119
Nederlands (Vertaling van de originele instructies)
tankstations. Waaronder de voorgemengde benzine/
olie-mix die bedoeld is voor gebruik in bromfietsen,
motorfietsen, enz.
■ Gebruik uitsluitend synthetische tweetaktolie.
■ Meng 2% olie door de benzine. Dat is een verhouding
van 50:1.
■ Meng de brandstof zorgvuldig en doe dit elke keer
voordat u bijtankt.
■
Meng kleine hoeveelheden. Meng niet meer dan
binnen een periode van 30 dagen kan worden
verbruikt. Wij raden u aan om een synthetische
tweetaktolie te gebruiken die een brandstofstabilisator
bevat.
De tank vullen
Zie afbeelding 6.
Raadpleeg “Specifieke veiligheidsvoorschriften –
Bijtanken” eerder in deze handleiding voor aanvullende
veiligheidsinformatie.
1.
Maak het gebied rond de brandstofdop schoon om
vervuiling te voorkomen.
2.
Draai de brandstofdop voorzichtig los.
3.
Giet het brandstofmengsel voorzichtig in de tank.
Voorkom dat u morst.
4.
Voordat u de brandstofdop terugplaatst, afdichtring
schoonmaken en controleren.
5.
Plaats de brandstofdop meteen terug en draai deze
handvast. Veeg eventueel gemorste brandstof weg.
Ga op 9 m (30 voet) afstand van de brandstofvulplaats
staan voor u de motor start.
OPMERKING:
Tijdens en na het eerste gebruik van
een nieuwe motor kan er rook worden uitgeblazen.Dit
is normaal.
KETTINGOLIESYSTEEM
Zie afbeelding 7.
Gebruik zaagblad- en kettingolie van Ryobi. Deze is
ontwikkeld voor kettingen en kettingsmeersystemen
en is dusdanig samengesteld dat de olie binnen een
breed temperatuurbereik voldoet zonder dat verdunning
noodzakelijk is. De kettingzaag dient gemiddeld een tank
olie per elke tank brandstof te gebruiken.
OPMERKING:
Gebruik geen vuile, gebruikte of anderszins
verontreinigde oliesoorten. Hierdoor kan schade aan de
oliepomp, het zaagblad of de ketting ontstaan.
1.
Giet de zaagblad- en kettingolie voorzichtig in de tank.
2.
Vul de olietank elke keer wanneer u brandstof bijvult.
DE MOTOR STARTEN
Zie afbeelding 8.
WAARSCHUWING
Houd uw lichaam links van de zaaglijn. Houd de zaag
of de ketting nooit scheef en leun niet over de zaaglijn.
1.
Plaats de kettingzaag op een vlakke ondergrond en
zorg ervoor dat er geen voorwerpen of obstakels in
de directe omgeving zijn die in contact kunnen komen
met zaagblad en ketting.
2.
Houd de voorste handgreep stevig vast met de
linkerhand en plaats uw rechtervoet op het onderste
gedeelte van de achterste handgreep.
EEN KOUDE MOTOR STARTEN
Zie afbeelding 3. Zie afbeelding 8 - 14.
1.
Zorg ervoor dat de kettingrem zich in de stand draaien
(Fig. 3, A) bevindt door de hendel/handbeschermer
terug te trekken.
2.
Zet de contactschakelaar in de stand DRAAIEN (I).
3.
Druk de BRANDSTOFBALG (4) 10 maal volledig in.
4.
Trek de CHOKEhendel (Fig. 11, 5) geheel UIT in de
volledige choke-stand (Fig. 11, E). De halfgas-stand
wordt automatisch ingesteld wanneer de chokehendel
in de volledige choke-stand wordt geplaatst.
5.
Trek aan het STARTKOORD (Fig. 7, 7) tot de motor
probeert te starten. Trek de starthandgreep een klein
stukje naar buiten tot u voelt dat de starteenheid
inschakelt en trek dan met een korte ruk omhoog.
Trek het startkoord niet volledig uit, hierdoor kan de
starteenheid beschadigd raken. Houd de handgreep
vast tijdens het opwikkelen. Trek aan het startkoord tot
het eerste starten van de motor hoorbaar is (niet meer
dan vijf startpogingen).
OPMERKING:
Bij een nieuwe eenheid moet u wellicht
vaker trekken.