Installation du volant
1. Trouver le volant (C), la goupille cylindrique (D) et le
collier flexible (E).
2. Tourner les deux roues avant droit vers l’avant.
3. Placer le collier flexible (E) sur l’arbre de direction (F).
L’enjoliveur de volant (B) est purement
décoratif et n’a pas besoin d’être retiré
pour l’installation.
4. Lubrifier l’arbre de direction (F) avec un produit
antigrippant et installer le volant (C). Le rayon le plus
large (A) du volant doit être dirigé vers l’opérateur.
5. Assujettir le volant (C) sur l’arbre (F) avec la goupille
cylindrique (D). Utiliser le trou le plus bas de l’arbre de
direction (F). Enfoncer la goupille cylindrique (D) au ras de
la surface du volant au moyen d’un chassoir (G).
Le trou supérieur est réservé aux opérateurs
très grands qui ont besoin de plus d’espace
pour les genoux.
FR
Anbringen des Lenkrads
1. Lenkradbausatz (C), Spannstift (D) und flexible
Manschette (E) siehe Abbildung.
2. Beide Vorderräder gerade ausrichten.
3. Flexible Manschette (E) auf der Lenkwelle (F) anbringen.
Die Lenkradabdeckung (B) dient lediglich
optischen Zwecken und muß zur Anbringung des
Lenkrads nicht entfernt werden.
4. Lenkwelle (F) mit Gleitschmiermittel schmieren und
Lenkrad (C) anbringen. Die breite Speiche (A) muß zum
Bediener zeigen.
5. Das Lenkrad (C) mit dem Spannstift (D) an der Welle (F)
befestigen. Dafür das untere Loch in der Lenkwelle (F)
benutzen. Spannstift (D) mit einem Treibdorn (G) in das
Lenkrad eintreiben; Spannstift muß mit der Oberfläche des
Lenkrads bündig sein.
Das obere Loch ist für größere Bediener,
die mehr Kniefreiheit benötigen.
DE
Het stuurwiel installeren
1. Zorg ervoor dat u het kader van het stuurwiel (C), de
blokkeerpen (D) en de flexibele hals (E) bij de hand hebt.
2. Draai de beide voorwielen recht naar voren.
3. Schuif de flexibele hals (E) over de stuurstang (F).
Het stuurwielembleem (B) is zuiver decoratief en
hoeft niet te worden verwijderd om het stuurwiel te
kunnen installeren.
4. Smeer de stuurstang (F) in met een samenstelling die het
vastlopen van een as tegengaat en installeer het stuurwiel (C).
De dikke spaak (A) moet aan de kant van de berijder zitten.
5. Maak het stuurwiel (C) aan de stuurstang (F) vast door
middel van de blokkeerpen (D) die u in de onderste
opening van de stuurstang (F) steekt. Zorg ervoor dat de
blokkeerpen (D) volledig in de stuurstang zit en gebruik
desnoods een drevel (G) om de blokkeerpen vast te zetten.
De bovenste opening van de stuurstang kan
worden gebruikt door berijders met een grote(re)
lichaamslengte die meer knieruimte nodig hebben.
NL
Installazione del volante
1. Individuare la scatola del volante (C), il perno cilindrico (D)
ed il collare flessibile (E).
2. Ruotare entrambe le ruote anteriori in modo che siano
perfettamente allineate.
3. Inserire il collare flessibile (E) sull’albero dallo sterzo (F).
Il coperchio del volante (B) ha solo una funzione
decorativa e non è necessario rimuoverlo per
installare il volante.
4. Lubrificare l’albero dello sterzo (F) con un prodotto
antigrippante ed installare il volante (C). La grossa ruota del
volante (A) deve essere rivolta verso l’operatore.
5. Fissare il volante (C) all’albero (F) con il perno cilindrico
(D). Utilizzare l’orifizio inferiore nell’albero dallo sterzo
(F). Spostare il perno cilindrico (D) per posizionarlo a
livello della superficie del volante con un punzone (G).
L’orifizio superiore è previsto per gli operatori più
alti che necessitano di una maggiore distanza per
guidare rispetto alle ginocchia.
I T
H-23
Содержание Baron
Страница 8: ...vi ...
Страница 36: ...A 28 ...
Страница 62: ...B 26 ...
Страница 106: ...C 44 ...
Страница 126: ......
Страница 140: ...D 34 ...
Страница 182: ...E 42 ...
Страница 222: ...F 40 ...
Страница 248: ...G 26 ...
Страница 288: ...D 40 ...