78
• Monteer het ronde uiteinde van de temperatuursensor vb. in de buurt van vloerverwar
-
ming. Leg het aansluitsnoer zo, dat het tegen scherpe randen is beschermd. Bevestig
de aansluitkabel nooit met nagels of schroeven.
• Plaats de kamerthermostaat in de verzonken/opbouwdoos. De bevestiging moet met
minstens twee schroeven gebeuren.
Let bij het gebruik van de kamerthermostaat in de verzonken/opbouwdoos op
dat de kabels niet worden beschadigd.
• Plaats het afdekraam op de kamerthermostaat.
• Tot slot moet het bij het begin verwijderde kleine deksel correct worden teruggeplaatst
zodat deze aan beide zijdelingse kunststof neuzen vastklikt.
• Schakel de netspanning in.
• Druk op de brede aan-/uitschakelaar (10) om de kamerthermostaat in te schakelen.
De power-LED (13) moet oplichten. Na een kort ogenblik verschijnt bovendien de via
de sensor gemeten temperatuur (17) op het scherm.
Als de power-LED niet oplicht, schakelt u de kamerthermostaat opnieuw uit (de
kunststof knop van de aan-/uitschakelaar steekt in de uitgeschakelde positie
een beetje verder uit de behuizing dan in de ingeschakelde positie). Schakel
dan de netspanning aan alle polen uit en controleer de correcte aansluiting
van de kamerthermostaat.
Laat de aansluiting in geval van twijfel door een vakman (elektrotechnicus)
controleren.