122
Nederlands (Vertaling van de originele instructies)
Onder geen enkele omstandigheid mogen de “H”- (lage
sproeier) en “L”-naalden (hoge sproeier) buiten het
instelbereik worden geforceerd.
LET OP
Er kan ernstige schade aan de motor ontstaan als er
onjuiste aanpassingen aan de “L”- en “H”-naalden
worden uitgevoerd. Forceer de “L”- en “H”-naalden niet
buiten het aanpassingsbereik!
STATIONAIR TOERENTAL AANPASSEN
Zie afbeelding 24.
■ Wanneer de motor start, draait en versnelt
maar niet stationair wil draaien, draai dan de
stationairtoerentalschroef “T” rechtsom om het
stationair toerental te verhogen.
■ Wanneer de ketting draait bij stationair toerental, draai
dan de stationairtoerentalschroef “T” linksom om het
stationair toerental te verlagen en de kettingbeweging
te stoppen. Als de kettingzaag nog steeds draait bij
stationair toerental, neem dan contact op met de
Ryobi-onderhoudsdealer voor aanpassingen en stop
het gebruik tot het apparaat gerepareerd is.
WAARSCHUWING
De zaagketting mag bij stationair toerental nooit draaien.
Draai de stationairtoerentalschroef “T” linksom om het
stationair toerental te verlagen en de ketting te stoppen
of neem contact op met een Ryobionderhoudsdealer
voor aanpassingen en stop het gebruik tot het apparaat
gerepareerd is. Als de zaagketting draait bij stationair
toerental kan dit leiden tot ernstig lichamelijk letsel.
BEDIENING VAN DE KETTINGREM
Zie afbeelding 25 - 26.
Raadpleeg “Veiligheid” eerder in deze handleiding voor
aanvullende informatie. Controleer de gebruikstoestand
van de kettingrem vóór elk gebruik.
1.
Start de motor en pak de voor- en achterhandgrepen
stevig vast met beide handen.
2.
Knijp de gashendel in om de kettingzaag met
maximum toerental te laten draaien. Schakel met de
rug van uw linkerhand de kettingrem (A) in door de
kettingremhendel/handbescherming richting zaagblad
te duwen, terwijl de ketting snel draait.
OPMERKING:
De kettingrem moet direct aangrijpen
en de ketting onmiddellijk stoppen. Waneer is dat niet
het geval, stop de zaag dan door de contactschakelaar
in de stop-stand “O” te plaatsen. Breng de kettingzaag
naar een Ryobi-onderhoudsdealer voor reparatie en
stop het gebruik tot het apparaat gerepareerd is.
3.
Zet de kettingrem terug in de stand DRAAIEN (B)
door de rechterkant (vanuit de gebruikerspositie) van
de kettingremhendel/handbescherming te pakken en
deze naar de voorste handgreep te trekken tot u een
klik hoort.
BOMEN VELLEN – GEVAARLIJKE OMSTANDIGHEDEN
Zie afbeelding 27.
WAARSCHUWING
Vel geen bomen tijdens perioden met harde wind of
veel neerslag. Wacht tot het gevaarlijke weer voorbij is.
Tijdens het vellen van een boom is het belangrijk dat u
de volgende waarschuwingen in acht neemt om mogelijk
ernstig letsel te voorkomen.
■ Draag oog-, gehoor- en hoofdbescherming (A) tijdens
de bediening van dit apparaat.
■ Zaag geen bomen om die zeer schuin staan of bomen
met verrotte of dode takken, losse schors of holle
stammen. Laat deze bomen omduwen of slopen met
zwaar materieel en zaag ze vervolgens in stukken.
■ Houd rekening met de verdeling en het gewicht van
zware takken (B).
■ Verwijder struikgewas rond de te vellen boom (C).
■
Vel geen bomen in de nabijheid van elektriciteitsdraden
of gebouwen (D).
■ Houd rekening met de richting waarin de boom staat
(E).
■ Controleer de boom op beschadigde of dode takken
die kunnen vallen en u tijdens het vellen kunnen raken
(F).
■ Kijk tijdens het zagen regelmatig naar de top van
de boom om er zeker van te zijn dat de boom in de
gewenste richting valt.
■ Houd alle omstanders op een veilige afstand (G)
(tenminste tweemaal de hoogte van de boom).
■ Bereid een pad voor veilige aftocht voor (H).
■
Wanneer de boom in de verkeerde richting begint
te vallen of als de zaag vast komt te zitten tijdens
het vallen, laat de zaag dan achter en zorg voor uw
veiligheid!
■ Houd rekening met de windrichting voordat u de boom
velt.
■
Vel geen bomen in de nabijheid van elektriciteitskabels
of in de nabijheid van gebouwen die door vallende
takken of de boom zelf kunnen worden geraakt.