78
ń
8. Motorisch gestuurde zoomreflector
Het aanpassen van de zoomstand van de hoofdreflector kan bij objectieven
met een brandpuntsafstand vanaf 24 mm (kleinbeeld 24 x 36 mm) plaatsvin-
den. Voor objectieven met een brandpuntsafstand vanaf 18 mm kan de inge-
bouwde groothoekdiffusor
voor de hoofdreflector
worden geklapt.
De volgende zoomstanden staan ter beschikking:
24 mm – 28 mm – 35 mm – 50 mm – 70 mm – 85 mm en 105 mm.
((om)gerekend naar kleinbeeldformaat 24 x 36 mm)
Bij gebruik van de groothoekdiffusor
wordt de hoofdreflector
automatisch in de stand 24 mm gestuurd! In het display wordt, vanwe-
ge de groothoekdiffusor, 18 mm aangegeven (zie 9).
Automatische aanpassing van de zoomreflector
Hierbij past de zoomstand van de hoofdreflector
zich automatisch aan de
brandpuntsafstand van het objectief aan. In het display van de flitser wordt
„AZoom“ en de reflectorstand aangegeven.
Aanpassen van de zoomstand met de hand
Als de camera de parameter voor de brandpuntsafstand van het objectief, c.q.
voor de zoomstand ervan, niet doorgeeft, moet de zoomstand van de flitsre-
flector met de hand worden ingesteld. In het display wordt dan „M–Zoom“
aangegeven. Voor het instellen: zie 6.3.
Als u een zoomobjectief gebruikt en niet absoluut altijd het volle richt-
getal en de reikwijdte van de flitser nodig heeft, kunt u de stand van de
hoofdreflector op de aanvangsbrandpuntsafstand van het zoomobjec-
tief laten staan. Daarmee wordt gegarandeerd, dat uw onderwerp
altijd geheel wordt verlicht. U bespaart zich daarmee het voordurend
moeten aanpassen aan de ingestelde brandpuntsafstand van het objec-
tief.
Voorbeeld:
U gebruikt een zoomobjectief met een brandpuntsafstand van 35 mm tot
☞
☞
105 mm. In dit voorbeeld stelt u de stand van de zoomreflector in op 35 mm!
Met de hand verstellen van de zoomstand bij AZoom
De zoomstand van de hoofdreflector
kan ook bij het gebruik op een camera
die de gegevens doorgeeft, veranderd worden, bijv. om bepaalde verlichtingsef-
fecten te verkrijgen (bijv. hot-spot enz.).
Zie ook 6.3
Na het opslaan wordt „MZoom“ in het display aangegeven.
Terugzetten naar de AZoom functie
• Tip de ontspanknop op de camera even aan, zodat er een uitwisseling van
gegevens tussen camera eb flitser plaats kan vinden.
• De zoomstand zo vaak veranderen, dat in het display „AZoom“ aangegeven
wordt.
9. Groothoekdiffusor
Met de groothoekdiffusor
wordt de verlichtingshoek van de flitser aangepast
aan objectieven met een brandpuntsafstand vanaf 18 mm (kleinbeeldformaat).
Trek de groothoekdiffusor
uit de hoofdreflector
tot de aanslag naar voren
en laat hem los. De groothoekdiffusor klapt automatisch naar beneden.
De hoofdreflector wordt automatisch in de vereiste stand gestuurd. In het display
worden de afstandswaarden en de zoomwaarde naar 18 mm gecorrigeerd.
Voor het inschuiven de groothoekdiffusor
90° omhoog klappen en helemaal
inschuiven.
10. Flitstechnieken
10.1 Indirect flitsen
Door indirect te flitsen wordt het onderwerp zachter verlicht en vermindert de
duidelijke schaduwwerking. Bovendien wordt natuurkundig bepaalde lichtafval
van voor- tot achtergrond gereduceerd.
706 47 0037-A3 58 AF-1 C 30.05.2007 8:52 Uhr Seite 78