1. Dit gebruikershandboek behandelt de stan-
daard bediening en het plaatsen van de
batterijen.
2. In de instructies "Zo speel je" wordt uitge-
breid ingegaan op het spelen met de Robot
Showdown.
Lees alle consumenten- en veiligheidsinfor-
matie voordat je met spelen begint. Bewaar
deze gebruiksaanwijzing. Kan later nog van
pas komen.
I. INHOUD
❶
R/C voertuig
❷
R/C zender
❸
Achtervolgingsrobot
II. VOERTUIG
Onderaanzicht
❶
3-standenschakelaar
❷
Kantelarm met veermechanisme
❸
Keuzeschakelaar (vergrendelen/ontgrende-
len)
❹
Batterijklepjes (2)
❺
Stuurverstelling (indien nodig bijstellen om
het voertuig rechtuit te laten rijden)
Zijaanzicht
➏
Infrarode zendertjes (4)
❼
Achterbumper met veermechanisme
Zie de stickers op de zender en het voertuig
voor de frequentie.
III. ROBOT
Onderaanzicht
❶
AAN/UIT-schakelaar
❷
Batterijklepje
❸
Batterijveerslotje
Zijaanzicht
❹
Keuzeknop
❺
Infrarode ontvangers (in de robot )
➏
Achterbumper met veermechanisme
❼
Voorbumper met veermechanisme
IV. ZENDERKNOPPEN
Alle functies van het voertuig worden op
afstand bediend. Jij bedient het voertuig met
de zender.
De achtervolgingsrobot werkt niet met afs-
tandsbediening. De robot werkt via infrarode
technologie waarmee hij het voertuig
opspoort en achtervolgt. De robot wordt niet
gestuurd via de zender.
❶
VOORUIT
❷
ACHTERUIT
❸
LINKS
❹
RECHTS
V. HET PLAATSEN VAN DE BATTERIJEN
❶
Voertuig
1. Open de batterijklepjes zoals afgebeeld.
2. Plaats 4 LR6 (AA) batterijen (let op de plus-
en minpolen zoals afgebeeld in de batteri-
jhouders).
3. Zet de batterijklepjes weer op hun plaats.
❷
Zender
1. Open het batterklepje zoals afgebeeld.
2. Plaats één 6LR61 (9V) batterij met de plus-
en minpool zoals afgebeeld in de batteri-
jhouder.
3. Zet het batterijklepje weer op z’n plaats.
❸
Robot
1. Draai het veerslotje om te ontgrendelen.
2. Open het batterijklepje zoals afgebeeld.
3. De robot werkt op 6 LR6 (AA) batterijen.
Schuif het plaatje omhoog naar de
bovenkant van de batterijhouder en plaats
drie batterijen (zie binnenkant van de bat-
terijhouder voor de juiste positie van de
plus- en minpolen). Schuif het plaatje weer
naar beneden totdat het over de zojuist
geplaatste batterijen heen zit. Plaats nu de
andere drie batterijen (let op de plus- en
minpolen).
4. Zet het batterijklepje weer op z’n plaats en
draai het veerslotje om te vergrendelen.
VI. BELANGRIJKE INFORMATIE
Voor de volwassenen:
Neem samen met uw kind de gebruiksaanwi-
jzing en de algemene veiligheidstips door,
zodat uw kind veilig en met plezier met dit
speelgoed kan spelen.
Veiligheidstips
WAARSCHUWING: Kantelarm kan
tijdens het plaatsen van de batterijen worden
geactiveerd. Blijf dus uit de buurt van de
kantelarm.
• NIET mee op straat spelen! Daar rijden de
echte auto's.
• Voertuig NIET oppakken wanneer het nog
rijdt.
• Houd vingers, haar en losse kleding uit de
buurt van de banden en de wielnaven wan-
neer het product is ingeschakeld.
• Als er met het speelgoed wordt gespeeld,
adviseren wij toezicht van een volwassene.
• Om te voorkomen dat het product per
ongeluk wordt gestart, alle batterijen verwi-
jderen wanneer het product niet wordt
gebruikt.
BATTERIJ-INFORMATIE
• Zorg ervoor dat de plus- en min-polen goed
zijn aangesloten.
• Gebruik uitsluitend batterijen van het aan-
bevolen type (of soortgelijke).
• Geen oude en nieuwe batterijen door elkaar
gebruiken.
