Textron Jacobsen Ransomes Parkway 3 Meteor LGNN344, Руководство по безопасности, эксплуатации и техническому обслуживанию

Страница: 204 / 236

nl-86
9 AFSTELLING
A
B
A
B
C
D
9.1 TRACTIEREGELPEDAAL ______________________________________________
De MPV-transmissiepomp heeft een intern neutraliserend
mechanisme dat niet kan worden afgesteld. Als de machine
echter gaat kruipen, ga dan als volgt te werk.
1. Krik zowel voor- als achterwielen op en
ondersteun ze.
2. Verwijder de kogelverbinding A van de
pomphendel B om een neutrale positie te vinden.
3. Start de motor, beweeg de regelhendel van de
pomp handmatig en laat los om te zorgen dat de
wielen stoppen met draaien. Als de wielen niet
stoppen met draaien met de hendel in de neutrale
positie, neemt u contact op met uw lokale dealer.
4. Bedien het voetpedaal om te zorgen dat de kabel
vrij is.
5. Plaats de kogelverbinding A terug op de pomphendel B.
6. Beweeg het voetpedaal in de richtingen vooruit en achteruit om te zorgen dat er geen kruip in de
neutrale stand is.
9.2 AFSTELLING GEWICHTSOVERBRENGING ________________________________
De voorspanning voor gewichtsoverbrenging kan op de
hefklep worden afgesteld. De klep is toegankelijk van onder
de maaier aan de linkerkant achter de vooras. Parkeer op
vlakke ondergrond en breng de maai-eenheden naar
beneden. Schakel de motor uit en verwijder de
contactsleutel. De middeneenheid moet opzijgedraaid
worden.
Afstellen:
1. Maak de borgmoer A los terwijl u de draadas stil
houd met een inbussleutel B.
2. Draai met behulp van een inbussleutel B de
draaias rechtsom in de richting D om het gewicht
op de aandrijfwielen te vergroten als de
tractieregelingschakelaar wordt bediend op het
regelpaneel. Dit verbetert de rijprestatie op hellingen. Draai de draadas linksom in richting C om het
gewicht op de aandrijfwielen te verlagen als de tractieregelingsschakelaar wordt bediend op het
regelpaneel. Dit verbetert het grondgewicht van de maaieenheid en reduceert de mogelijkheid op
‘stuiteren’ van de maaieenheid bij het werken op hoge snelheid op oneffen grond. Het wordt
aanbevolen dat de inbussleutel een kwartslag per keer wordt gedraaid en de gewichtsoverbrenging
wordt getest.
3. Maak borgmoer A vast terwijl u de draadas stil houd met de inbussleutel B.
WAARSCHUWING
Ondersteun opgekrikte machines op de juiste manier met
kriksteunen.