VTE
VTE 3
VTE 6
VTE 8
VTE 10
A
B
P
Q
N
C
E
F
F
���
���
d
Bedieningsvoorschrift
Vacuümpompen
Uitvoeringen
Dit bedieningsvoorschrift is geldig voor de volgende droog-
lopende vacuüm schottenpompen van de serie:
VTE 3
➝
VTE 10.
Het verband tussen de capaciteit en de druk is weergegeven
op het gegevensblad D 187.
Beschrijving
De genoemde serie heeft een zuigaansluiting met een
slangpilaar en aan de uitlaatzijde een geluiddemper. De
aangezogen lucht wordt door een ingebouwd microfilter
gereinigd. De motor ventilator zorgt voor de koeling van de
motor en van het pomphuis. Motor en pomp hebben een
gemeenschappelijke as.
Toebehoren: Indien nodig vacuümregelventiel (ZRV),
terugslagklep (ZRK) en motorbeveiligingsschakelaar (ZMS).
Toepassing
De machines zijn geschikt voor industriële toepas-
sing, d.w.z. dat de beveiligingen conform EN DIN
294 zijn volgens tabel 4 voor personen boven de 14 jaar.
De VTE is geschikt voor het evacueren van gesloten syste-
men of voor het handhaven van een onderdruk in het volgende
drukbereik: 150 tot 1000 mbar (abs.)
De omgevingstemperatuur en de aanzuig-
temperatuur moet tussen de 5 en 40° C liggen. Bij
temperaturen buiten dit bereik verzoeken we om contact
met ons op te nemen.
Deze drooglopende vacuümpompen zijn geschikt voor het
verpompen van lucht met een relatieve vochtigheid van 30
tot 90%.
Er mogen geen gevaarlijke mengsels (b.v. brand-
bare of explosieve gassen of dampen),extreem voch-
tige lucht, agressieve gassen, waterdamp, oliedamp of oliesporen of vetten aangezogen worden.
De standaard uitvoering mag niet in ruimten gebruikt worden die explosie gevaarlijk zijn.
Bij toepassingen, waarbij een onbedoeld afzetten of uitval van de vacuümpomp tot gevaarlijke situaties voor
personen of installaties kan leiden, dienen voldoende veiligheidsmaatregelen genomen te worden.
Onderhoud en opstelling (figuur
���
en
���
)
Bij vacuümpompen van de serie VTE 3 en VTE 8 kunnen de oppervlakte temperaturen van de delen (Q) boven
de 70° C stijgen. Aanraking dient te worden voorkomen.
Voor de demontage van huisdeksel (d) voor onderhoudsdoeleinden moet minstens 20 cm ruimte beschikbaar zijn.
Bovendien dient erop gelet te worden dat de koellucht inlaat (E) en de koellucht uitlaat (F) minstens 8 cm vrije ruimte hebben.
De uittredende koellucht mag niet weer worden aangezogen.
De VTE kan slechts in horizontale positie probleemloos gebruikt worden.
Bij opstelling 1000 m boven de zeespiegel zal een capaciteits vermindering optreden. In deze gevallen
verzoeken wij om contact met ons op te nemen.
De opstelling van de vacuümpomp op een vaste ondergrond is zonder verankering mogelijk. Bij opstelling in een constructie
bevelen we het toepassen van trillingsdempers aan. De trillingen van deze schottenpompen zijn zeer gering.
Installatie (figuur
���
en
���
)
Bij opstelling en gebruik moeten de voorschriften van de arbeidsinspectie aangehouden worden.
1. Vacuümaansluiting bij (A).
De afgezogen lucht kan door uitblaasdemper (B) uitgeblazen worden of door een slang of leiding afgevoerd worden.
Bij een dunne of lange zuigleiding vermindert de capaciteit van de vacuümpomp.
2. De elektrische motorgegevens zijn op het typeplaatje (P) of het motortypeplaatje aangegeven. De motoren voldoen aan
de DIN/VDE 0530 en zijn in de beschermingsklasse IP 54 en de isolatieklasse B eller F uitgevoerd. Het bijbehorende
aansluitschema bevindt zich in de klemmenkast van de motor. (vervalt bij uitvoeringen met stekker). Motorgegevens
moeten met die van het aanwezige elektriciteitsnet vergeleken worden.( Soort stroom, spanning, frequentie van het
net, toegestane stroomsterkte).
3. Motor via motorbeveiligingsschakelaar aansluiten. (voor de afzekering is een motorbeveiligingsschakelaar en voor
de trek ontlasting van de aansluitkabel een bevestingingspunt en een Pg-wartel nodig).
We adviseren het gebruik van motorbeveiligingsschakelaars, welke de uitschakeling van de pomp tijdvertraagd
uitvoert, afhankelijk van de te hoge stroom. Kortstondige stroom overbelasting kan bij een koude start op treden.
De elektrische installatie mag alleen door een erkende installateur met in achtname van NEN 60204 elektrisch
aangesloten worden. De gebruiker dient voor een werkschakelaar te zorgen.
BN 187
1.7.99
Werner Rietschle
GmbH + Co. KG
Postfach 1260
79642 SCHOPFHEIM
GERMANY
076 22 / 3 92-0
Fax 076 22 / 39 23 00
E-Mail: [email protected]
http://www.rietschle.com
Rietschle BV
Bloemendalerweg 52
1382 KC WEESP
NETHERLANDS
0294 / 418686
Fax 0294 / 411706
E-Mail:
[email protected]
http://www.rietschle.nl