• Gebruik nooit verschillende batterijen door
elkaar: alkaline-, standaard (koolstof-zink) of
oplaadbare (nikkel-cadmium) batterijen.
• Verwijder lege batterijen onmiddellijk.
Verwijder de batterijen als het voertuig voor
langere tijd niet gebruikt wordt.
• Niet-oplaadbare batterijen niet opladen.
• Zorg ervoor dat er geen kortsluiting bij de
batterijpolen ontstaat.
• Oplaadbare batterijen uit het apparaat ver-
wijderen voordat ze worden opgeladen (als
er uitneembare batterijen worden gebruikt).
• De batterijen uitsluitend opladen onder
toezicht van een volwassene (als er uit-
neembare batterijen worden gebruikt).
Batterijprestaties:
Dit is een high-performance product dat veel
vermogen verbruikt. Het product wordt
geleverd met standaard alkalinebatterijen. Wij
ADVISEREN MET KLEM om deze batterijen te
zijner tijd te vervangen door extra high-per-
formance batterijen. De levensduur van een
batterij is afhankelijk van het merk.
VII. BELANGRIJKE INFORMATIE
1.
WAARSCHUWING: Kantelarm kan
tijdens het plaatsen van de batterijen wor-
den geactiveerd. Blijf dus uit de buurt van
de kantelarm.
2. Als de kantelarm na drie treffers niet naar
buiten springt, het mechanisme opnieuw
afstellen door het voertuig met de juiste
kant omhoog te houden en de
keuzeschakelaar van ontgrendeld op ver-
grendeld te zetten en vervolgens weer
terug op ontgrendeld.
3. Als je het speelgoed voor langere tijd
opbergt, het voertuig met de kantelarm ont-
grendeld opbergen. Zo blijft het speelgoed
het best functioneren.
4. Om met dit voertuig te spelen met de afs-
tandsbediening maar zonder robot moet je
het voertuig met de juiste kant omhoog
houden en de keuzeschakelaar op vergren-
deld zetten. Zo wordt de kantelarm vergren-
deld. Schuif de keuzeschakelaar weer op
ontgrendeld (met het voertuig met de juiste
kant omhoog) om de kantelarm te ontgren-
delen voor de robot5. Als je even niet met
het voertuig speelt – of als je je voertuig
ergens anders mee naar toe wil nemen –
moet je het voertuig met de juiste kant
omhooghouden en de keuzeschakelaar op
vergrendeld zetten. Zo zal de kantelarm ver-
grendeld worden. Schuif de keuzeschake-
laar weer op ontgrendeld (met het voertuig
met de juiste kant omhoog) om de kante-
larm te ontgrendelen voor de robotachter-
volging.
VIII. TIPS
1. Wanneer je voertuig of de robot vermogen
begint te verliezen, kunnen er functies ver-
loren gaan of werkt het speelgoed niet
meer optimaal. Het is dan tijd om de batteri-
jen te vervangen. De looptijd is afhankelijk
van je rijstijl.
2. Storing, waardoor je voertuig slecht gaat
rijden, kan worden veroorzaakt door een
ander voertuig met een afstandsbediening
die op dezelfde frequentie werkt; ook door
elektriciteitsdraden, hoge gebouwen of
zendapparatuur. Indien mogelijk hierbij uit
de buurt blijven.
3. Richt de antenne van de zender omhoog -
niet omlaag naar het voertuig. Ook als je
voertuig te ver van de zender vandaan
komt, werkt het minder goed.
4. Rijd niet in zand of door water en sneeuw.
Als je voertuig of de robot nat wordt, een
nachtje volledig laten drogen voordat je er
weer mee speelt.
5. Je voertuig of robot niet opbergen in de
buurt van een warmtebron of in recht-
streeks zonlicht. Altijd de schakelaars UIT
zetten en alle batterijen voor het opbergen
verwijderen.
6. Voor een achtervolging is de beste afstand
tussen voertuig en robot 1 tot 4 meter.
7. Als je binnen speelt, krijg je de beste
prestaties wanneer je de 3-standenschake-
laar van het voertuig op "binnen" zet.
Buiten krijg je de beste prestaties als je de
3-standenschakelaar op "buiten" zet.
13
GEBRUIKERSHANDBOEK
GEBRUIKERSHANDBOEK
Содержание 91556 Robot Showdown
Страница 2: ...1...
Страница 3: ...2 1 2 3 4 9Vd c 4 x 1 5Vd c 6 x 1 5Vd c...