62
c) Inbouw van de vliegregelaar
Soldeer aan de accu-aansluitkabel van de vliegregelaar een bij de
vliegaccu passende hoogstroomstekker (1). De aansluitkabel wordt dan
samen met de stekker van binnen door de accuschacht naar buiten geleid.
Hiervoor moet het deksel van de accuschacht (zie ook afb. 14, pos. 3)
verwijderd worden.
Nadat de 3-polige ontvanger-aansluitleiding van de vliegregelaar met de
ontvanger verbonden werd, kan de vliegregelaar (2) met dubbelzijdig
plakband aan de zijwand van de romp bevestigd worden.
Aan de beide motor-aansluitleidingen van de vliegregelaar (3) wordt de
meegeleverde vliegregelaar-aansluitkabel met de polariteitsbeveiligde
stekkerverbinder (zie ook afb. 6a, pos. 1) gesoldeerd.
Let daarbij op de juiste polariteit van de kabels: rood = plus (+) en zwart
= min (-).
Beschikt de vliegregelaar over een functieschakelaar, dan kan deze op
de voorbereide plaats aan de linker zijwand van de romp (4) gemonteerd
worden.
d) Inbouw van de ontvanger
De ontvanger (1) wordt met dubbelzijdig plakband onder de servo’s op
de bodem van de romp bevestigd.
De antennedraad (2) wordt door een al ingeplakte kunststof buis aan het
einde van de romp naar buiten geleid en later tijdens het vliegen los
nagesleept.
e) Draagvlak monteren
Sluit eerst de witte 3-polige stekkerverbinder (1) van de vliegregelaar-
aansluitkabel op de motorgondel-houder aan. De asymmetrische
contacten voorkomen daarbij een verkeerde aansluiting van de
stekkerverbinder. Daarna verbindt u de 2-polige zwarte stekker (2) van
de motorgondel-houder met de aansluitkabel van de voor in de punt van
de romp ingebouwde motor.
Afb. 4
Afb. 5
Afb. 6a