121
Nederlands (Vertaling van de originele instructies)
WAARSCHUWING
Bedien de gashendel niet met uw linkerhand waarbij u
de voorste handgreep met uw rechterhand vasthoudt.
Zorg ervoor dat geen enkel deel van uw lichaam zich in
zaaglijn bevindt terwijl u de zaag bedient.
DUWEN EN TREKKEN
Zie afbeelding 19.
De reactiekracht is altijd tegenovergesteld aan de richting
waarin de ketting beweegt. De gebruiker moet dus
bedacht zijn om de controle over de TREKkracht (A) te
behouden wanneer met de onderkant van het zaagblad
wordt gezaagd en bedacht op de DUWkracht.(B) wanneer
met de bovenkant van het zaagblad wordt gezaagd.
OPMERKING:
Uw kettingzaag is volledig door de fabriek
getest. Een licht olieresidu op de zaag is normaal.
JUISTE ZAAGHOUDING
Zie afbeelding 20.
■ Breng uw gewicht in evenwicht met beide benen op
een stevige ondergrond.
■ Houd uw linkerarm met de elleboog gestrekt (B) om
de kracht van een eventuele terugslag op te vangen.
■ Houd uw lichaam links van de zaaglijn (A).
■ Houd uw duim aan de onderkant van de handgreep
(C).
BASISPROCEDURES VOOR BEDIENING/ZAGEN
Oefen het zagen op een aantal kleinere houtblokken met
de onderstaande techniek om gebruik van de zaag ‘onder
de knie’ te krijgen voordat u aan het echte zaagwerk
begint.
1.
Neem de juiste houding in voor het hout terwijl de zaag
stationair draait.
2.
Laat de motor met volgas draaien vlak voordat u de
zaagsnede maakt door de gashendel in te knijpen.
3.
Start het zagen met de zaag tegen de stam.
4.
Laat de motor de gehele tijd dat u zaagt met volgas
draaien.
5.
Laat de ketting het zaagwerk doen; oefen slechts
een lichte druk omlaag uit. Geforceerd zagen kan
resulteren in schade aan zaagblad, ketting of motor.
6. Laat de gashendel los zodra de zaagsnede voltooid
is, zodat de motor op stationair toerental kan
draaien. De zaag op volgas laten draaien zonder een
zaagbelasting kan resulteren in onnodige slijtage aan
ketting, zaagblad en motor.
7. Oefen geen druk uit op de zaag aan het einde van de
zaagsnede.
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET
WERKTERREIN
Zie afbeelding 21. Zie afbeelding 27 - 28.
■ Zaag alleen hout of materialen die gemaakt zijn van
hout:geen plaatwerk, geen kunststof, geen metselwerk
en geen bouwmaterialen die niet van hout zijn.
■ Laat nooit kinderen de zaag bedienen. Laat de
kettingzaag niet gebruiken door iemand die de
gebruikershandleiding niet gelezen heeft of geen
adequate aanwijzingen heeft gekregen voor veilig en
correct gebruik van deze kettingzaag.
■ Houd iedereen – helpers, omstanders, kinderen en
dieren, op een veilige afstand van het zaaggebied.
Tijdens het vellen van bomen moet de veilige afstand
minimaal tweemaal zo lang zijn als de hoogste bomen
in het velgebied. Tijdens het kortzagen, dient u een
afstand van 4,5 m (15 ft) tussen de werkers aan te
houden.
■ Zaag altijd met beide benen op een stevige ondergrond
om te voorkomen dat u uit evenwicht wordt getrokken.
■
Zaag niet boven borsthoogte omdat een hoog
gehouden zaag moeilijker onder controle is te houden
bij terugslagkrachten.
■
Vel geen bomen in de nabijheid van elektriciteitsdraden
of gebouwen. Laat dit soort werkzaamheden over aan
de vakman.
■ Zaag alleen wanneer het zicht en het licht voldoende
zijn om duidelijk te zien wat u doet.
DE CARBURATEUR AFSTELLEN
Zie afbeelding 22 - 24.
Voordat u de carburateur afstelt, eerst het luchtfilter (A)
en de ventilatiesleuven (B) van de starteenheiddeksel
reinigen. Laat de motor warmdraaien voorafgaand aan
de carburateurafstelling. Raadpleeg “Onderhoud” later in
deze handleiding.
De carburateur is fabriekmatig ingesteld en hoeft niet te
worden afgesteld. De carburateur kan uitsluitend beperkt
worden afgesteld met behulp van de “H”- (lage sproeier)
en “L”- naalden (hoge sproeier). Eventuele aanpassingen
dienen door een Ryobionderhoudsdealer te worden
uitgevoerd.