70
ń
daartoe even de ontspanknop op de camera aan. In het display wordt de maxi-
male reikwijdte, overeenkomstig de ingestelde flitsparameters aangegeven.
6.1 Het instellen van de flitsparameters
Bij het voor het eerst op een knop drukken wordt de displayverlichting
geactiveerd
Afhankelijk van de ingestelde flitsfunctie worden in het menu verschillende flit-
sparameters aangegeven. Bij camera’s met digitale overdracht van de gegevens
worden de flitsparameters voor de diafragmawaarde (F), de brandpuntsafstand
van het objectief (Zoom) en de lichtgevoeligheid (ISO) automatisch op de flitser
ingesteld. De flitsparameters voor de diafragmawaarde (F) en de lichtgevoelig-
heid (ISO) kunnen daarbij niet worden veranderd.
Als de camera sommige flitsparameters niet doorgeeft, moeten deze met
de hand op de flitser worden ingesteld!
• Druk zo vaak op de toets ‘Para’ (parameter), dat in het display de gewenste
flitsparameter (zie hieronder) wordt aangegeven.
De volgende flitsparameters zijn mogelijk:
• Stel met de toetsen PLUS / MINUS de gewenste waarde in. De instelling treedt
onmiddellijk in werking.
☞
☞
• Druk op de toets ‘Return’
. Het display schakelt naar de normale weergave
terug. Als u niet op de toets ‘Return’
drukt, schakelt het display na ong. 5
sec. naar de normale weergave terug.
6.2 Diafragmawaarde (F)
Als er tussen camera en flitser geen digitale overdracht van gegevens plaatsvindt
kunnen de diafragmawaarden (F) van 1,0 tot 45 (bij ISO 100) met de hand in
stappen van een hele diafragmastop worden ingesteld. Voor de automatisch-flit-
sen- en de manual flitsfunctie M moeten camera en flitser op eenzelfde diafrag-
mawaarde worden ingesteld.
Het instellen:
• Druk zo vaak op de toets ‘Para’ (parameter), dat in het display ‘F’ (F = dia-
fragma) aangegeven wordt.
• Met de PLUS / MINUS -toetsen stelt u dan de diafragmawaarde in. De instel-
ling treedt onmiddellijk in werking.
• Druk op de toets ‘Return’
. Het display schakelt naar de normale weergave
terug. Als u niet op de toets ‘Return’
drukt, schakelt het display na ong. 5
sec. naar de normale weergave terug.
Bij de digitale overdracht van gegevens tussen camera en flitser kunnen
ook tussenwaarden worden ingesteld. Voor de TTL-/E-TTL-flitsfunctie is de
instelling van de diafragmawaarde op de flitser alleen voor de correcte
weergave van de reikwijdte van belang, daarentegen niet voor de func-
tie!
6.3 Stand van de hoofdreflector (Zoom)
Als er geen digitale overdracht van gegevens tussen camera en flitser plaats
heeft gevonden kunnen de reflectorstanden
24 mm – 28 mm – 35 mm – 50 mm – 70 mm – 85 mm – 105 mm (kleinbeeld-
formaat 24 x 36) met de hand worden ingesteld. In het display wordt MZoom
aangegeven
☞
—
TTL/E-TTL/A/E-TTL-HSS
—
—
F
Zoom
EV
ISO
—
M/M HSS
—
P
F
Zoom
—
ISO
N
Stroboscoop aantal flitsen
Tabel 1
Stroboscoop flitsfrequentie
Met de hand in te stellen deelvermogen
Diafragmawaarde
Reflectorstand
Met de hand in te stellen correctie op de flitsbelichting
Lichtgevoeligheid
f
P
F
Zoom
—
ISO
706 47 0037-A3 58 AF-1 C 30.05.2007 8:52 Uhr Seite 70