformità 11 MAN1246 04 10 2018 ...
Страница 164: ...12 Dichiarazione di conformità MAN1246 04 10 2018 ...