61
8. Voltooiing van het vliegmodel
Voordat u met de montage van het model begint, is het goed om een geschikte ondergrond klaar te leggen. Om uitstekende vliegprestaties te verkrijgen, is uw
model van bijzonder licht gevormd schuimstof gemaakt. Dit materiaal is echter zeer kwetsbaar, kleine onoplettendheden bij de montage van het model leiden
zeer snel tot lelijke deuken of zelfs gaten.
In deze gebruiksaanwijzing wijzen de cijfers in de tekst steeds op de nevenstaande afbeelding(en) van de bijbehorende paragraaf. Kruisverwijzingen
naar andere afbeeldingen worden met het betreffende nummer van de bijbehorende afbeelding weergegeven.
a) Montage van de motorgondel-houder
Houd de motorgondel-houder (1) van onderaf tegen het draagvlak (2) en
schroef hem dan met behulp van 4 schroeven met een verzonken kop
(diameter 2mm) van boven door het draagvlak vast.
Gebruik voor de beide voorste schroefverbindingen (3) twee 10 mm lan-
ge en voor de beide achterste schroefverbindingen (4) twee 15 mm lan-
ge schroeven.
b) Inbouw van de servo’s
Voor het besturen van de hoogte- en richtingsroeren zijn twee mini-servo’s
noodzakelijk. De max. behuizingslengte van de servo’s mag door het al
voorgemonteerde servoframe niet groter dan 24 mm zijn. De bovenstaand
afgebeelde servo (1) is voor de bediening van het hoogteroer en de
onderste servo (2) is voor de bediening van het richtingsroer gepland.
Schroef de servo’s volgens de nevenstaande afbeelding in het frame.
Nadat de aanstuurdraden (3) in de servohefbomen (4) ingehangen wer-
den, moeten de hefbomen in een hoek van 90° t.o.v. de servo’s
gemonteerd worden.
Onze tip:
Als u voor deze werkzaamheden de beide servo’s aan de ontvanger aansluit en de afstandsbesturingsinstallatie in bedrijf neemt, dan worden de servo’s in de
vereiste middenpositie (neutrale positie) gezet.
Zo kan de juiste positie van de servohefbomen gecontroleerd en indien nodig gecorrigeerd worden. Lichte scheefstand van de servohefbomen kan met behulp
van de sub-trimming resp. de trimfunctie bij de zender gecorrigeerd worden.
In de documentatie van de afstandsbesturing kunt u precies vinden, welke servo aan welke ontvangeruitgang aangesloten moet worden en welke
trimfuncties beschikbaar zijn.
Afb. 2
Afb. 3